Nieuws

Nog één keer dan: De Grote Vier!

Nog één keer dan: De Grote Vier!

 Een paar weken geleden was Dik van der Meulen bij ons op bezoek. Dik geniet als schrijver de nodige bekendheid. Zo won hij bijvoorbeeld met zijn biografie over Multatuli ooit de AKO Literatuurprijs.

 Dik schreef veel in zijn leven. Soms bedenk je iets dat blijft hangen, vertelde hij, waar mensen het jaren later nog over hebben. Waar je altijd op wordt aangesproken als je ergens komt.

 Of ik weleens zoiets had geschreven vroeg hij.

 Ik keek hem wat meewarig aan. Nou ja, ik schreef ooit dat een ontketende Manuel Sanchez Torres op bezoek bij Den Bosch uit het niets scoorde voor FC Twente, zei ik, met enige zelfspot.

 Maar opeens wist ik het: De Grote Vier!

Ik bedacht die term ooit in aanloop naar het WK van 2010 om samen te vatten dat Van Persie vond dat hij, Robben, Van der Vaart en Sneijder samen in één Nederlands elftal konden spelen. Was niet te offensief. Maar al die namen in de kop werd wat lang.

 De Grote Vier werd een begrip. Er werden columns over geschreven. Tom Egbers sprak op Studio Sport over de Grote Vier, zonder dat het nadere toelichting behoefte. Toen ik weken later het trainingskamp van Oranje in Johannesburg betrad riep Kees Jansma: Kijk, daar hebben we De Grote Vier!

 Maar in de loop der jaren is de storm wat gaan liggen, bekende ik Dik.

 Het was werkelijk van een ongekend toeval dat Sjoerd Mossou in zijn column in AD Sportwereld de volgende ochtend repte van De Grote Vier. Toen de eerste App’s mij bereikten dacht ik dat ik in de maling werd genomen.

 Sjoerd trok bovendien conclusies uit mijn verhaal, die honderd procent correct waren. A: ik schreef het in een opwelling (zie boven), B: het was niet cynisch, maar respectvol bedoeld.

 Sjoerd hield een betoog voor meer waardering voor onze sporthelden. Ooit was ik in de jaren negentig bij een wedstrijd van Oranje op Wembley, waar Gullit, al in zijn nadagen als international, halverwege de tweede helft werd gewisseld. Ik dacht door Dick Advocaat, die volgens mij nog steeds bondscoach is. Hij speelde niet best, Gullit. 80.000 Engelsen kwamen desondanks overeind en gaven hem een staande ovatie.

 Was hij in een thuiswedstrijd gewisseld, dan was hij waarschijnlijk uitgefloten.

 Mensen vergeten snel. Voor mij wordt het daarom tijd na zeven jaar ‘DGV’ weer eens een andere originele vondst te doen. Anders raak ik nog in de vergetelheid.

 

GERT LAMMERINK  

 

Gert Lammerink (1962) schrijft deze wekelijkse column op persoonlijke titel. Hij werkt sinds 1988 bij het ANP, was in die periode twee keer chef sport, werkte daarnaast als algemeen eindredacteur en combineert tegenwoordig dat werk met sportverslaggeving. Hij deed verslag van vier Olympische Spelen (2002, 2004, 2006 en 2008). Daarnaast bezocht hij vele WKś voetbal (1990, 1994, 1998, 2010), EK’s voetbal (1992, 1996, 2000, 2008) en verder tal van titeltoernooien in het schaatsen, paardensport en judo.