Nieuws

TT Circuit zorgt goed voor media

Bij de TT van Assen biedt het perscentrum plaats aan 300 journalisten en fotografen van kranten, tijdschriften en een toenemend aantal websites dat zich specifiek op motorsport richt. Ongeveer een derde van de plaatsen wordt tijdens de TT bezet door Nederlandse landelijke, regionale en digitale media. Daarnaast zijn er de commentaarhokjes voor radio en tv en is er een tv-compound.

Een groot deel van de internationale media – vooral Italiaans, Spaans en Engels – heeft een vaste accreditatie en is er vrijwel elke race bij. Van de Nederlandse media komt het overgrote deel alleen naar de races in Assen. De accreditatie is de afgelopen jaren aanzienlijk strikter geworden, om wildgroei tegen te gaan en ervoor te zorgen dat alleen nog ‘echte’ journalisten de beperkte plaatsen bezetten.

Het perscentrum van het TT-circuit biedt plaats aan circa 300 journalisten.

Het ene perscentrum is het andere niet. In Spanje en Italië is het over het algemeen ruim en goed, met voldoende tv-schermen, evenals overzees. Het perscentrum in Le Mans daarentegen is een ramp, waar normaal je werk doen nauwelijks mogelijk is.

Er zijn weinig MotoGP’s waar het voor media zo goed is verzorgd als bij de TT van Assen. Eigenlijk is het alleen op de Red Bull Ring in Oostenrijk – die waar dit weekend Max Verstappen de Formule 1-race won en waar begin augustus de MotoGP rijdt – nóg beter geregeld.

Het is helemaal niet zo moeilijk om het media naar de zin te maken, maar andere circuits schenken er simpelweg weinig tot geen aandacht aan. Waar het in zit? In kleine dingen. Bij andere circuits mag je blij zijn als er een koffieautomaat staat, bij het TT Circuit zijn de hele dag door koffie, thee, fris en broodjes te krijgen. De wifi is gratis en stabiel. Er zijn ruim voldoende stopcontacten, de tafeltjes zijn groot genoeg om niet bij een collega op schoot te zitten – hooguit zouden de rijen iets verder uit elkaar mogen – en de stoelen zijn comfortabel. De wc’s zijn schoon en dichtbij. Meer heb je niet nodig.

Inhoudelijk is het op alle circuits hetzelfde geregeld, volgens de regels van organisator Dorna. Op vaste tijdstippen zijn er persconferenties (pre-event op donderdag, front row op zaterdag, na de races op zondag) vanuit de organisatie. Die zijn ook via een betaald internetkanaal van huis uit te volgen.

Persconferentie op zaterdag met de coureurs die op zondag op de eerste rij mogen starten.

Daarnaast hebben teams media-gesprekken van hun rijders die niet in een van die persconferenties zitten. Als de tv-ploegen klaar zijn, is het de beurt aan de schrijvende collega’s. Het is rennen en vliegen van de ene pitbox naar de andere hospitality. Ze allemaal doen, lukt niet, maar met bewust selecteren en samenwerken met collega’s is het te doen om overal je quotes weg te halen.

Om coureurs één op één te kunnen spreken is een aanvraag via de teams nodig. Lang niet alle aanvragen worden gehonoreerd – sommige coureurs doen ook geen één op één-interviews meer – en dan is het handig om contacten en een goed netwerk te hebben.

Winnaar Marc Marquez tijdens de persconferentie na afloop van de MotoGP-race

Valentino Rossi in gesprek met de media in de hospitality-unit van Yamaha tijdens de zogeheten ‘mediadebrief’.

NATASCHA KAYSER

Motorsportverslaggever voor onder meer MotoPlus, GrandPrixRadio.nl en AD. In Assen deed zij voor de 22e keer verslag van de TT-races.