SCHOT VOOR DE BOEG

Jupiler League als voorbeeld

Soms is het goed om even in een andere werkomgeving te vertoeven, met andere wetmatigheden dan je gewend bent. Een omgeving die je doet inzien hoe het óók kan. Ik doel niet op een andere werkgever, maar op een andere sport of een andere competitie om als journalist te volgen.

Als ik bij NU.nl onze voetbalverslaggevers hoor klagen over het persbeleid van sommige eredivisieclubs of de KNVB en aanhoor dat het werken als voetbaljournalist steeds lastiger wordt (gemaakt), dan ben ik soms blij dat ik zelf momenteel zelden in mixed zones kom.

Want het klinkt heel interessant hoor; direct na afloop van een spectaculaire topwedstrijd de hoofdrolspelers interviewen, maar dat is het lang niet altijd. Spelers gingen de laatste jaren al steeds meer in clichés praten en nu zijn we een stap verder richting het duister. Want bij steeds meer eredivisieclubs moet je nog maar afwachten of je de speler wel kunt spreken met wie je een praatje hebt aangevraagd. Áls je al een speler kunt aanvragen. Liever een gekleurde goednieuwsshow vol open deuren via de eigen kanalen, dan open staan voor kritische en verrassende vragen vanuit de onafhankelijke pers. Dat lijkt steeds vaker de keuze.

Om terug te komen op die andere werkomgeving: vorig seizoen mocht ik door de samenwerking tussen NU.nl en SBS/Veronica regelmatig als tv-verslaggever op pad naar wedstrijden in de Jupiler League. Dat was een verademing. Bij elke club werd je van harte welkom geheten door een perschef die daarnaast vaak nóg een paar functies vervulde. In alle rust kon je na afloop je werk doen - en je kreeg nog spontane niet-mediagetrainde antwoorden ook. Toen ik RKC-trainer Peter van den Berg enigszins beschaamd vroeg of hij nog een paar minuten op me wilde wachten, want de cameraman die de wedstrijd in beeld had gebracht moest ook mijn interviews opnemen en had dus nog wat spullen van cameraplatform naar mixed zone te sjouwen, glimlachte hij vriendelijk.  ,,Geen punt. Bezuinigingen hè.” Hij was wel wat gewend.

Leve de Jupiler League, dacht ik vaak als ik rond middernacht naar huis reed uit Maastricht, Emmen of Doetinchem.

Ik weet heus wel dat de vergelijking tussen eerste divisie en eredivisie of Oranje nogal mank gaat, zeker ook qua mediabelangstelling. In de geplaagde Jupiler League zijn ze al blij dat er überhaupt nog pers komt.

Maar daardoor zien ze tenminste nog wel in dat ze de onafhankelijke media hard nodig hebben om de club aan hun fans te verkopen. Gezien de belabberde staat van het Nederlandse voetbal past die houding ook bij de eredivisieclubs en de KNVB. Juist nu.

 

Daan Smink

Bestuurslid NSP