IN DE SPO(®)TLIGHT

Peter van Egmond, fotograaf Formule 1

Peter van Egmond

Peter van Egmond fotografeerde al bij de laatste Formule 1-race in Zandvoort, in 1985. Hij was er ook bij toen Jos Verstappen in 1994 zijn eerste Grand Prix reed. Sinds 1992 behoort Van Egmond (62) tot de zestig fotografen met een permanente pas in het circuit. Bij de race in Azerbeidzjan gaven veertig van zijn foto’s een Formule-1 sfeer aan het Hiltonhotel in Baku, het epicentrum van de race.

Peter, wat moeten we ons daarvan voorstellen, van die foto’s in het Hilton van Baku?

,,In Baku heb je te maken met een stratencircuit. Daar ligt het Hilton middenin, met het perscentrum in een van de grote zalen van het hotel. Omdat ik vorig jaar ver daarvandaan mijn hotel had, vroeg ik de Nederlandse manager van het Hilton of we in het hotel met mijn foto’s een Formule 1-sfeertje konden creëren, met als tegenprestatie dat ik daar kon overnachten. Dat is dit jaar gelukt.”

Wat viel er te zien?

,,Door het hele hotel stonden 35 schildersezels uitgestald met foto’s, historische foto’s, sfeerfoto’s. In de bar en de lobby hingen foto’s aan de wand.  Die foto’s waren allemaal te koop. De afrekening moet ik nog wel krijgen.”

Hoe ben je in de Formule 1 beland?

,,Mijn vader had al iets met auto’s. Toen ik 22 was heb ik mijn racelicentie gehaald. Ik had dan wel een licentie maar geen auto.  Met die licentie kreeg ik overal toegang bij races op het circuit van Zandvoort. Op een gegeven moment heb ik een spiegelreflexcamera gekocht en ben ik gaan fotograferen. Zo kwam ik in contact met Autovisie Magazine waarin ik rond 1980 mijn eerste publicaties had, een crash en een overzichtsfoto.”

En hoe ging dat verder?

,,Fotograferen was lange tijd een bijbaantje voor mij. Voor Autovisie deed ik rally’s en nationale autosport. Bij de laatste Grand Prix van Nederland in 1985 was er een extra fotokaart beschikbaar. Dat werd mijn eerste Formule 1-race. Ik moest wel naar de achterkant van het circuit. Daar maakte ik een foto van Niki Lauda en Alain Prost op het Scheivlak. Dat werd meteen de foto op de cover. Pas in 1989 was ik weer bij een Formule 1-race. Vanaf 1991 heb ik mijn rode pasje, de permanente pas voor races in de Formule 1.”

Wat houdt dat in?

,,Onder de zestig pashouders worden de hesjes voor pitlane en pitwall verdeeld. Het betekent wel dat je bij driekwart van de  races aanwezig moet zijn om je pasje te behouden.”

Volg jij alle races?

,,Ik heb contracten met vier opdrachtgevers waarmee ik mij verplicht bij elke Formule 1-race te fotograferen.  Daarmee is het voor mij financieel gedekt. Bij de vier races die nu gereden zijn, was ik de enige Nederlandse fotograaf. Bij de Europese races zal het wel drukker worden met fotografen. Gemiddeld zijn het er, denk ik, zo’n tachtig.”

Hoe toegankelijk zijn de coureurs voor de fotografen?

,,Dat varieert. Voor Formule 1 Magazine hadden we in Azerbeidzjan een interview met Romain Grosjean, een Zwitser die koken als hobby heeft. Het interview ging vooral over koken en daar wilden we ook een toepasselijke foto bij. Daarvoor ging hij graag naar de keuken van het team.”

En Max Verstappen?

,,Max is wel meer gefocust. Hij weet wat ie wil en wat van hem wordt verwacht. Wat Max betreft is het ook zo dat Red Bull, zijn team, een eigen marketing strategie voert. Red Bull heeft daarvoor een contract met Getty Images, dat met vier fotografen werkt. Ik heb dan weer het voordeel dat ik in opdracht van het management van Verstappen mag fotograferen. Ik heb dus als enige niet-Getty-fotograaf toegang tot Max. Maar ik vraag hem zelden wat.  Ik fotografeer Max het liefst zoals hij is, niet geënsceneerd. Ik ben ook niet zo’n veredelde fan, die het liefst zelf met Max op de foto wil. Zo’n foto heb ik niet eens.”

 

HENK MEES

Fotograferen van de Formule 1 vergt ook improvisatie, tweede van rechts Peter van Egmond.