Nieuws

Wie handbal wilde zien, moest testen

De geringe media-afvaardiging bij het Europees kampioenschap handbal (mannen) in Boedapest raakt er niet over uitgepraat. Herman Nijman blikt terug.  

Door Herman Nijman 

De handbalheren van Oranje, ze komen eraan. Dat is de vrolijke conclusie van het Europees kampioenschap in Boedapest, dat in de tweede helft van januari is gespeeld. Voor slechts weinig landgenoten op de tribune en nog minder lieden van de Royal Dutch Press.

Nou viel dat best te billijken. Een fors deel van het vaderlandse sportjournaille was bezig met de voorbereidingen op de Olympische Spelen van Beijing en de ongekende helletocht die daar aan vooraf ging. Iedereen besefte vast ook dat het in Boedapest geen plezierreisje zou worden, vanwege de strenge controles op het virus dat ons nu al zo’n jaartje of twee dwars zit. 

8900 forint. Dat was het bedrag dat betaald moest worden voor elke antigeentest, die noodzakelijk was om de wedstrijden van Oranje in de immense MVM Dome te bezoeken. Nou is de forint van nu een beetje de lire van vroeger, 8900 van die florijnen staat voor ruim 25 euro. Maar de handballers speelden tegen alle verwachtingen in wel in de hoofdronde, voor het eerst in de geschiedenis, dus zeven wedstrijden in totaal. Daardoor liep het toch aardig in de papieren. 

Herman Nijman wordt getest. (Foto’s: Henk Seppen)

En dan stonden 8900 forint, betaald in het centrum van de stad, totaal niet in verhouding tot het bedrag dat neergeteld moest worden voor een test in een zeecontainer vlak bij de enorme arena, waar alle vrijwilligers hun stickertjes en stempeltjes moesten halen. Daar werd koeltjes bijna het dubbele gevraagd voor hetzelfde neus-onderzoek. Al vrij snel trapte de Royal Dutch Press daar niet meer in.

De RDP was een bescheiden kwartet, Stef van Veen en Gerben Engelen van Ziggo Sport en Southfields, plus Herman Nijman (Algemeen Dagblad, DPG Media) en Henk Seppen, de enige handbalfotograaf van het land. Zij waren tussen het testen door getuige van een bijzonder toernooi, waarin Luc Steins en Kay Smits Europese bekendheid vergaarden. Twee relatief kleine mannen, die op basis van snelheid en techniek de vaak grote en ietwat grove oppositie de hielen lieten zien. 

Over Boedapest verder niets dan goeds. Enorme stad, gave bruggen over de Donau, prima eten en goulashsoep (uiteraard), en vrijwel iedereen is de Engelse taal machtig.

In het MVM Dome is plaats voor 20.000 toeschouwers.

De MVM Dome werd daar de laatste jaren ‘gewoon’ even neergezet, een complex voor 20.000 toeschouwers. Terwijl amper 3,5 kilometer verderop de László Papp Arena staat te blinken, vernoemd naar een legendarische bokser en goed voor 12.500 plaatsen. Hongarije is gek met sport, zeg maar. 

Voor die testen kwamen schitterende verhalen terug, die door de Ziggo-mannen hoofdzakelijk werden opgehaald voor de deur van het spelershotel. Soms in de snijdende wind, op veilige afstand. Over de keeperstrainer, Gerrie Eijlers, die plots moest invallen. Over doelman en oproepkracht Thijs van Leeuwen, die landelijke bekendheid vergaarde als medisch ontwerper van schedelimplantaten maar vooral een dag na binnenkomst de man van de dag was tegen Montenegro. En een dag later gewoon weer zat te tekenen, omdat de baas dat als voorwaarde had gesteld voor zijn uitstapje naar Hongarije.

Het imposante complex in Boedapest

Maar het ging vooral over, iedereen raadt het al, de besmettingen. Nederland eindigde achter Duitsland als tweede in het ‘corona-klassement’ met twaalf spelers (plus 3 leden rond het team) die na een positieve test gedwongen vijf dagen of langer in het spelershotel zaten opgesloten. Dat zal, samen met de knappe tiende plaats en het fijne toekomstperspectief, het langst blijven hangen van dit gedenkwaardige toernooi.