Nieuws

De Telegraaf ‘Vooraan bij Max’ tijdens Grand Prix Oostenrijk

Telegraaf-verslaggever Erik van Haren zal vanuit Oostenrijk verslag doen van de eerste Grand Prix van het Formule 1-seizoen. Zijn aanwezigheid was voor de krant reden een foto van Van Haren samen met Max Verstappen dinsdag op de cover van Telesport te zetten, onder de kop ‘Vooraan bij Max’.

Van Haren is aanwezig bij de eerste drie races van het seizoen, twee in Oostenrijk en een in Hongarije. Het worden Grand Prixs zonder publiek en met heel weinig media, aldus De Telegraaf.

Autosportfederatie FIA nodigde de krant uit om erbij te zijn, als een van de weinige media.

Ivo op den Camp (De Limburger), samen met Olav Mol behorend tot de oudgedienden in het korps van Formule 1-verslaggevers, zegt er ook graag bij te zijn geweest. “Al was het alleen al voor de sfeer.” Het lijstje van kanshebbers was echter beperkt tot circa 15, het aantal liefhebbers een veelvoud. “Gewoonlijk komen er zo’n 500 tot 600 journalisten op een Grand Prix af.”

Op den Camp zegt de keuze voor De Telegraaf te kunnen billijken. “Van de geschreven media in Nederland is de krant niet alleen de grootste, maar heeft ook het langste een permanente accreditatie voor de Formule 1.’’ Die zogenoemde rode pas voert nog terug naar de jaren van Telegraaf-verslaggever Co Dijkman in de jaren 70 en 80.

Op den Camp, al actief toen Jos Verstappen zijn debuut nog moest maken in de Formule 1, zegt nu de races vanachter de televisie te volgen. Zijn informatie haalt hij bij de - afgeschermde – videoconferenties voorafgaande aan het raceweekeinde, na de vrije trainingen en kwalificatie en na de Grand Prix. “Ik heb een hele lijst met inlogcodes en wachtwoorden gekregen. Het is ten strengste verboden om die te delen.”

Hij heeft niet de illusie dat hij bij eventuele aanwezigheid in Oostenrijk rechtstreeks contact zou kunnen hebben met Max Verstappen. Coureurs en leden van de teams worden volledig coronaproof afgeschermd. “Maar als er een kans is dat ik er na drie races wel bij kan zijn in Engeland of Spanje, dan doe ik dat graag.”