Nieuws

‘Extreem andere Spelen in Tokio’

De internationale sportpersorganisatie, de AIPS, liet zich vorige week informeren over de stand van zaken voor de Olympische Spelen van Tokio. Die van 2020 die wegens de coronapandemie zijn uitgesteld naar 2021. ,,Het worden echt extreem andere Spelen dan jullie gewend zijn”, kondigde IOC-woordvoerder Lucia Montanarella aan.

door John Volkers

Er kwamen velen aan het woord in de videoconferentie met 270 collega’s, maar de belangrijkste stemmen waren van een Italiaanse en een Japanner. Lucia Montanarella, bekend in olympische kringen sinds Turijn 2006, is tegenwoordig de woordvoerder van het IOC, het Internationaal Olympisch Comité. Zij betoogde dat de Spelen zullen doorgaan, maar dat ze ‘anders’ zullen zijn.

Er zijn tot nu toe vier scenario’s gehanteerd, maar daar is er één van overgebleven. Dat is Plan A, er is geen plan B, zei Montanarella haar chef (Thomas Bach) na. In dat scenario wordt niet geleund, zoals overal verondersteld, op de beschikbaarheid van de vaccins van Pfizer, Moderna, Oxford of Janssen.

Maatregel één is de bubbel. Er is gekeken naar bubbels als die van het EK en WK handbal, als die van de schaatstoernooien in Nederland en naar die van het vierlanden-turntoernooi van begin november in Tokio zelf. De gevolgtrekking daaruit: in een bubbel, een megabubbel, moet het mogelijk zijn ‘veilige’ Spelen te houden, ‘voor de sporters en voor de media’ aldus de IOC-zegsvrouw.

De uitvloeiselen van die bubbel zijn evident. ‘Andere’ Spelen staan voor het IOC en de Japanse OCOG voor Spelen met beperkingen. Montanarella, waarschuwend:  ,,Het zal geen piece of cake wezen om straks deze Olympische Spelen te coveren. Er zijn restricties die we nooit eerder hebben gehad op het olympische terrein. Om de veiligheid van sporters en media te behartigen gaan we de bewegingsruimte beperken. We zijn nu bezig alle persplekken op de venues opnieuw in te delen. We zijn een enorme hoeveelheid ruimte en posities kwijt geraakt.”

Bij de herindeling is de ‘2 meter’ voor sociale distancing leidend in het contact tussen pers en atleet. Voor het contact met de andere ‘stakeholders’ , collega’s en vrijwilligers, is 1 meter de voorgeschreven afstand. De pers zal niet bovenop elkaar zitten, dat is zeker. Er zal telkens een stoel ruimte tussen hen vrijgemaakt worden, zoals we inmiddels wel gewend zijn bij het bezoeken van grote evenementen.

De meer beperkte toegang tot de stadions in Tokio heeft zijn consequenties voor het spontane bezoek. Voorheen konden journalisten op de dag zelf kiezen, waar ze heen zouden gaan. Alleen enkele hoogtepunten van de agenda, de basketballers van de VS of de 100 meter sprint met Bolt, waren dan onderwerp van tijdige inschrijving. Dat heette High Demand Ticketing. In Tokio geldt dat straks voor elk sportonderdeel.

Montanarella: ,,De pers moet zich dagelijks vooraf aanmelden voor de onderdelen die zij wensen te bezoeken. Ze worden slechts toegelaten, als ze zich gemeld hebben. Soms zullen we per dag moeten beslissen wie van de pers wel of niet het desbetreffende stadion in mag. Het is nieuw. Het is niet eerder voorgekomen bij de Spelen.”

Op donderdag 4 februari komt het draaiboek (playbooks) uit, waarin alle regels worden uitgelegd. Op 10 februari wordt dit online toegelicht door het IOC. Er zal in het nog lang niet definitieve script worden beschreven hoe de journalisten toegang houden tot de atleten. ,,Zij zijn toch de belangrijkste bron voor jullie verhalen” , aldus Montanarella. Zij voorspelt dat de NOC’s heel beperkend zullen optreden bij de verzoeken om hun atleten ‘live’ te kunnen spreken. De bubbel mag immers niet doorbroken worden.

Vertegenwoordigers van de media verblijven in hotels, reizen met de metro. Het zijn risico’s die in de dagelijkse praktijk de journalisten danig in de weg zullen staan. Het IOC zegt dat in het MPC (Main Press Centre) een ‘aangewezen route’ zal worden aangelegd, waar gevraagde atleten zullen passeren en op afstand vragen kunnen worden gesteld.

Veel zal ook virtueel gebeuren, digitaal vragen stellen door mensen die enkele deuren verderop zitten. Maar wie de moeite neemt naar Tokio te gaan krijgt dat voorrecht. Op tienduizend kilometers afstand dezelfde interviews kunnen meeluisteren, de zogenaamde virtual accreditation, zal, als het aan het IOC ligt, niet mogelijk zijn. Montanarella, een laatste keer waarschuwend tot het gehoor van de sportpers:  ,,Het worden echt extreem andere Spelen dan jullie gewend zijn.”

De slotwoorden van betekenis kwamen van Shinsuke Kobayashi, chef olympische zaken van Kyodo News, in Nederland bekend wegens zijn jarenlange aanwezigheid op de internationale ijsbanen. Hij noemde de toekomst van de Spelen in zijn land niet erg helder. De noodtoestand heeft de Japanse bevolking behoorlijk in de greep. Hij las de cijfers van zijn briefje: 44,8 procent wil uitstel van de Spelen (niet mogelijk, volgens het IOC) en 35,3 procent willen ze helemaal niet meer. Slechts 14,1 procent van Japan hoopt de olympiërs te ontvangen. Turnkampioen Kohei Uchimura sprak in december zelfs de natie toe, om positief te naar de toekomst te kijken.

Twee Uren U zijn er volgens Kobayashi. Allereerst het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) synchroonzwemmen dat begin maart zou worden gehouden. Uitgesteld, zo lazen we een dag later bij de persbureaus. De tweede ‘crunch time’ is de start van de fakkelloop, 25 maart, de ren door Japan met het olympisch vuur. Als die doorgaat, kan de stemming in het land omslaan. ,,We hopen dat zoiets gebeurt”, sprak de Japanse journalist die toegaf een pessimistisch beeld van de olympische toekomst in zijn land te hebben.