SCHOT VOOR DE BOEG

Sport zonder parkeerkaart

Bij het radioprogramma Langs de Lijn was het vroeger een gevleugelde uitdrukking: het sportevenement zonder parkeerkaart.

Het was een vondst van toenmalig chef Ferry de Groot, de droogkomiek die daarmee fijntjes duidelijk maakte dat er behalve A-sporten en B-sporten ook nog een categorie evenementen was die eigenlijk niks voorstelde. Kon je ergens zonder parkeerkaart naar toe, dan kreeg je – zeker als er elders in het land werd gevoetbald - maar mondjesmaat zendtijd op de radio.

Ik had mazzel. Atletiek was een sport waar je op voorhand je accreditatie en je parkeerkaart kreeg toegestuurd. Wielrennen zonder parkeerkaart is ondenkbaar, gezien de overweldigende chaos in vertrek- en aankomstplaats. Schaatsen in Thialf? Alleen met een geldig bewijs mag je je auto in de buurt van het ijspaleis stallen. Best handig trouwens met alle apparatuur die je als radioverslaggever met je meezeult. In die jaren ben ik trouwens ook wel eens naar een voetbalstadion gestuurd. Zelfs met parkeerkaart moet je dan soms nog een aardig eind lopen.

Afgelopen weekend had ik een primeur. Ik werd voor Langs de Lijn op liefst twee sportevenementen afgestuurd zonder geplastificeerde accreditatie, zonder uitgeprint A-viertje waarmee ik zou kunnen parkeren, zonder polsbandje of welk onderscheidingsteken dan ook. Zie maar hoe je binnen komt, kreeg ik te horen. Dat mag geen probleem zijn bij het marathonschaatsen en bij de bekerfinales in het volleybal, werd er nog bijverteld.

Zaterdagavond in Deventer kon ik de auto bijna recht tegenover de ingang van kunstijsbaan De Scheg parkeren. Ik was nog maar net binnen, stond daar even met voormalig topmarathonschaatser Peter de Vries te praten, of ik kreeg al een broodje kroket in mijn handen geduwd van één van de medewerkers van de organisatie. Boven was alles al ingericht om hoog en droog te kunnen werken. Na mijn vraag of ik ook langs het ijs kon zitten, omdat dat een stuk sfeervoller radiomaken was dan vanuit een glazen kantoor, werd door een collega die de livestream verzorgde meteen ruimte gemaakt aan een tafel – mét tv-monitor en jurycomputer – net achter de finish. Om startlijsten en een frisdrank hoefde ik me niet druk te maken. Die werden keurig langs gebracht. Service van de zaak.

In Zwolle ging het een dag later van hetzelfde. Er waren genoeg parkeerplekken vrij, pal voor de entree van de volleybalhal. Bij binnenkomst werd ik door een medewerker van de volleybalbond linea recta naar een omloop gebracht met goed uitzicht op het speelveld. Hij regelde meteen een tafel en een hoge kruk om het radioplekje voor die middag te faciliteren. De persman van de bond kwam daarna buurten en bracht me op de hoogte van de laatste nieuwtjes uit het wereldje. De persmap was completer dan compleet. Na afloop was er alle medewerking bij het maken van interviews op de speelvloer. Nog vóór de huldiging, het zweet gutste van de gezichten.

Sporten zonder parkeerkaart. Dat klinkt denigrerend en zo was het in het verleden ook bedoeld. Maar wat is het een verademing om als verslaggever weer eens evenementen te mogen bezoeken waar niet alles tot in den treure is voorgekauwd, waar regels niet altijd regels hoeven te zijn, waar improvisatie en bereidwilligheid de boventoon voeren. Waar je gewoon heerlijk kunt werken in een omgeving die je de indruk geeft dat je van harte welkom bent.

Komend weekend begint het Vlaamse wielerseizoen, dan gaan we weer de georganiseerde chaos van de koers in. Business as usual. Ik ben benieuwd of de parkeerkaarten, de stickers voor op de auto en de accreditatiebewijzen deze week op tijd in de bus vallen.

Gio Lippens
Voorzitter NSP