Nieuws

De meneer van de krant

Daar stond ik dan. Op een reguliere maandagavond tussen alle gewichtheffers en CrossFitters. Voor mij niets geks, want zelf doe ik ook aan CrossFit. Maar dit keer was ik voor het Noordhollands Dagblad op bezoek bij twee gewichtheffers die mee zouden doen aan het NK voor masters. Het is alweer even geleden, maar toch blijft die bewuste avond er eentje om te onthouden. En eigenlijk kwam dat niet eens door het interview.

Het interview was prima, goed voor een leuk verhaal in de zaterdagkrant. Maar vlak voor het interview gebeurde het. Terwijl ik even stond te kletsen met één van de gewichtheffers, kwam de andere NK-ganger ook binnengewandeld. Hij had zijn zoontje meegenomen, omdat er thuis geen oppas was. Zijn zoontje, ik schatte hem rond de twaalf jaar, bleek goed gebekt.

Terwijl ik de ene gewichtheffer vroeg waar we het beste konden gaan zitten voor het dubbelinterview, hoorde ik het zoontje van de ander roepen:  ,,Is de meneer van de krant er al?”

Ik lachte even en draaide me om. ,,Het is een mevrouw, mag dat ook?”, zei ik terwijl ik mezelf voorstelde. Het jongetje lachte en wist even niet wat hij moest zeggen. Zijn vader vulde de stilte op. ,,Dit is Lisa, zij is de mevrouw van de krant en doet straks het interview. Ook vrouwen schrijven namelijk over sport, gaaf hé,” vertelde hij zijn zoontje.

Ha, beter had ik het eerlijk gezegd niet kunnen zeggen. Hij sloeg immers de spijker op zijn kop. ,,Dat is ‘cool’,” zei het jongetje tegen zijn vader. Even leek de tiener zelf een journalist: hij stelde allemaal vragen over mijn werk.   

Eigenlijk vond ik zijn vraag – liever gezegd veronderstelling – over de ‘meneer van de krant’ niet eens zo gek. Een van de vragen die ik vaak krijg gaat daar immers over.  ‘Sportjournalistiek, dat is toch alleen voor mannen? Mijn antwoord is altijd duidelijk: Welnee! Dat lijkt misschien zo, omdat er inderdaad veel mannen zijn die over sport schrijven of op televisie te zien en te horen zijn.

Maar zoals Dione de Graaff laatst al zei in een interview in ’t wordt nu laat’ op Radio NPO 2 zei:  ,,Voor mij is er geen verschil of je man of vrouw bent: zolang je maar weet waar je het over hebt. We doen net alsof het nieuw is dat een vrouw sportjournalist is. Dat is natuurlijk niet zo.”

En zo is het maar net. Het is niet nieuw dat vrouwen in de sportjournalistiek werken. Maar er mogen er best nog wat meer bij. Dat blijkt echter niet gemakkelijk. Sinds mijn studie journalistiek, die ik op mijn 16e begon en op mijn 20e afrondde, vraag ik me al af hoe we daarvoor kunnen zorgen.   

Als ik eerlijk ben weet ik het antwoord nog steeds niet. Ik vind het vooral belangrijk dat de passie voor het vak diep vanbinnen zit. Als je als vrouw sportjournalist wilt worden, dan moet je er simpelweg voor gaan. Wat daarbij wellicht kan helpen, is wat inspiratie van ons: de vrouwelijke sportjournalisten en NSP-leden. Laten we eerlijk zijn: inspiratie en meer informatie is het halve werk.

Wellicht kan het nieuwe platform ‘Vrouwen in Sport’, opgericht door Suuz Amijs,  ons daar ook een handje bij helpen. Collega-sportjournaliste Linda Derksen gaf op die website al een mooi inkijkje in de week van een sportjournalist. Het zijn de kleine dingen die uiteindelijk voor meer aandacht zorgen. Laten wij, het kleine groepje vrouwelijke sportjournalisten, ons daarvoor inzetten.

Want zoals onder andere Gerard den Elt en John Volkers al meerdere keren hebben gezegd: er mogen best wat vrouwen bij. En ja, bij die woorden sluit ik me graag aan.

LISA DEEN