Nieuws

Nieuwe buren!

Een tijdje geleden beweerde ik op deze plek dat Gertjan Verbeek een standbeeld zou verdienen als hij FC Twente in de eredivisie zou houden.

Sindsdien heeft hij geen wedstrijd meer gewonnen. Daarvoor overigens ook bijna niet.

Epy Drost, Blaise NKufo, Sander Boschker, of hun standbeelden in de omgeving van de Veste binnenkort gezelschap krijgen valt te bezien. Want het gaat niet zo goed. Ik maak me grote zorgen.

FC Twente kan niet degraderen, hoor ik vaak. Als in een déjà vu. In het seizoen 1982-1983 heb ik dat ook heel vaak gehoord.

Er zijn twee redenen dat ik sportjournalist ben geworden. Toen ik er achter kwam dat ik niet kon voetballen dacht ik: dan ga ik er maar over schrijven. Het enige wat ik op school leuk vond was het schrijven van een opstel.

In 1980 werd ik (leerling)sportjournalist en in 1983 was ik bij de wedstrijd waarin FC Twente degradeerde. Wat eigenlijk dus niet had kunnen gebeuren. In de tijd dat ik er van droomde FC Twente ‘watcher’ te worden, zeg maar de voorloper van Leon en Fardau, had ik meer Europees gedacht. Dat neemt niet weg dat ik een, voor oosterse begrippen, historische avond heb bijgewoond.

FC Twente, in 1975 finalist in de UEFA Cup, degradeerde op 14 mei 1983. Als ik de selectie van toen bekijk was die, denk ik, beter dan die van nu. Jan Sörensen, die met Club Brugge de Europa Cup 1 had gespeeld (en verloren). Manuel Sánchez Torres, kandidaat om naar Real Madrid te gaan. André van Gerwen had nog bij PSV in het doel gestaan. Martien Vreijsen, international.

Martin Koopman natuurlijk, wie kent hem niet. Fred Rutten, vanwege zijn blessuregevoeligheid nooit doorgebroken als international. Aad Kila uit Den Haag. Evert Bleuming, clubicoon uit de eigen jeugd. William ‘Billy’ Ashcroft, die Tommy Cooper (I need more eggs John) zo goed kon nadoen, als de ‘bonkige’ spits.

Manuel en Evert scoorden in het slotduel met PEC Zwolle (2-0), maar het was niet genoeg. Antoine ‘Spitz’ Kohn, halverwege het seizoen teruggehaald als trainer, zat te huilen in de auto. Spelers waren niet aanspreekbaar. De regio dacht dat het nooit meer goed zou komen. Ik dacht dat ook. Het einde der tijden was in zicht.

Epy Drost, al gestopt, was nog terug naar het front geroepen. Maar het kon niet meer. Al snel raakte hij geblesseerd. In de ‘beslissende’ wedstrijd deed hij niet mee. Mister FC Twente, hoe lang is het al niet geleden dat hij overleed?

De ochtend na de degradatie heb ik bijna alle spelers thuis opgebeld en ze namen allemaal op. Zo ging dat nog in die tijd. De meesten waren van plan te blijven. Niemand was in paniek. Er was leven na de dood. Het zou wel weer goed komen. Ik, opgegroeid in Enschede met FC Twente, kwam enigszins tot rust.

Voor mij ging de zon pas een paar weken later weer echt schijnen. Ik hoorde van mijn ouders in Enschede dat ze nieuwe buren hadden gekregen. Het bleek te gaan om de familie Korbach! De weg terug was ingeslagen.

Jammer eigenlijk dat Fritz nooit een standbeeld heeft gekregen.

GERT LAMMERINK

Gert Lammerink (1962) schrijft deze wekelijkse column op persoonlijke titel. Hij werkt sinds 1988 bij het ANP, was in die periode twee keer chef sport, werkte daarnaast als algemeen eindredacteur en combineert tegenwoordig dat werk met sportverslaggeving. Hij deed verslag van vier Olympische Spelen (2002, 2004, 2006 en 2008). Daarnaast bezocht hij vele WKś voetbal (1990, 1994, 1998, 2010), EK’s voetbal (1992, 1996, 2000, 2008) en verder tal van titeltoernooien in het schaatsen, paardensport en judo.