Nieuws

Wim Jesse overleden, profvoetballer, perschef, journalist én IOC-kandidaat

Wim Jesse verdient wel iets meer dan een vermelding in een ANP-overzicht.

Ik zie hem zo nog zitten aan het bureau van de sportredactie in het pand aan de Casuaristraat in Den Haag, in het midden van de eerste verdieping met ‘zijn’ jongens, zorgvuldig door hem geselecteerde talentvolle journalisten, om hem heen.

Impressie van: Sportpanorama 11 November 1972, Wim Jesse (foto: ANP/ NIBG)

Voordat hij bij de GPD kwam werken had hij al een luisterrijke carrière achter de rug. Hij had niet veel aansporing nodig om anekdotes uit die tijd op te diepen en deed dat dan met een fijn gevoel voor dramatiek – onder meer over een blote Ruud Gullit. In zijn jonge jaren was hij een talentvol voetballer: van zijn tiende tot zijn negentiende speelde hij bij Ajax. In die periode werd hij twee keer geselecteerd voor het toenmalige Nederlandse UEFA-jeugdelftal voor spelers van 16 tot 18 jaar. Toen een echte doorbraak naar het eerste elftal van Ajax uitbleef, speelde hij nog een tijdje als ‘klein profie’, zoals hij het zelf noemde, voor Blauw-Wit en Haarlem, voordat hij kiest voor de journalistiek – Het Vrije Volk.

Die krant is in die tijd, net als het toenmalige dagblad De Tijd, een vruchtbare akker voor journalistiek talent waarvan de GPD later meerdere vruchten heeft kunnen plukken (Jesse, Van Zweeden, Knol, Wilbrink). Een opmerkelijke stap is het wel voor Wim want hij was, nadat hij de MULO had doorlopen en daarna het Lyceum A, opgeleid tot gymdocent aan het bekende CIOS in Overveen en haalde daarna ook het trainersdiploma B.

Op 7 december 1966 staat Wim op de door een dikke mist omgeven middenstip van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Het is de dag van de historische wedstrijd van Ajax tegen Liverpool (5-1). Omdat Wim deze avond behalve voor Het Vrije Volk ook werkt voor de collega’s van de bevriende VARA, mag hij het veld op. (Zie onder)

Schnabbelen doet hij ook. Op 15 maart 1969 maakte hij zijn debuut als medewerker van ‘De Scheidsrechter’, het officiële orgaan van de centrale organisatie van voetbalscheidsrechters waarvan de roemruchte Ir. A. van Emmenes hoofdredacteur was en NRCV’s ‘Sport op Zaterdag’-coryfee Jaap Bax voorzitter van de redactiecommissie. In nummer 16 van de 35e jaargang van het blad wordt Wim - ‘ook bekend van radio en tv’ - bij de lezers geïntroduceerd, in een kadertje naast zijn eerste bijdrage, een recensie van het optreden van de Franse scheidsrechter Machin in de historische wedstrijd van Ajax tegen Benfica in het Parijse Stade de Colombes, met zo’n dertigduizend dolenthousiaste Ajax-fans op de tribunes.

Nationale bekendheid krijgt Wim als verslaggever en presentator van AVRO’s Sportpanorama en daarna het ANP. In september 1982 verlaat hij de journalistiek en wordt voorlichter/woordvoerder van de sectie betaald voetbal van de KNVB. Uitgerekend aan het begin van het in het jaar dat het Nederlands Elftal het grootste succes in zijn geschiedenis haalt – 1988 - wordt Wim door de KNVB aan de kant geschoven ten faveure van Fred Racké.

Het ontslag is landelijk nieuws, helemaal als blijkt dat er wat schimmige machinaties in de Zeister bossen aan ten grondslag liggen. Nog voor Oranje in Duitsland Europees kampioen wordt, heeft Wim een nieuwe baan: manager van FC Twente. Het is een huwelijk dat maar kort standhoudt. In februari 1989 berichten de kranten dat de wegen van de club uit Enschede en de oud-voorlichter van de KNVB zich scheiden. ,,Jesse wilde niet ingaan op de aanleiding’’, schrijft het ANP. De KNVB en FC Twente; aan een van de twee, of aan beide, dat staat mij niet meer bij, houdt Wim de zeilboot over waarmee hij en zijn gezin er ’s zomers graag op uitgaan.

Ik neem aan dat Wim, eenmaal terug uit het oosten van het land, door Paul Hollaar is gevraagd om leiding te geven aan de sportredactie van de GPD.

Helemaal na de aansluiting van de VNU-dagbladen rond de eeuwwisseling beschikt de GPD, en daarmee de aangesloten kranten, niet alleen over ’s lands grootste sportredactie, maar ook over een aantal van de beste specialisten op deelterreinen als wielrennen, voetbal, schaatsen, volleybal en atletiek.

Het is een van de grote verdiensten van Wim dat hij zoveel talenten herkende en heeft helpen groeien.

De ervaring die Wim heeft opgedaan bij de KNVB en FC Twente komt hem goed van pas in het wespennest dat ‘Sport’ bij de GPD vaak is. Er zijn altijd hoofdredacteuren van aangesloten kranten die om andere dan journalistieke redenen hun sportverslaggevers kandideren voor een plek in de ‘voetbalpool’ die Ajax of Oranje volgt, voor het Tour-team of voor de Olympische ploeg.

De keuze die de ‘Sportcommissie’ van de GPD uiteindelijk maakt, op voordracht van Wim, geeft geregeld aanleiding tot groot gebakkelei in het College van Hoofdredacteuren, met een hoofdrol voor hoofdredacteuren met een sportverleden als Frans Nypels en Hans van Zenderen. Wanneer het stof in het college is neergedaald en de voordracht ongewijzigd is goedgekeurd, willen hoofdredacteuren graag de blijde boodschapper zijn voor kandidaten die wel zijn geselecteerd.

Wim mag het slechte nieuws brengen en dat doet hij op een manier die ook nu, zoveel jaren later, bewondering afdwingt. Op een rustige, bijna vaderlijke, manier geeft hij uitleg over de uiteindelijke keuze en probeert hij, bijna altijd met succes, de teleurgestelde collega te motiveren om niet toe te geven aan de eerste reactie en het GPD-bijltje erbij neer te gooien. Intussen verzamelt hij aan het bureau in Den Haag zijn eigen redactie van talentvolle allround-sportverslaggevers, een mix van schrijvers en regelaars, die de harde kern vormt van het succes van de GPD-sportverslaggeving in binnen- en buitenland, ook als Wim – het jaar staat mij niet meer bij – bedolven onder loftuitingen het toneel van de GPD heeft verlaten.

Jesse voerde tevens kandidatuur voor het lidmaatschap van het IOC in 1998. De NRC voelde Wim hierover aan de tand:

Kunt u zich voorstellen dat uw initiatief als een grap overkomt?

Jesse: “Als dat zo is, komt dat door de cultuur in Nederland dat zich voor het IOC alleen maar bestuurders en oud-topsporters kandideren. Wij als journalisten zijn veel te bescheiden.”

Hoe kijkt uw werkgever tegen uw kandidaatstelling aan?

“We hebben daar geen topberaad over gevoerd, maar toen ik met het idee aankwam, zeiden ze gezien mijn arbeidsverleden: waarom eigenlijk ook niet.”

Denkt u dat u een kans maakt?

“Ja, anders zou ik dit niet doen.”



JOS TIMMERS, voormalig hoofdredacteur GPD en oud-voorzitter NSP

Zie ook de herinnering van Wim Jesse aan Ajax-Liverpool:

https://www.ajaxlife.nl/articles/2016/12-december-2016/de-mistwedstrijd-waarom-de-ajax-liverpool-toch-doorging