Nieuws

Columns en portretten maken Frank Heinen Sportjournalist van 2019

,,Sportschrijver, noem ik me liever. Ik ben helemaal geen journalist”, zei Frank Heinen nadat hij maandagavond op Papendal door de NSP was uitgeroepen tot Sportjournalist van het jaar. De keuze viel op hem vanwege zijn columns, zijn boeken en tv-portretten over voetballers.

Frank Heinen (1985) werkt voor diverse media. Hij schrijft tv-recensies voor de Volkskrant, levert bijdragen aan Studio Voetbal en schrijft over sport in HP De Tijd, VI PRO, Hard Gras, De Muur, Bahamontes en Staantribune. Inmiddels staan ook vier boeken op zijn naam.

,,De mensen bij mij in de buurt vragen zich wel eens af wat die man aan de keukentafel eigenlijk doet. Als ik niet thuis zit te werken doe ik dat in het café of de bibliotheek. Ik kom weinig bij wedstrijden. Omdat ik de sport daardoor met een zekere distantie kan bekijken, heb ik de illusie het soms scherper te zien”, vertelde Frank Heinen bij de uitreiking van de prijs, hem overhandigd door Hélène Hendriks die vorig jaar tot Sportjournalist van het Jaar werd gekozen.

In zijn dankwoord betrok Frank Heinen nadrukkelijk Tom Lagerberg (NOS), die de montage verzorgt en de schrijver herhaaldelijk attent maakt op toepasselijke beelden. ,,Als Tom  Lagerberg weer iets heeft gevonden dat goed bij het onderwerp past, herschrijf ik regelmatig de tekst. Dat werkt al 5,5 jaar heel goed.”

Frank Heinen (rechts) met Hélène Hendriks, vorig jaar de Sportjournalist van het Jaar (Foto: Ronald Speijer)

Met Frank Heinen koos de jury voor een freelancer. In dat verband merkt de jury in het juryrapport op: ‘Het viel ons op dat tegenwoordig ook medewerkers, freelancers of zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel, worden ze naar de laatste mode genoemd) kwalitatief goed werk afleveren. Waar deze mensen vroeger nog werden beschouwd als aanvulling van de sportredacties, spelen ze steeds meer een prominente rol in de sportjournalistiek. Van verslagen, documentaires en blogs tot gesproken en geschreven columns, ze blinken steeds meer uit. Zo goed zijn ze vaak, dat de journalisten die in vaste dienst zijn tot hun teleurstelling meer de rol van eindredacteur moeten vervullen. De medewerkers (laten we ze zo even blijven noemen) vormen niet zelden de parels van de sportrubrieken. Ze rukken op langs alle linies.’

‘Ons oog viel opvallend vaak op deze voormalige ‘vreemde eenden in de bijt’. Daar sprong wat betreft ons als jury (bestaande uit zes mensen) één naam uit. Een jonge man die op veel fronten en in veel media laat zien dat hij over een rijke fantasie beschikt en dat in zeer bloemrijke taal uitdraagt. Het is niet de perceptie die wij allemaal hebben bij een bepaalde sportgebeurtenis of persoon, maar een wonderlijke en vooral uitzonderlijke persoonlijke kijk op de dingen. Zó had ik het nog nooit bekeken. Dat dus. Zijn columns zijn altijd verbazingwekkend, zetten je aan tot denken en doen je naar meer en andere percepties van hem verlangen. Wat ons betreft mag hij op zoveel mogelijk fronten en in zoveel mogelijk media uitblinken.’

De jury bestond uit: Guus van Holland (voorzitter), Chris van Nijnatten, Marco Knippen, Thijs Zonneveld, Henk Hoijtink en Hélène Hendriks.

Henk Mees