SCHOT VOOR DE BOEG

Dark Side

Maandag hadden ik en de andere nieuwe collega’s net de eed afgelegd, toen de hoofdofficier op het parket Noord-Holland zich nog even tot mij richtte en terloops vroeg of ik ook van die opmerkingen had gehad, dat ik naar ‘de andere kant’ was overgestapt. ‘Zo zeggen ze dat toch in de journalistiek, niet?’

Fabian van der Poll

Door Fabian van der Poll

De Dark Side. Een inmiddels ex-collega bij Voetbal International gebruikte de term als eerste toen hij hoorde van m’n vertrek uit de sportjournalistiek. Wel met een knipoog, net zoals ik dat zelf deed, wanneer ik vrienden en collega’s de afgelopen tijd over mijn overstap vertelde. Ik voorvoelde natuurlijk zelf ook wel dat sommigen vakbroeders hun wenkbrauwen zouden fronsen bij de al dan niet opmerkelijke stap die ik zou hebben gemaakt, door aan de slag te gaan als persvoorlichter en communicatieadviseur bij het Openbaar Ministerie.

Ik moest de afgelopen tijd ook vaak denken aan mijn oud-collega Henk Stouwdam bij NRC. Als iemand kon brommen over voorlichters, perschefs, woordvoerder en communicatieadviseurs, dan was hij het. ‘Een totaal overbodige beroepsgroep’, riep hij regelmatig over de redactie. Meestal lag er op dat moment weer een voorlichter dwars bij een interview dat hij voor ogen had. Waar bemoeiden die lui zich mee? We konden toch ook zelf afspraken maken met sporters? Meestal knikten we dan instemmend. In onze ogen hadden we allemaal hinder van deze obstakels, die onverwachts aan de lijn hingen, nijdige e-mails stuurden of in onze ogen de waarheid verhulden of geen interviews toestonden. Een leven zónder voorlichters was toch beter dan een mét, meenden we.

Bij het Openbaar Ministerie heb ik daar ook geen geheim van gemaakt. Ze mochten best weten dat ik woordvoerders heb vervloekt. Ze glimlachten en zeiden dat het andersom niet anders was. Ook journalisten worden vervloekt. Niet omdat ze zaken onthullen, maar wanneer zij bijvoorbeeld belangrijke nuances of feiten weglaten of weer eens een sensationeel stuk hadden geschreven waar nabestaanden van wakker lagen. Ze benadrukten daarbij dat veel journalisten integer zijn en hun werk keurig doen. Eens, dacht ik. Later die middag belden ze dat ik was aangenomen, als ik althans de overstap durfde te maken.

Dat durfde ik. Na twaalf jaar langs de velden te hebben gelopen, namens Haarlems Dagblad, NRC en VI, begeef ik mij sinds vorige week tussen de officieren, beleidsmedewerkers en tal van andere functionarissen. Ietwat onwennig nog, moet ik bekennen, want de mores en de taal hebben tot dusverre nog iets raadselachtigs. ‘Maar je leert snel genoeg wat TGO’s en SGBO’s zijn’, is me door mijn nieuwe collega’s verzekerd. Antwoorden: Team Grootschalige Opsporing en Staf Grootschalig Bijzonder Optreden. Ik schud ze zo uit mijn mouw. Nu nog SLO, HIC en DUT …

Het betekent dat er een einde komt aan mijn bestuursfunctie bij NSP. Van harte zegde ik vorig jaar toe om mij hiervoor in te zetten, niet wetende dat zich in 2023 een totaal ander avontuur zou aandienen waardoor ik net zo snel weer interim-voorzitter af ben.

Het pluche is weer vrij. Wie grijpt z’n kans?

Groet van een ambtenaar