Nieuws

Thijs Smeenk (ANP): Tikken tussen de homofobe spreekkoren

Sportverslaggever Thijs Smeenk (ANP) zet zich al jaren in voor de John Blankenstein Foundation, waarvoor hij sportclubs en scholen bezoekt om met jongeren in gesprek te gaan over de acceptatie van homoseksualiteit. Trouw’s nieuwe sportchef John Graat interviewde Smeenk over het streven naar diversiteit, de bestrijding van racisme en de acceptatie van seksuele minderheden.

In een boeiend verhaal in Trouw roept Thijs Smeenk onder meer de KNVB en de clubs op om meer daadkracht te tonen. Smeenk vertelt ook hoe hij opgroeide in het gelovige dorp Hoevelaken, waar veel mensen homoseksualiteit raar vonden. ,,Ik vond het zelf ook vies. Ik durfde het woord niet eens uit te spreken.”

Thijs Smeenk

Toch wist Thijs Smeenk op zijn 13de dat hij op jongens viel. Hij voetbalde met passie, maar stopte op zijn 16de. Hij hoorde in de kleedkamer hoe er over homo’s werd gedacht, en dacht dat hij met z’n geaardheid niet in die wereld paste.

Hij is 37 jaar en veertien jaar uit de kast. Een paar jaar geleden pakte hij het voetbal weer op. ,,In het achtste elftal van Hoevelaken. Het was even spannend toen ik weer begon. Het bekende grapje is dat homo’s onder de douche expres zeepjes laten vallen. Mijn vrienden in het team hadden daarom rond mijn eerste wedstrijd drie zeepbakjes hoog op een venster gezet. Iedereen kon erom lachen. Het ijs was gebroken.”

Na zijn coming-out dacht hij aanvankelijk dat hij niet meer in die sport kon werken. ,,Het is een machowereld waar ik me niet veilig voelde. Dat zat in de grappen en opmerkingen, de sfeer op de tribune. Er was niemand homoseksueel, er waren geen voorbeelden. Ik had in mijn hoofd: dat kan niet in deze wereld. Als ik ermee naar buiten kom, heb ik een groot probleem.”

Hij beschrijft in Trouw ook hoe het is om te werken tijdens wedstrijden waarin homofobe spreekkoren klinken. ,,De eerste wedstrijd van dit jaar waarbij ik op de tribune zat, was NAC-PSV, voor de beker. Er waren regelmatig spreekkoren over homo’s. Ook in de vijf wedstrijden erna tot de coronabreak hoorde ik in de stadions homofobe spreekkoren. Ach joh, trek het je niet aan, hoor ik dan. Hoe is dat voor een voetballer die op het veld staat en homo is? Die kijkt wel uit om uit de kast te komen: dan maar ongelukkig doorvoetballen. Er is veel verborgen leed in het voetbal.”

Smeenk zegt in Trouw blij te zijn met de discussie over racisme in het voetbal. ,,Maar ik bespeur ook een dubbele moraal. Ik begrijp het: zwarte spelers zijn zichtbaar en homo’s zijn dat niet. Maar homofobe spreekkoren hebben op homo’s in het stadion hetzelfde kwetsende effect. Als je het niet aanpakt, komt er nooit iemand uit de kast. Het is helaas nog nooit gebeurd dat om die reden een wedstrijd werd stilgelegd.”

Thijs Smeenk zegt tegen John Graat te geloven in vooruitgang. Waar bij zijn eerste toernooi na zijn coming-out, het EK voetbal in 2008, voor zijn gevoel nog het hele stadion ‘Luca Toni is homo’ zong, doet de laatste jaren nog maar een deel van het stadion dat. Zeker bij de jongere generaties trainers en voetballers bemerkt hij een tolerantere houding.

Al vier jaar lang gaat Smeenk met andere vrijwilligers van de John Blankenstein Foundation langs sportverenigingen, vooral voetbalclubs, maar ook middelbare scholen. In workshops maken ze het thema bespreekbaar bij trainers, begeleiders, bestuursleden en spelers.

Smeenk: ,,In het begin was het trekken aan een dood paard. Ook bij de KNVB vonden ze aandacht heel lang niet nodig. Nu realiseren ze zich dat het een grote schande zou zijn als ze niets met dit thema doen.”

Toch mist hij nog een type als Messi of Ronaldo die een rolmodel zou worden. “Het zou ons verhaal zoveel sterker maken. Het blijft frustrerend als mensen zeggen: ze zijn er niet. Misschien zouden topspelers zelf eens een statement kunnen maken, maar ook de KNVB en de clubs mogen wel wat meer daadkracht tonen.”

Lees hier het hele interview van John Graat met Thijs Smeenk: