SCHOT VOOR DE BOEG

We gaan van hype naar hype

Omdat ik vanaf 1963 in het vak zit, heb ik nogal wat ontwikkelingen meegemaakt waar de jongste generatie geen weet van heeft. Vooral de positie van de schrijvende pers veranderde enorm. Kopij werd ooit doorgebeld naar de steno, de telex was een ander hulpmiddel en voor de fax was er eerst nog de telecopier. En de gelayoute kopij van mijn blad Voetbal International werd jarenlang per treinbrief van Rotterdam CS naar NS-station Doetinchem gebracht waar drukkerij Misset resideerde. Daarna kwam de computer met z’n tempoverhoging en intussen bepaalt de mobiele telefoon met zijn tekst-, beeld-, blog- en vlog-informatie het sociale media-klimaat.

Door deze ontwikkeling is het (sport)journalistieke speelveld totaal veranderd. Leefden aanvankelijk de schrijvende pers en de rtv-journalistiek in een min of meer parallelle wereld, inmiddels zijn de gedrukte media door teruglopende oplages in zwaar weer terechtgekomen. Als gevolg van de grenzenloze mogelijkheden, die de computer en de sociale media bieden zijn nu radio en tv aan de beurt. Men luistert minder, men kijkt minder. Voeg bij dit alles de vergrijzing van de mediaconsument en de bovengeschetste ontwikkeling is geduid. Grosso modo is er een verschuiving opgetreden naar snel en kort met de daaruit voortvloeiende oppervlakkigheid, die ook ontlezing bij weer andere tekst- en beeldaanbieders genereert.

Reageren de gedrukte media en de rtv-zenders, die lijden onder de afnemende belangstelling adequaat? Een eenduidig antwoord is er niet. Special interest-bladen doen het goed, de Linda’s en een blad als Helden. En emo-sportboeken als Kieft en Gijp, die hun succes vooral danken aan de sandwichformule waarbinnen ze worden gepromoot in aanpalende tv-programma’s. Want verder weg gaat de tv-programmering, met steeds weer diezelfde BN-ers, die hun kunstje nog maar eens komen afdraaien vaak niet. Typerend voorbeeld? Het Nederlandse vrouwenvoetbal wint met aanstekelijk voetbal van de gevreesde EK-concurrent Noorwegen. Daags daarop staat zowel op radio als tv niet die sportieve prestatie centraal, maar het feit dat er ruim 2 miljoen tv-kijkers waren. En ’s avonds gaat het bij Jinek nauwelijks over de prestatie van het Nederlandse vrouwenelftal, maar over Johan Derksen die zijn ongezouten denigrerende mening over voetballende vrouwen herziet. Twee miljoen kijkers en Derksen, die zijn mening herziet – tel uit je winst! Idem dito de jonge Formule 1-piloot Max Verstappen. Voordat hij in beeld kwam waren autoraces bepaald geen media-item van groot belang. Maar Max presteert een paar keer veelbelovend en Formule 1-races zijn ineens uren- en dagenlang top of the bill. Ander voorbeeld: Abdelhak Nouri, de 20-jarige Ajacied, die getroffen wordt door hartfalen met als gevolg een fatale hersenbeschadiging die een einde maakt aan zijn  voetbalcarrière. Wat die jongen is overkomen is uiteraard vreselijk. De overweldigende, dagenlange aandacht voor zijn lot is echter alleen te verklaren uit de massaliteit van de media (gedrukte pers, tientallen rtv-zenders op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau, sociale media) waardoor zelfs zo’n tragisch voorval het karakter krijgt van een hype. Net als bij die voetbalvrouwen, bij Kieft, bij Gijp, bij Johan Derksen en bij Max Verstappen. In die mediafase zijn we met z’n allen terecht gekomen.                        

 

Joop Niezen (gastcolumnist)

Ex secretaris NSP bestuur