Nieuws

WK-voetbal down under, een bijzonder avontuur

Met een select gezelschap journalisten (mannen én vrouwen) - Tjeerd Wiersma (ANP), Jeroen van Barneveld (Nu.nl), Steven Kooijman (De Telegraaf), Tim Hartman (Algemeen Dagblad), Fresia Cousiño Arias (ESPN), Frank Wielaard, Rivkah op het Veld en Susanne Morren (allen NOS) - volgde ik het Oranje van bondscoach Andries Jonker tijdens het WK-voetbal in Nieuw-Zeeland en Australië. Of beter gezegd: mócht ik het WK volgen. Want het was een privilege om te doen. Al betekende het WK-voetbal voor ons ook het WK-vliegen, zoals Jonker zelf stelde. Dat wonnen de Nederlandse journalisten overigens glansrijk van Oranje. De media hadden namelijk niet de beschikking over een eigen chartervliegtuig. Maar dat mocht de pret niet drukken.

Tjeerd Wiersma (ANP), Jeroen van Barneveld (Nu.nl), Koen Greven (NRC), Steven Kooijman (De Telegraaf), Tim Hartman (Algemeen Dagblad)

Zonder morren reisden we het Nederlands elftal achterna. Vanaf het noordelijk gelegen basiskamp in het Nieuw-Zeelandse Tauranga vlogen we al dan niet met tussenstops naar Dunedin. Wellington, Dunedin en Sydney. Om daarna vanaf Sydney uit te komen op de laatste halte Wellington. In Windy Welly eindigde het avontuur van Nederland en dat van ons met in totaal negentien vluchten. In de kwartfinale was Spanje simpelweg te sterk geweest. Al had Oranje met heel veel geluk toch nog verder kunnen komen.

Het was een bijzonder avontuur in twee bijzondere landen. We voelden ons langzaam onderdeel worden van een sport die een enorme ontwikkeling doormaakt. En tijdens het WK nog eens een boost kreeg. Al was het vaak een beetje lachwekkend om te zien dat de FIFA in veel gevallen dezelfde protocollen hanteerde al eind vorig jaar bij de mannen in Qatar. Zo kwam het voor dat we in een perszaal in het zuidelijke Dunedin meer FIFA-medewerkers - of beter gezegd FIFA-vazallen - tegenkwamen dan journalisten. Er reisde zelfs een eigen FIFA-persmevrouw met Oranje mee. Ene Samantha. Die mocht net als het handjevol persmedewerkers van de KNVB zelf beelden schieten en interviews houden op plekken waar de reguliere media niet welkom waren. En dat waren er nogal wat. Veel van dit materiaal werd dagelijks als een soort strooigoed via de sociale media verspreid. Als of het een voortdurende goed-nieuws-show betrof.

Aan ons de taak om naast het goede nieuws over Oranje ook te berichten over zaken die minder verliepen. Die waren er genoeg. Zo was het ene na het andere trainingsveld ongeschikt in de voorbereiding op het WK. Nadat eerder een grasmat in Escharen door glas en stenen was bezaaid, trof Nederland bij het trainingskamp in Sydney een omgeploegde akker aan. Het kon nog gekker. Op het FIFA-veld in het basiskamp Tauranga lag een knalharde plaat waarmee onderliggende pitches van het plaatselijke cricketveld moesten worden beschermd. Daarmee was het ongeschikt om partijen op te spelen. De KNVB wilde aanvankelijk doen voorkomen dat er sprake was van pech. Van onvoorziene omstandigheden. Maar onderzoek van Steven Kooijman leerde ons allen dat dit veld nooit geschikt kon worden gemaakt zonder dat het de cricketmat zou hebben geruïneerd. En dat zouden de Nieuw-Zeelanders nooit hebben geaccepteerd. Mooi detail van Kooijmans verhaal: op de dag dat Oranje vertrok was  Bay Oval alweer van de cricketers.

Tussen de persafdeling van Oranje - met Martine Braam in de hoofdrol - ontstond een soort haatliefdeverhouding. Wij van de media hoopten dat we zo dicht mogelijk bij het elftal konden zijn bij een sport die vaak zelf om aandacht vraagt. Dat ging met enige discussie gepaard, maar naar mate het toernooi vorderde werd de wisselwerking steeds beter. Zo kwamen beide partijen overeen na ieder duel zogenoemde tafeltjessessies te houden. Media konden dan gedurende een uur met twee spelers spreken of met een speler en de bondscoach. Jammer genoeg was er geen vrije keuze, maar werd er gewerkt met een lijstje van namen. Meestal een stuk of zeven. Maar zo was sterspeler Lieke Martens nooit te kiezen. Een reden werd daar niet voor gegeven. We konden haar wel na afloop van wedstrijden in de mixed zone opvangen. En daar stond ze ons altijd keurig te woord. Al kwam er soms een KNVB-medewerker met een zandloper bijstaan. Dan moest er een bus ofzo worden gehaald. Het bekende smoesje dat bij de mannen al jaren standaardgebruik is om te voorkomen dat de pers even écht zijn werk kan doen.

Het Nederlands elftal speelde met wisselend succes en mocht al met al terugkijken op een redelijk toernooi. Het was bovenal een hechte eenheid. En dat gold zeker ook voor de Nederlandse media. En niet alleen tijdens trainingen en wedstrijden. Maar ook in de zoektocht naar geeloogpinguïns en albatrossen. De collegialiteit was bijzonder groot en de onderlinge verhoudingen waren goed. Zonder dat het aan professionaliteit ontbrak. Er is heel hard gewerkt, maar er is ook veel gelachen. Beiden zijn cruciaal om van zo'n bijzonder avontuur een succes te maken. Oranje reikte tot de kwartfinale, maar de Nederlandse media werden wereldkampioen (vliegen).  

 Koen Greven
NRC