SCHOT VOOR DE BOEG

TOPSPORT IS HYPE

 

Het is grappig dat die hele hype rond het afgelopen EK voetbal voor vrouwen precies samenviel met de maatschappelijke genderdiscussie.

 

Op stations en in de trein mogen we niet meer worden aangesproken op ons geslacht, zijn we geen dames en heren meer. Maar de media in ons genderneutrale land werden de afgelopen weken gedomineerd door het vraagstuk of vrouwenvoetbal wel moet worden gezien als een volwaardige equivalent van het spelletje bij de mannen.

 

Ik heb me daar hooglijk over verbaasd.

 

Het zal best dat handelingssnelheid en fysieke kracht nogal verschillen. Dat de ontwikkeling van het voetbal voor vrouwen minder ver is dan bij de mannen. Dank je de koekoek. Dat is bij heel wat meer mondiale sporten het geval.

 

Tot aan de Spelen van Los Angeles in 1984 mochten vrouwen niet deelnemen aan de Olympische marathon, ze zouden niet gebouwd zijn voor die lange afstand. Het eerste WK voetbal voor vrouwen werd pas in 1991 gespeeld, 61 jaar na het eerste mondiale toernooi voor mannen.. Die historisch gegroeide achterstand op technisch en tactisch gebied haal je niet zomaar in.

 

Maar wat maakt het uit dat er verschillen zijn?

 

Zijn we hier in Nederland minder enthousiast over een medaille voor Dafne Schippers, omdat ze de 100 meter een goeie seconde minder snel afwerkt dan een topper bij de mannen? Heb ik tijdens de Olympische Spelen in Rio ook maar één moment de behoefte gevoeld om vraagtekens te plaatsen bij de tomeloze inzet van de Nederlandse handbalvrouwen, ook al zouden die het fysiek op alle fronten afleggen tegen een wereldland bij de mannen? We weten dat het verschil er is, we zouden zo’n onderscheid juist moeten koesteren.

 

Mede daarom was de EK-finale tegen Denemarken zo’n sprankelend schouwspel en geen schaakpartij tussen twee ploegen die bang waren om te verliezen. Zoiets zul je bij grote finales in het mannenvoetbal niet vaak tegenkomen. Dat Willem van Hanegem in zijn column stelt dat hij liever mannen dan vrouwen ziet, moet hij zelf weten. Ieder zijn meug. Maar ik was blij dat ik vorige week donderdagavond de tv had afgestemd op de zinderende halve finale van de Nederlandse vrouwen tegen Engeland, en niet op het zielloze geploeter van PSV in Kroatië.

 

Het is vreemd dat sommige critici van het vrouwenvoetbal hardop roepen dat het succes van het EK in eigen land niets meer is dan een enorme zeepbel, een hype zonder weerga. Alsof het zomerse enthousiasme een negatief stempel drukt op de prestatie van Oranje. Ze zijn zeker vergeten dat de zilveren wereldkampioenschappen van de mannen in 1974 en 1978 ook al gehyped werden. Net als het veelbejubelde EK van 1988 en de WK’s in Zuid-Afrika en Brazilië.

 

Topsport is hype. Dat heeft niet zo veel te maken met komkommertijd of met een briljante mediastrategie. Wanneer het publiek een sportploeg in drie weken tijd massaal omarmt, dan is dat omdat er iets bijzonders is gebeurd, omdat het onmogelijke is waargemaakt. Omdat er een sprookje werd geschreven, en dan maakt het niet uit of het om mannen of om vrouwen gaat.

 

Gio Lippens

Voorzitter NSP