Nieuws

De rayonhoofden aan het woord

Het Elfstedenbestuur heeft in februari 1996 de kans op een Elfstedentocht laten lopen door ten onrechte de rayonhoofden niet voor een tweede keer bij elkaar te roepen. Oud-voorzitter Henk Kroes trekt hiervoor het boetekleed aan in het boek ‘IJsmeester, mannen achter de schermen van de Elfstedentocht’. Een jaar later kon de Elfstedentocht wel doorgaan, voorlopig voor het laatst.

Het is voor het eerst dat Henk Kroes toegeeft dat het Elfstedenbestuur in 1996 een verkeerde beslissing nam. Het Elfstedenbestuur was huiverig voor de reacties van het publiek, mochten de rayonhoofden zich gedwongen voelen opnieuw ‘nee’ zeggen omdat de risico’s te groot zouden zijn.

Kroes vindt dat achteraf een verkeerde inschatting. ,,We hadden de rayonhoofden vaker bij elkaar moeten roepen. Het is niet gezegd dat de Elfstedentocht dan was doorgegaan, maar het punt is: we hebben het niet geprobeerd.”

Het boek laat zien wat er achter de schermen van de 'Tocht der tochten' gebeurt, gezien door de ogen van de toenmalige ijsmeesters. In twintig verhalen vertellen de rayonhoofden over de momenten die hen het meeste zijn bijgebleven. Een van hen is Henk Kroes.

De aanleiding voor journalist Bas Sleeuwenhoek om het boek te schrijven is het afscheid van een aantal rayonhoofden en hun assistenten. De afgelopen vijf jaar zijn er vijftien met pensioen gegaan, ongeveer een derde van de organisatie. Het Elfstedenbestuur raakt daardoor veel ervaring kwijt. ,,Deze mannen zijn allemaal groot geworden op het ijs”, zegt   Sleeuwenhoek.

Kroes is een van de twintig ijsmeesters die journalist Bas Sleeuwenhoek voor zijn boek heeft geportretteerd. Sleeuwenhoek noemt de oudere ijsmeesters een apart slag volk. ‘Het zijn allemaal bazen. Oud-hoofden van gemeentewerken of aannemers: mensen die over genoeg personeel en materieel beschikten om het ijs te kunnen prepareren.’

De ijsmeesters hebben veel respect voor de natuur, geloven vaak nog in de invloed van de maan op het weer, en zijn technisch onderlegd. Luppo Wolthuis, oud-ijsmeester van Sneek, is een goed voorbeeld. Hij bedacht allerlei machines en werktuigen, zoals de kwalsterkrabber, een schaaf om bobbels van het ijs te halen.  In 1986 voorkwam Wolthuis een ramp op de Fluessen, een meer bij Gaasterland, toen het ijs tijdens de Elfmerentocht in stukken brak en hij duizenden schaatsers in zijn eentje de goede kant op stuurde.

Aan het boek werkte ook Sytse Prins mee, de ijsmeester van de Elfstedenvereniging. Hij schetst hoe een volgende Elfstedentocht kan verlopen. Alle deelnemers dragen dan een helm en een hesje in twee kleuren, om ze te onderscheiden van zwartrijders. Bij kluunplaatsen worden beveiligers ingezet om zwartrijders te onderscheppen. Het gaat om maximaal honderd Elfstedenwachten of ‘ijssmijters’.