SCHOT VOOR DE BOEG

Alibipraat

Toen ik afgelopen vrijdag keek naar de loting van het ‘WK-waar-we-niet-bij-zijn’ zat ik me af te vragen welke van die landen de laatste vijf interlands op rij allemaal hebben gewonnen? En welke landen acht van de laatste negen wedstrijden in een overwinning konden omzetten?

 

Het waren zo maar wat mijmeringen. Desalniettemin blijft het opmerkelijk dat bovengenoemde reeks overwinningen hoort bij het huidige en ó zó bekritiseerde Oranje. Het ging dit jaar immers niet om die acht zeges van Oranje, maar om de nederlagen van 26 maart in Sofia tegen Bulgarije en – in mindere mate - van 31 augustus in Parijs tegen Frankrijk. De 2-0 en 4-0 nederlagen die het Nederlands elftal op die dagen leed, bepalen de nederige positie die we binnen het internationale voetbal moeten innemen. Althans in de komende jaren.

 

 Ik had al eerder die vrijdag een aantal voorbeschouwingen ingesproken voor Chinese websites en al pratend merkte ik hoe groot het verschil in enthousiasme is voor een toernooi waaraan Nederland wél – of niet – deelneemt. Dat gaat van ‘intens’ naar ‘matig’. Bij die gesprekken kwamen ook de desastreuze resultaten van de Nederlandse clubs in Europees verband aan de orde. Als zowel Feyenoord als Vitesse de lijn van de afgelopen maanden doortrekt, dan beleven we voor het eerst in meer dan een halve eeuw een herfst zonder ook maar één Europese zege.

 

En sterker nog, die wedstrijd tussen Feyenoord en Napoli zou wel eens het laatste Champions League-duel in vele, vele jaren kunnen zijn. Want, vanaf komend seizoen moet ook de kampioen van Nederland voorronde-wedstrijden gaan spelen om een plekje in het hoofdtoernooi te bereiken. En dat is iets waar Nederlandse clubs traditioneel uitermate slecht in zijn. Alleen het Ajax van Martin Jol lukte dat in 2010, destijds met een ploeg vol spelers die vermoeid waren teruggekeerd van het WK in Zuid Afrika, maar toch de krachten vonden om een maand later in wedstrijden in Griekenland en de Oekraïne opnieuw te vlammen. Daarmee hun in forse financiële problemen verkerende club reddend van het doen van een aantal ‘noodverkopen’.

 

Maar ….. misschien was het overleven van Ajax in de voorrondes van de Champions League in 2010 wel helemaal geen toeval. Een flink deel van de selectie  - Stekelenburg, van der Wiel, De Zeeuw, maar ook Luis Suárez – was tot in juli op het WK nog volop actief geweest. Een korte vakantie daarna zal hun basisconditie niet veel hebben geschaad.

 

Teams die sindsdien voor dezelfde opgave hebben gestaan, hielden in hun voorbereiding wel ‘een beetje’ rekening mee met de op handen zijnde wedstrijden. Maar toch ook weer niet al te veel, omdat – zoals zo vaak wordt gezegd –  ,,het seizoen nog lang is”.

 

De voorzichtige seizoensvoorbereiding die zo kenmerkend is voor Nederlandse trainers, de angst om ‘in het rood te gaan’…. Het zijn punten die - wat mij betreft - hopelijk allemaal staan in het zogenaamde ‘allesomvattende plan’ waarmee de Algemene Vergadering Betaald Voetbal op 18 december aan de slag gaat. In vergelijking met bijna alle andere competities legt de Eredivisie het wat fysieke fitheid, loopvermogen en duelkracht immers héél duidelijk af tegen de concurrentie.

 

Het goede nieuws is dat al deze punten trainbaar zijn. Ik vrees echter dat we ons die 18e december weer gaan verliezen in bijzaken zoals competitieopzet, het spelen met dezelfde bal, de voetbal-piramide en het al-dan-niet spelen op kunstgras.

 

Van dat laatste punt hebben veel mensen uit de voetballerij een geweldig punt gemaakt. Wat mij betreft is dat een beetje alibipraat. Zo lang er over de nadelen van kunstgras wordt gesproken, hoeven we ons immers niet af te vragen of onze basiswerkwijze eigenlijk niet totaal verouderd is.

 

Dit jaar haalde Ajax noch PSV de groepsfase van een internationaal toernooi en verloor Feyenoord vijf Champions League-wedstrijden. Alle drie clubs spelen en trainen op de beste grasvelden van Nederland. Een beetje flauw dus om kunstgras de schuld te geven van hun falen.

 

Jan Hermen de Bruijn

Bestuurslid NSP