Nieuws

Hoe moet het straks in de mixed zone?

Het overlijden van Eddy Pieters Graafland in coronatijd laat Lex Muller terugdenken aan betere omstandigheden. Hoe moet dat straks met de media in de mixed zone, in stadions zonder publiek, vraagt Lex Muller (oud-sportchef bij AD en SBS6) zich in onderstaand opinieartikel af.   

Door Lex Muller

Het overlijden van Eddy Pieters Graafland noopte de kranten tot bladeren in de geschiedenis. Terug naar onder meer 6 mei 1970, die gedenkwaardige avond in Milaan. Als eerste Nederlandse club veroverde Feyenoord de Europa Cup, ofwel de beker met de grote oren. In San Siro wipte Ove Kindvall, toen bijna 27 jaar, diep in de verlenging de bal over doelman Even Williams van Celtic.

De 2-1 voor Feyenoord ontketende een orgie aan lawaai, dat noordwaarts tot boven Rotterdam was te horen. De ongekende triomf markeerde ook de carrière van doelman Eddy PG, inmiddels 36 jaar en als oudgediende voor de finale verkozen boven zijn jongere opvolger Eddy Treytel.

De zet van trainer Ernst Happel wekte vooral in Schotland hoongelach op. Collega Jock Stein van Celtic voorspelde in de aanloop naar de wedstrijd dat de Oostenrijker nog wel eens spijt zou kunnen krijgen van deze actie.

In Italië logenstrafte Eddy PG het Schotse cynisme. Met zijn als altijd degelijke stijl pareerde de Amsterdammer een tweede gelijkmaker van Celtic. De veteraan bewees bij zijn afscheid andermaal zijn reputatie. ‘Ik heb geen betere keeper gekend in een één-tegen-één situatie dan Eddy’, roemde Willem van Hanegem de specialiteit van zijn vroegere teamgenoot. Niet voor niets 47-voudig international.

De necrologie van Eddy Pieters Graafland rakelde de herinnering op aan de ontluiking van het Nederlandse voetbal. Een jaar eerder, in 1969, had Ajax zich al opgewerkt naar de slotfase van de Europa Cup I. Maar op 28 mei in Madrid vertraagde AC Milan, dankzij drie doelpunten van Pierino Prati, op superieure wijze de opmars van de Amsterdammers (4-1). Rinus Michels moest nog twee jaar wachten en knutselen, eer zijn meesterwerk was voltooid.

De jaren zeventig rekenden definitief af met het grauwe verleden, waarin ook het Nederlands elftal zich constant schuil hield in de anonimiteit. Onder aanvoering van Johan Cruijff maakte de voetbalwereld kennis met het totaalvoetbal van Oranje. Het WK van 1974 in West-Duitsland eindigde net niet met de verdiende titel, maar het succes was ontkiemd, al zou het tot 1988 duren, eer de enige prijs op het EK dat zou bevestigen. Met een volgende generatie van sterren, als Ruud Gullit, Marco van Basten, Frank Rijkaard en Ronald Koeman.

De opkomst van Nederland in het voetbal verhoogde ook het aanzien van de vaderlandse media. Nog aanzienlijk minder massaal dan in de volgende eeuw, en daardoor ook dichterbij de ploeg.

Het klinkt tegenwoordig ongeloofwaardig, maar op het toernooi van 1974 kreeg de pers na afloop nog toegang tot de kleedkamer. Een gewoonte, in de jaren zestig in gang gezet door onder anderen Maarten de Vos van De Tijd, als protest tegen de werkwijze van de oudere sportjournalisten.

Er school nog zoveel onschuld in die periode, zo heel ver weg van alle ellende met het corona-virus. Anno 2020 is het niet voorstellen hoe kranten in die tijd nog vrij onbekommerd en ongeremd de gewenste verhalen konden optuigen. Na afloop van een interland een praatje in of bij de kleedkamer met Eddy PG, na die geweldige comeback in San Siro. Of op 3 juli 1974 in het Westfalen Stadion van Dortmund na Nederland-Brazilië (2-0) aan de lippen hangen van aanvoerder Johan Cruijff, na het bereiken van de finale. Geen enkel probleem.

Hoe zal dat straks gaan, als het spel weer is toegestaan? Vermoedelijk nog maanden zonder publiek, maar wellicht ook met een gelimiteerd aantal journalisten in het stadion. Verdringen rond spelers in de mixed zone lijkt vooralsnog uitgesloten. In vergelijking met vroeger hebben de media het al zoveel moeilijker, zeker als ze zijn aangewezen op het eindeloos wachten op een enkele quote van spelers.

De nostalgie droop van de anekdotes over Eddy PG, die steevast in een grijze trui keepte, door echtgenote Teddy en schoonmoeder speciaal voor hem gebreid. Hij droeg ook graag wollen handschoenen, voor een goede en klemvaste greep op de leren bal. Of zoals zijn opvolger Jan van Beveren in Oranje, het liefst nog met blote handen zijn doel verdedigde. Vervlogen details, maar toch wel grappig als kort intermezzo in deze donkere maanden voor het bedreigde voetbal…..