IN DE SPO(®)TLIGHT

Formule1.nl al 30 jaar op pole

Sinds het debuut van Jos Verstappen in de Formule 1 in 1994 weten autosportliefhebbers niet beter of met grote regelmaat valt het magazine Formule 1 op de deurmat. Inmiddels aangevuld met de website Formule1.nl vervult het medium al 30 jaar de rol van betrouwbare informatiebron van al het nieuws in de autosport. Hoofdredacteur André Venema en chef redactie Frank Woestenburg kijken samen terug op de historie en vooruit naar de fraaie racejaren die nog voor ons liggen.

Het magazine is in het leven geroepen in het jaar dat Jos Verstappen begon als testcoureur en later coureur in het team van Benetton-Ford. Was het meteen een doorslaand succes?

Venema: “Dat kun je wel zeggen. De abonneeteller liep snel op, ook omdat de twee eigenaren (Heao-studenten) voor 400 gulden per commercial goedkoop reclametijd op tv inkochten bij ochtendraces van de Japanse en Australische GP om zo het nieuwe magazine te promoten. De truc werkte: het aantal abonnees steeg betrekkelijk snel naar 30.000, in de losse verkoop werd hetzelfde aantal gehaald.”

Frank Woestenburg (links) samen met ex-coureur René Arnoux en André Venema op het circuit van Silverstone in 2017. (Foto Dick Wolkendek)

De afgelopen 30 jaar hebben Nederlandse coureurs wisselende successen gehad in de Formule 1, met als positieve uitschieters vader Jos en zoon Max Verstappen. Hoe heeft Formule1 in die tussenliggende periodes als medium kunnen overleven?

Venema: “Door gedegen verslaggeving, kundige journalisten met een creatieve geest en een groot netwerk in het rennerskwartier. Albers, Doornbos en Van der Garde leverden in het post-Jos Verstappen tijdperk weliswaar geen duizenden abonnees op, maar de basis was en is solide. De entree van Max Verstappen heeft wel voor nieuwe aanwas en interesse in de sport gezorgd. Zo moest de kampioenseditie in 2021 twee keer worden bijgedrukt. Met 25.000 nummers in de losse verkoop is het ons best verkochte nummer ooit.”

Formule1.nl wordt gedragen door zowel het magazine als de website. Is het lastig om in de wereld van het snelle nieuws nog een magazine op de been te houden?

Woestenburg: “Het is een uitdagende tijd, maar we nemen binnen de Nederlandse autosport wel een unieke positie in. Omdat we al dertig jaar bestaan en vanaf het eerste moment bij alle F1-races met eigen verslaggevers aanwezig zijn, worden we als een autoriteit gezien, zowel in de paddock als daarbuiten. Ik durf te stellen dat we ons ook echt weten te onderscheiden van veel andere mediatitels omdat we met ons magazine verder gaan dan het snelle nieuws. Denk bijvoorbeeld aan exclusieve interviews, historische verhalen en technische analyses.”

“Daar komt bij dat we het geluk hebben dat we heel veel loyale abonnees hebben. Dat zijn in de regel mensen die de sport al volgen voor de entree van Max Verstappen. Wat we afgelopen seizoen wel hebben gezien is dat de losse verkoop behoorlijk fluctueert. We hebben het gebrek aan spanning in het kampioenschap teruggezien in de verkoopcijfers. Maar overall zijn we een zeer gezonde titel, in deze tijd volgens mij een goede prestatie.”

Formule1.nl is net als veel andere Nederlandse media inmiddels overgenomen door een Belgische moeder, Roularta. Wat doen de Belgen beter dan Nederlandse uitgevers?

Venema: “Roularta is een zeer prestatiegericht, beursgenoteerd familiebedrijf met de nodige slagkracht, een moderne drukkerij en ambitie. Het is een grote speler, ook in België. De toekomst wordt met een vastomlijnd plan aangevlogen, de liefde voor print is onvoorwaardelijk. Met magazines, websites, radio- en tv-stations worden de communities zoals ze in het bedrijf worden genoemd, via alle kanalen bediend. En met succes.”

Het verslaan van alle races - het worden er steeds meer - op alle continenten is een kostbare aangelegenheid en doet een flinke aanslag op de redactie. Is er voor de komende succesjaren van Max Verstappen nog een verdienmodel te maken in de strijd tegen de talrijke zolderkamerwebsites? Oftewel: blijft Formule1.nl ook de komende tien jaar op pole?

Woestenburg: “Daar gaan we wel voor. Natuurlijk blijft het frustrerend dat wij flinke kosten maken om bij alle races aanwezig te kunnen zijn en dat heel veel plak-en-knipsites die nooit of vrijwel nooit een race bezoeken daarop parasiteren, vaak ook nog zonder bronvermelding. In het voetbal is het niet anders. Toch merken we wel dat we ons ook met de site onderscheiden omdat we juist veel meer brengen dan enkel de goedkope clickbaits.”

“Wij zitten in de paddock, in het hart van de sport, en lezers en bezoekers herkennen en waarderen dat. Onze online bezoekcijfers zitten in de lift, waardoor we ook commercieel interessant zijn. Als merk blijven we volop inzetten op kwaliteit, zowel qua print als digitaal. Tot nu toe blijkt dat de enige juiste aanpak.”