Nieuws

De deadline kan Willem Vissers niet ongerust maken

Voor de wekelijkse rubriek ‘Achter de schermen van de Volkskrant’ volgde voetbalverslaggever Myrel Morskate vorige week Willem Vissers bij de wedstrijd Ajax – Valencia. Centraal thema daarin: de deadline. Hieronder de uitgebreide weergave op de website van De Volkskrant, vijf keer zo lang als in de gedrukte krant:

Vijf minuten na de wedstrijd een stuk met kop, staart en een romantische inslag: dat kan alleen voetbalverslaggever Willem Vissers. Dinsdagavond keken we mee bij Ajax - Valencia in de Johan Cruijff Arena. ‘Mensen zeggen wel eens: jij was snel! En dan denk ik: eigenlijk was ik nóg sneller.’

Willem Vissers (Foto: Guus Dubbelman)

Van de F-side rechts klinkt het geluid van de trommels. Op het veld voor hem vecht Ajax verbeten voor een laatste kans. Willem Vissers zit vooraan in het persvak, voorovergebogen over zijn laptop. Achter hem, naast hem, andere mannen – vooral mannen – van de Nederlandse en de Spaanse pers, met laptops, extra schermen, druk met telefoons.

Recht voor hem strekt de immense Johan Cruijff Arena zich uit; het bijna lichtgevende groene veld, de 50 duizend stoelen met supporters. Het veld krijgt af en toe een snelle scan, maar zijn ogen zijn gericht op zijn scherm. Vissers heeft een deadline, en hij tikt.

Het wedstrijdverslag heeft hij altijd het mooist gevonden om te doen. Hij schreef op zijn 14de al zijn eigen wedstrijdverslagen (‘Van Fortuna Sittard, dat was toen mijn favoriete club’) die hij in een plakboek verzamelde. ‘Er wordt tegenwoordig zoveel gedaan aan analyses, interviews, praatprogramma’s. Maar het gaat mij uiteindelijk om de schoonheid van de wedstrijd. Daar zit alles in: boosheid, tranen, emotie, teamwerk. Het hele leven trekt aan je voorbij.’

Tijdens de eerste helft van de wedstrijd zit hij nog wel eens achterover, lacht met de collega naast hem (een verslaggever van Voetbal International) en schudt zijn hoofd over de scheidsrechter. Vissers: ‘Die man fluit overal voor!’ De laptop zit dan nog in de tas.

Verbanden leggen

‘Ik ga meestal pas in de rust tikken’, zei Vissers al van tevoren. Eerst gewoon kijken, een idee krijgen. In zijn stuk wil hij niet alleen een actieverslag van de wedstrijd, hij wil ook een goede analyse brengen. ‘Daar heb je ervaring voor nodig’, zegt hij. ‘Dan kan je beter verbanden leggen met andere wedstrijden, context geven.’

En wat is een Willem Vissers-stuk zonder een paar goede metaforen? ‘Die ga ik niet van tevoren verzinnen, die komen tijdens het schrijven op. Mensen vinden het wel eens te veel. Vind ik soms ook wel eens. Maar je moet zo snel tikken, je verzint het ter plekke.’

In de 24ste minuut wordt er gescoord door Valencia. Het gebeurt geruisloos. Vissers werkt vaak op het geluid van de Arena  – als hij tijdens het typen gejuich hoort, of een ‘oehhh’, moet hij weer even opkijken. Maar bij een tegengoal in het stadion valt er een stilte als een onverwachts missende traptrede. Geen trommels, geen gezang. Niemand die het benoemt, die ‘1' aan de verkeerde kant op het scherm.

Onmiddellijk na het fluitsignaal voor de rust begint hij te typen. Terwijl de vrijwilligers in blauw op het veld de graspollen terugduwen, tikt Vissers een georganiseerde stroom woorden uit zijn vingers. Alsof het kant en klaar in zijn hoofd geprepareerd is – dat hoofd als een voetbalvortex, gevuld met decennia aan voetbalstrijd, interviews, gesprekken, analyses.

Bloemrijke analyse

Hij denkt nu dat Ajax verliest en de Champions League uitvliegt. Dat kan nog veranderen, maar hij werkt maar in één stuk – alleen dan kan hij er de analyse én zijn bloemrijke stijl in kwijt. ‘Als ik twee versies moet gaan schrijven, stop ik ermee.’

Dat laatste uur is typen, typen, even het veld scannen, typen. Vissers’ gezicht is strak, hypergeconcentreerd. De ogen achter de bril lijken nauwelijks te knipperen als een speler van Valencia over het veld rolt en een oorverdovend gefluit van de tribunes knalt.

Het eindsignaal valt op dit soort avonden bijna samen met zijn deadline. De ergste ooit was die bij de wedstrijd tegen Tottenham Hotspur in mei, waarin de laatste seconden van de wedstrijd nog de 2-3 werd gemaakt tegen Ajax. ‘Had ik vijf minuten om mijn stuk recht te trekken.’

Termen als ‘tovenarij’ en ‘meester van de deadlinejournalistiek’ vallen geregeld. ‘Willem kan dat als geen ander’, zei AD-verslaggever Sjoerd Mossou onlangs bij De Wereld Draait Door. ‘Het wedstrijdverloop beschrijven kunnen we allemaal op een gegeven moment wel. Maar een extra laag met analyse en context schrijven tegen de deadline is heel moeilijk.’

Het doelpunt waar het stadion op hoopt, valt niet. Vissers kijkt nog een laatste keer zijn stuk door. ‘Het erge is, je bent er bijna blij mee, want het is beter voor je stuk’, zegt Vissers. Dan belt hij de krant. ‘Hoi. Ja. Oké!’ En hangt weer op. ‘Het stuk is door’, zegt Vissers. Zijn gezicht ontspant wat, even een kleine glimlach – het is weer gelukt – en dan kordaat de laptop dicht en opstaan. Reacties van de spelers halen.

Vissers ververst tijdens het lopen een paar keer de Volkskrant-site. ‘Dan ben ik ongeduldig’, zegt hij, en lacht om zichzelf. ‘Eindredactie heeft natuurlijk tijd nodig, en ze moeten nog een foto zoeken. Maar toch. Mensen zeggen wel eens: jij was snel! En dan denk ik: eigenlijk was ik nóg sneller.’

Persvoorlichter Miel Brinkhuis, een man met onbeweeglijk gezicht en adelaarsogen, schiet Vissers aan in de spelersruimte. ‘Jij wilde Donny even spreken hè? Ik breng hem zo.’ Van de Beek komt met gebogen hoofd en ernstige ogen aansjokken. Een aangeslagen maar trotse Daley Blind volgt na hem. ‘We horen in de Champions League thuis’, zegt Blind. ‘We hadden meer verdiend’, zegt Van de Beek.

Triomfantelijk

Maar ook in deze bedrukte sfeer, blijft Vissers opgewekt. Als de spelers weg zijn, haalt hij opeens zijn schouders op, en spreidt triomfantelijk de armen richting zijn collega’s. ‘Dan gaan we wel de Europa League doen’, zegt Vissers. ‘Niks tientallen miljoenen per wedstrijd. Lekker voor een miljoentje spelen!’

De veteraan is in zijn element in het stadion, met zijn collega’s, die hij al zo lang kent en met wie hij zoveel voetballiefde deelt dat het meer vrienden zijn. Bij binnenkomst in de perskamer voorafgaand aan de wedstrijd kreeg hij een explosie van welkom. ‘Hé Willem!’, lachten de collega’s van Het Parool, het AD, Voetbal International. Een kale man met pretogen gaf Vissers een klapzoen op zijn kruin.

Eenmaal terug in de mixed zone, aan het einde van de avond, vertelt Vissers zijn collega’s waarom de Europa League veel leuker wordt. AD-verslaggever Mossou – ook hier aanwezig – kijkt glimlachend toe. ‘Willem brengt zijn eigen energie met zich mee.’