IN DE SPO(®)TLIGHT

‘Praten over transparantie hoeft dus niet saai te zijn’

Transparantie, een saai thema? Helemaal niet als het zo wordt belicht als maandagavond 16 januari tussen de gangen bij het Nieuwjaarsdiner 2016, concludeert David Naert. De verslaggever, presentator en eindredacteur van de Vlaamse omroep VRT, was een van de buitenlandse gasten in Ahoy Rotterdam.

Wat was je indruk, David?
,,Een heel leuk concept, misschien wel heel veel, maar ik heb geen moment de indruk gekregen dat het bij een van de onderwerpen te lang duurde. Je merkte het ook in de zaal. Geen geroezemoes, muisstil, veel aandacht voor de sprekers, ook omdat het sterke sprekers waren. Dan blijkt toch hoe interessant het kan zijn een hele avond te praten over transparantie in de sport. Ook bij de prijsuitreikingen was het voorbeeldig stil. Dan proef je de aandacht.”

Zou het in België denkbaar zijn, een journalistieke prijs voor een journalist die veel discussie oproept?
,,Oei. Nederlanders zijn meestal wel mondiger. Het is een opmerkelijke keus, gedurfd ook. In België zouden we de discussie niet uit de weg gaan, maar op deze manier aan reflectie doen? Ik weet het niet zo meteen. Ik vond wel dat de discussie over dit boek op een beschaafde manier werd gevoerd.”

Kennen jullie in België iets soortgelijks?
,,De tweetaligheid maakt ons land ook in dit opzicht complex. Je hebt twee organisaties van sportjournalisten, van Vlamingen en Walen met beide hun eigen sociale activiteiten. Dan wordt het al moeilijk om iets nationaal te doen. In deze vorm kennen wij het niet.”

En prijzen?
,,Nee, er zijn wel prijzen voor werk in de media. Maar ik ken geen thematische prijzen, met bijvoorbeeld aparte aandacht voor sport in de media.”

Tenslotte.
,,Ja, ik nog wel even opmerken dat ik de afsluiting redelijk ongepast vond in de richting van Belgische journalisten.”

Je doelt op de gesproken column van Hans Vandeweghe?
,,Ja, dat was nogal gratuit ten opzichte van de hele vakgroep Belgische journalisten. Zo zwart-wit is het echt niet. We kennen hem. Dit was niet de eerste keer dat hij het zo zei.”