Nieuws

IJSCH heeft het goed in de vingers

Binnen een dag of wat een marathon op natuurijs organiseren, bij de schaatsverenging IJSCH in Haaksbergen draaien ze er hun hand niet meer voor om. Als een geoliede machine zorgden bestuur en vrijwilligers ervoor dat de Eerste Marathon Op Natuurijs (EMON) maandagavond, net als vorig jaar trouwens, na een paar nachtvorsten alweer kon worden uitgeschreven.

Liefst 85 perskaarten verstrekte de organisatie aan de fotograferende, schrijvende, filmende, vloggende en bloggende collega’s. ,,Ongeveer net zo veel als vorig jaar”, zegt Helen Voortman. ,Het is volgens mij heel goed verlopen; ik heb geen wanklank gehoord.”

Dat is ook niet vreemd, want de marathonschaatsers én de media waren naast circa 3000 toeschouwers voor de zevende keer te gast op het sportpark Scholtenhagen. De organisatie is zo goed dat er intussen permanente Wifi in het clubgebouw van de schutterij hangt om het journaille zo veel mogelijk van dienst te zijn. Zelfs voor de reportagewagens, nodig voor de diverse live-uitzendingen, waren aggregaten beschikbaar.

Vincent Jannink, fotograaf en videoreporter namens het ANP, kan de uitstekende werkomstandigheden alleen maar beamen. Hij was maandag op drie pekken aanwezig voor ijsreportages. Voordat de ijsdikte in Haaksbergen werd gemeten, maakte hij een nachtelijke reportage in Noordlaren en een impressie van de eerste schaatsers op het ijs van de Ryptsjerksterpolder (waar prompt een man voor zijn lens door het ijs ging).  

,,Nederland wordt gek als er ijs ligt”, zegt Jannink. ,,Vooral mensen in de gepensioneerde leeftijd zijn in zekere zin ontoerekeningsvatbaar als de schaatskoorts de kop op steekt. Dan gaan ze het liefst al na één nachtje vorst het ijs op.”

Na de eerste ijsmeting stapte hij in de auto voor een tweede meting in Noordlaren, maar die tocht kon hij halverwege afbreken. De Eerste Marathon Op Natuurijs zou na het terugtrekken van Noordlaren sowieso in Haaksbergen worden gehouden.

En dat beviel Jannink prima. ,,Het was nog beter georganiseerd dan vorig jaar, met name in de perszaal. De verzorging was uitstekend, met soep en consumptiebonnen. Carl Mureau stapte namens de KNSB met hesjes binnen en iedereen kon aan de slag. Verder kon je heel goed en vrij werken, zonder gedoe. De mensen daar snappen dat je journalisten zo goed mogelijk moet faciliteren en ze verder rustig hun gang moet laten gaan. Heel knap voor een organisatie van vrijwilligers dat ze zoiets binnen de kortste keren voor elkaar krijgen.”

GERARD DEN ELT