Nieuws

Smeltkroes van culturen

Als ik het even helemaal heb gehad met de verwoestende onverdraagzaamheid, met Twittergetier, met raaskallende rappers en het agressieve toontje in de zwart-witdiscussie, met op hol geslagen media en het gebrek aan nuance, met activistische columnisten die iedereen met een afwijkende mening als tokkie of racist wegzetten, met Arie Boomsma én met de vraag wie nou de oprechte (ex-)voetballers zijn en wie de hypocriete – dan denk ik graag even aan Simon Kistemaker. 

Dat leg ik uit.

Ik zag laatst een reusachtige afbeelding van hem op de muur van De Vijverberg. Het nieuwe schilderwerk is gebaseerd op de cover van mijn boek over de man die in de Achterhoek net zo populair is als Bennie Jolink. De quote die ernaast gedrukt staat: ‘Gewoon je kloten eraf werken.’

Ik had De Kist in 2015 en 2016 een tijdlang op de voet gevolgd en me nooit gerealiseerd dat ik zoveel mensen daar een plezier mee zou doen. We wonnen er zelfs een prijsje mee.

Voor de laptopjournalisten onder ons: Simon Kistemaker is een cultfiguur uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Hij wordt ook wel De Schepper van Het Kistendom genoemd. Dat is uiteraard poëtisch bedoeld. De trainer maakte voetbal niet te ingewikkeld. Van hoog druk zetten had hij nog nooit gehoord; hij liet zijn ploeg óveral druk zetten. Het fenomeen tussen de linies bestond voor hem niet; alleen een frontlinie. Daar liet hij standaard een kopsterke en een beweeglijke spits stampei maken, ergens viel een bal tussen en dan stak de storm op.

Kistemaker was trots op het zoveelste eerbetoon, vertelde hij zondag, toen ik hem belde. Zijn opmerking dat hij is vereeuwigd in het stadion waar hij kampioen werd en tussen 1989 en 1993 zijn mooiste tijd heeft beleefd, kreeg opeens een zwaardere lading. Ik hoorde hem slikken. Hij is namelijk bezig met overleven. Dat was hij vorig jaar ook al. Hij onderging een hartoperatie en net toen hij zijn rug opnieuw wilde rechten, werd hij getroffen door weer een andere vorm van de ziekte die hij een paar keer eerder dacht te hebben overwonnen. En dan is er ook nog dat tijdbommetje in zijn hoofd, een tumor die niet weggehaald kan worden. 

Tot overmaat van ramp is zijn tweede vrouw Thea – zijn eerste overleed eveneens aan kanker – nóg harder getroffen. Zij was zijn grote steun en toeverlaat geweest de afgelopen jaren en nu probeert hij, zo broos als-ie zelf is, sterk te zijn voor haar. ‘Ik heb altijd geknokt’, mompelde hij. ‘Dat blijf ik doen, tot ik erbij neerval.’ Maar ik miste de strijdbare ondertoon in zijn karakteristieke bromstem.

Hij is weleens omschreven als een rauw voetbaldier met ouderwetse opvattingen. Daarmee doe je hem tekort. Spelers liepen weg met Kistemaker, een motivatiekunstenaar van de buitencategorie. Het gaat vaak over zijn successen bij De Graafschap en Telstar, maar de knapste prestatie leverde hij misschien wel tegen het eind van zijn carrière bij Türkiyemspor. De Amsterdamse amateurclub – een smeltkroes van culturen – haalde onder zijn leiding de top van Nederland. Het waren bepaald geen koorknapen die hij tot zijn beschikking kreeg. Hij werkte met Surinamers, Turken, Marokkanen, Antillianen en mondige ras-Amsterdammers. Zijn keeper kwam uit Armenië. Dat was wat anders dan de jongens-van-de-gestampte-pot uit de Achterhoek.

Toch maakte de voormalige gymleraar er één geheel van door veeleisend maar goudeerlijk te zijn. ‘Wat ik zo knap vond: Kistemaker verdiepte zich in verschillende culturen’, zei spits Regillio Simons daar later over. ‘Hij was een Turk onder de Turken, een Surinamer onder de Surinamers en een Marokkaan onder de Marokkanen.’

Harde humor en zelfspot zaten bij Kistemaker in het basispakket; politieke correctheid en wegkijken niet. Nagemaakte types pikte hij er zo uit. Wie zich even vergaloppeerde, pakte hij aan. En dat werd dan ook geaccepteerd. Omdat hij niet keek naar kleur of afkomst. Hij behandelde en beoordeelde iedereen als mens. Het leven werd er niet alleen een stuk overzichtelijker door, óók aangenamer.

Nadat ik had opgehangen, zondag, wenste ik heel erg tegen beter weten in dat hij en zijn vrouw alsnog gezond gaan worden. Maar ik dacht ook: de voetballerij zou op dit moment een paar Kistemakers heel goed kunnen gebruiken.

YOERI VAN DEN BUSKEN