Nieuws

Beperkingen in Bundesliga irriteren Duitse media

,,Ik ben bang dat de afstand tussen de voetballerij en de media nog groter wordt dan hij nu al is.” Oliver Schmidt spreekt die vrees uit na drie weken waarin de Bundesliga vier speelrondes zonder publiek heeft afgewerkt. De commentator en eindredacteur van het ZDF heeft in die periode net als zijn schrijvende collega Frank Lußem van Kicker de gevolgen van het nieuwe werken ervaren. De mixed zone bestaat niet meer en zelfs interviews voor radio en tv gaan via een beeldverbinding.

Door Jan Leerkes

,,Ik sta niet meer in de file rond het stadion. Dat is het enige voordeel van wedstrijden zonder publiek.” Frank Lußem viert in oktober zijn veertig jarig jubileum bij Kicker en maakt weer een revolutie in de sportjournalistiek mee. Voor het bekendste sportblad van Duitsland is hij opnieuw clubwatcher van 1. FC Köln, nadat hij in het verleden ook langdurig tot de vaste volgers van Bayer Leverkusen behoorde.

Davy Klaassen (Werder Bremen) wordt op afstand geïnterviewd door een verslaggever met mondkapje. (Foto: ANP/ DPA)

,,We moeten ons niet alleen identificeren bij het betreden van het stadion, maar via ons voorhoofd wordt ook gemeten of we koorts hebben. Tevens ondertekenen we uitgebreide gezondheidsverklaringen, waarin we bevestigen geen Corona te hebben en de weken ervoor niet in aanraking te zijn geweest met mensen die waren besmet. Er wordt gecontroleerd dat we uitgebreid onze handen wassen en de laptop wordt gedesinfecteerd.”

Zo mag hij als één van de weinige gelukkigen de thuisduels van Köln bezoeken. Zijn werkgever is immers één van de vier print- en onlinemedia die voor alle wedstrijden in de Bundesliga een perskaart krijgen. Behalve Kicker zijn dat Bild en de persbureau’s DPA en SID. Zij mogen de vaste volger van de thuisclub afvaardigen. Dit is door de Duitse profliga (DFL) besloten om reizen zo veel mogelijk te beperken.

Die afweging is eveneens leidend bij de verdeling van de overige zes perskaarten. Lußem: ,,Neem de ontmoeting van Köln met Mainz. Toen waren de overige accreditaties voor een regionale journalist uit Mainz, de Süddeutsche Zeitung, de Kölner Stadtanzeiger, Express en Geissblog; een internetsite die zich richt op Köln. Maar voor de derby tegen Düsseldorf mocht die er niet in, omdat er twee vaste volgers van Fortuna werden toegelaten in plaats van één: van de Westdeutsche Zeitung en de Rheinische Post.”

Deze verslaggevers zien elkaar, maar spreken doen zij amper. ,,Tot mijn verbazing moeten we constant een mondkapje dragen, want niemand komt dichter dan vijf meter bij elkaar”, aldus Lußem. ,,We kunnen alleen terecht op de perstribune en op de ons toegewezen plaats zitten.” Daar blijft het bij. ,,Wanneer de wedstrijd is afgelopen, mogen we op de tribune werken tot we toegang krijgen tot de persconferentie via een beeldverbinding. De vragen daarvoor melden we via de mail of per whats app en de perschef stelt onze vragen aan de trainer. Dat is de manier waarop we die te spreken krijgen. Spelers zijn er alleen voor de tv. Zo werkt het ook bij uitduels, want die kijk ik thuis en dan krijg ik erna toegang tot de online persconferentie.”

Tandenknarsend heeft hij zich hierbij neergelegd. ,,Ik moet erkennen dat Köln de basisvoorzieningen heeft geregeld, want door-de-weeks kan ik wel bellen met spelers. De perschef let erop dat dit lukt. Zo heb ik recent nog contact gehad met Ismail Jakobs (degene die besmet was met COVID-19, jl), Benno Schmitz en Jan Thielmann. Verder staan de trainer en manager steeds tot onze beschikking. Ik heb het geluk dat ik hoofdzakelijk afga op mijn eigen waarnemingen en minder afhankelijk ben van quotes. Als die van groot belang zijn voor je werk, heb je het momenteel erg moeilijk. Hoe gek het daarom ook mag klinken: ik mis het meest de discussies met collega’s in de perskamer en mijn collega’s van Kicker die de tegenstander volgen. Die zitten vaak naast me op de tribune. Dergelijke gesprekken worden in ons vak onderschat, omdat we te weinig beseffen dat we daardoor niet in een tunnelvisie belanden.”

Ook voor Oliver Schmidt vroegen de laatste weken veel van zijn improvisatievermogen. Hij was in die periode eindredacteur, commentator ter plekke en commentator in de studio in Mainz voor Das Aktuelle Sportstudio van het ZDF. Vooral dat laatste is nieuw. ,,Van de publieke tv-omroepen mag er slechts één het stadion betreden. Het betekent dat de ARD op zaterdagen bij de half vier wedstrijden is en wij aanwezig zijn bij de topper van half zeven ’s avonds. Als je een middagduel krijgt toegewezen, volg je dat vanaf een scherm via een beeldverbinding. Daarop is ook de persconferentie te zien, waarbij wij net als de schrijvende journalisten de vragen per mail of whats app insturen.”

Zo komen voorts de spelersinterviews tot stand. Schmidt: ,,De betaalzender, meestal Sky, is ter plekke en mag als eerste, waarna de DFL zelf de Engelstalige gesprekken voert voor buitenlandse rechtenhouders. Tot slot zijn dan de publieke omroepen aan de beurt. De interviews voor de ARD worden meestal gedaan door de radiocommentator die op de tribune zit. Vervolgens doen wij dat vanuit de studio. De spelers kunnen ons dus niet zien. Dat is natuurlijk slecht. Er komt nog eens bij dat we alleen functionarissen en profs kunnen aanvragen. Als de club dat afkapt, doe je er weinig aan. Ik wilde Jochen Schneider (technisch directeur van Schalke 04, jl) graag spreken, omdat het zo slecht gaat met de club. Als ik in een stadion ben, kan ik na een afwijzing in elk geval nog proberen om hem op andere gedachten te brengen. Nu gaat dat niet.”

Toch vindt Schmidt dat niet eens het ergste van de nieuwe tijd. ,,Wij mogen nu niet meer met eigen camera’s de stadions in. Die registreerden de gebeurtenissen die de DFL niet wil benadrukken. Je kunt dan denken aan de protesten tegen Dietmar Hopp of het afsteken van vuurwerk. Ik vrees dat de profliga gelukkig wordt van onze afwezigheid en het ook in de toekomst blijft verbieden. Ik ben bang dat het een voorbeeld is dat de afstand tussen de voetballerij en de media nog groter wordt dan hij nu al is. Dat Corona een ontwikkeling versterkt die overigens al gaande is en clubs kritische volgers nog minder ruimte zullen bieden om zelf verslag te doen.”

Verder zijn er de kleine irritaties. Net als voor Lußem is voor Schmidt het mondkapje hiervan een voorbeeld. ,,De collega’s van Sky moeten zelfs commentaar geven met een mondkapje voor. Dat vind ik raar, want iedereen zit op grote afstand van elkaar en we werken in de buitenlucht. Verder mis ik de publieksbeleving in de stadions. Nu merk je pas goed dat die emotie óók deel uitmaakt van onze berichtgeving.”

Overigens heeft het Verband Deutscher Sportjournalisten (de Duitse NSP) in samenwerking met ongeveer twintig landelijke en regionale mediaorganisaties een appel gedaan op de politiek en de profliga om het aantal journalisten van print- en onlinemedia en vooral het aantal fotografen dat wordt toegelaten tot het stadion te verhogen. Er mogen nu slechts drie (!) fotografen per wedstrijd hun werk doen. ,,Lezers betalen voor journalistiek en mogen optimale berichtgeving verwachten. Daarbij horen foto’s met verschillende invalshoeken. De genomen maatregelen rond het Corona-virus hebben hun uitwerking gehad. Daardoor zou er op dit gebied een verruiming mogelijk moeten zijn”, zo staat in een statement van deze organisaties geschreven.