SCHOT VOOR DE BOEG

Méér dan voetbal

Zondag zag ik de veertiende WK-finale voetbal uit mijn leven. Op televisie, net als die betoverende middag uit 1966 toen Helmut Haller, Wolfgang Weber en Uwe Seeler het moesten afleggen tegen Bobby Moore, Geoff Hurst en Martin Peters. Van een WK voetbal wisten we toen nog niet veel in Nederland. In 1938 hadden we voor het laatst meegedaan.

Sinds 1974 maakt het WK, de andere landen noemen het World Cup en wereldbeker dan Coupe du Monde, echt deel uit van ons collectieve geheugen en van onze beleving. Nederland verloor in München de WK-finale. Tranen vloeiden, maar sindsdien kleurden zomers oranje, in dit plots voetbalgekke land. In de tussenjaren deed het volk hetzelfde bij de EK’s, die Euro88 of Euro2000 heetten.

Verslaggevers konden aan die opgang van het Nederlands voetbal, dominant in de jaren tussen 1970 en grofweg 2010, veel status ontlenen. Wie wilde meetellen in het sportjournalistieke bastion, deed voetbal. Jack van Gelder versloeg basketbal en atletiek op de radio, maar hij werd de stem van het voetbal. Ben de Graaf was idolaat van biljarten, deskundig op atletiekgebied, maar zijn faam, om niet te zeggen reputatie, kreeg hij met zijn kritische beoordeling van het Nederlands voetbalelftal.

Het was net als in de sport. De jongetjes (tegenwoordig ook meisjes) gaan eerst op voetbal. Het is de volkssport nummer één, waarna de afvallers goed worden in wielrennen, tennis of volleybal. We hebben op deze plek al eerder het verhaal opgehangen van de vele sportjournalisten die zich puur op voetbal richten en de enkele andere die zich specialiseert in de ‘sporten zonder parkeerkaart’ zoals oud Parool-collega Rob Fleur dat altijd betitelde. Geen misverstand: dat was denigrerend en kleinerend bedoeld.

Enfin, we weten na deze vijf weken weer hoe groot voetbal is in de wereld en ook in Nederland. De NOS maakte er een groot nummer van, zelfs zonder Nederlands elftal. De VRT, uit hetzelfde taalgebied, zal ook veel Nederlands bezoek hebben gekend. Nederlanders als zoon en vader Mulder zaten daar het Belgisch elfal – ons surrogaat-team – te becommentariëren.

Het waren meeslepende weken. Zonder dat je het echt van plan was, liet je je door die WK meenemen. Voetbal is ook meer dan voetbal immers. Het is kennis van landen krijgen. De Volkskrant, mijn krant, had een voortreffelijke jonge correspondent in Moskou, Tom Vennink, door wie je veel van het land leerde kennen. Algemeen verslaggever Hassan Bahara was meegestuurd met het Marokkaanse elftal dat teleurstelde. Althans naar de maatstaven die wij Nederlanders altijd plakken op de afvaardiging van een elftal. Dan moet je ‘ver’ komen, anders ben je suf of onbetekenend.

Om nog eens de betekenis van voetbal, qua succesbeleving, te schetsen, wil ik wijzen op Kroatië en Frankrijk, de finalisten van deze WK. In Kroatië is waterpolo de andere volkssport (zoiets als schaatsen bij ons). Denk aan de polocaps die de voetbalsupporters droegen, die badmutsen met oorbeschermers. Maar ik heb nooit een beeld gezien van een volksoploop bij de wereldtitel waterpolo die de Kroatische mannen in 2017 in Boedapest veroverden. Na het WK-zilver van zondag werd Kroatië volkomen gek. De huldiging zou vijf uur in beslag hebben genomen.

Dan Frankrijk, een land dominant in handbal tegenwoordig. De mannen en de vrouwen zijn wereldkampioen. Ja, Bercy en Metropole de Lille liepen in 2017 vol voor deze helden en de voorpagina van l’Equipe was de dag erna voor de handballers. Maar een Champs-Élysées zo volgepakt als maandag, geen denken aan.

Voetbal is, zo schreef Hans Vandeweghe nog eens in De Morgen, de grootste mondiale sport. Daarover waren Donald Trump en Vladimir Poetin het in Helsinki ook al eens.

 

JOHN VOLKERS

Vicevoorzitter NSP