SCHOT VOOR DE BOEG

Het gevaar van eenheidsworst

Mijn laatste Schot voor de boeg. Het is een afscheid van een tijdperk, in dubbel opzicht. Niet alleen stopte ik vorige maand als voorzitter van de Nederlandse Sport Pers, maar na meer dan een kwart eeuw stapte ik ook uit de sportjournalistiek.

 Maakt het vertrek sentimenteel? Dat niet. Wel kijk ik met een bevoorrecht gevoel op die ruim 25 jaar terug. Want: zo’n beetje alles waarvoor ik na het afstuderen in 1996 het vak in rolde, heb ik kunnen afvinken. Van wereld- en Europese kampioenschappen atletiek tot de grandslamtennistoernooien, van wereldtitelgevechten boksen tot internationale schaatsevenementen en van WK’s turnen tot aan de Zomerspelen: de droom van menig sportliefhebber werd beroepsmatig bewaarheid.

Marco Knippen

 Wat mij echter het meeste voldoening geeft, is dat de evolutie van het vak in zekere zin gelijke tred hield met mijn persoonlijke ontwikkeling. Pure wedstrijdverslaggeving maakte gaandeweg plaats voor onderzoeks- en achtergrondverhalen. Een bewuste keuze.

 De rol, in alle bescheidenheid, van luis in de pels paste bij de verander(en)de tijdgeest in de topsport: voor onrecht, misstanden en ongelijkheid is steeds meer aandacht gekomen, met dank ook aan sporters die een noodkreet slaken of voor wie het rechtvaardigheids- en verantwoordelijkheidsgevoel het moreel kompas vormen. 

 Dat journalistiek onderzoek in de sport raakt ingebed, is een goede tendens. Want duiding en uitdieping zijn het tegengif in de waan van de dag, waarop elk ‘nieuwtje’ op de sociale media al is uitgekauwd, nog voordat de krant is gedrukt of het Sportjournaal er aandacht aan heeft besteed. Een proces overigens dat door ‘digital first’ door de beroepssector zelf is ingeleid en versneld.

 In die, nog altijd, wedren om de eerste te zijn, schuilt echter het gevaar. Hoofdredacties zullen, meer dan vaak nu het geval is, sportjournalisten de tijd en ruimte moeten geven om dieper te graven en zo voor meer (maatschappelijke) impact te zorgen. Het rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan – zoals Herman van Veen dat zo mooi bezong en het beeld dat veel oud-collega’s zullen herkennen – is een valkuil en het recept om lezers, luisteraars en kijkers slechts eenheidsworst voor te schotelen. Eenheidsworst waarmee het bestaansrecht van de professionele sportjournalistiek niet zal worden verankerd, maar uitgehold.

Marco Knippen