Nieuws

Overdreven gelijkheid

De beste Nederlandse topsporters worden bij de komende Spelen gekort op hun olympische medaillebonussen, zodat die van de paralympiërs kunnen worden verhoogd. Laat ik het ronduit zeggen, ik vind dat belachelijk. 

Het is niet zo dat succesvolle paralympiërs voorheen niets kregen. Drie jaar geleden bedroeg de premie voor een winnaar op de Paralympische Spelen 15.000 euro en die is nu opgetrokken naar 20.000. Dat is 10.000 euro minder dan voor een Nederlander die op de ‘gewone’ Spelen een gouden medaille wint. Bij de volgende edities, over vier jaar, zullen deze bedragen ongetwijfeld hetzelfde zijn. Want we mogen toch vooral niet de indruk wekken dat we bepaalde groeperingen voortrekken of achterstellen.
 
We schieten door…

Hans Klippus

In de topsport gelden de regels van gelijke rechten nu eenmaal niet. De ene prestatie wordt meer bejubeld en (financieel) gewaardeerd dan de andere. Dat heeft onder meer met kijkcijfers te maken en ook met de grootte van de sport en het onderdeel. Er zijn bij de Paralympische Spelen disciplines met niet meer dan vier, vijf deelnemers. Kijk naar de cijfers: de gewone Spelen hadden in 2021 339 medaille-onderdelen en 11.400 deelnemers, de Paralympics 540 onderdelen en 4.400 deelnemers. Dus aan het laatstgenoemde evenement deden beduidend minder sporters mee, maar waren er wel veel meer onderdelen. Mede daardoor ging tweederde van de 74 Nederlandse deelnemers in 2021 met een medaille naar huis.
Simpele conclusie: het is bij de Paralympische Spelen makkelijker een prijs te winnen dan bij de Olympische Spelen. Dan is het toch ook niet zo gek dat winnende paralympiërs, zoals in 2021, ‘slechts’ de helft van de bonussen van de valide sporters krijgen? Zonder hiermee ook maar iets af te willen doen aan hun mooie prestaties. Veel mediamensen zullen het me eens zijn, maar houden begrijpelijk hun mond. Je hebt het al druk genoeg en zit niet te wachten op boze gezichten en vaak onzinnige reacties op social media.

Deze overdreven vorm van gelijktrekken van VWS en NOS*NSF betekent wel dat de sporters die straks bij de grote Olympische Spelen de eer van Nederland het hoogst houden, niet krijgen wat ze verdienen. Als baanwielrenner Harrie Lavreysen in Parijs drie gouden medailles wint, ontvangt hij dezelfde bonus als – met alle respect, hoor je dan te zeggen - een eenmalig winnende breakdancer en maar €10.000 meer dan – ook met alle respect – de gouden paralympiër die een paar weken later maar vier tegenstanders in zijn categorie had.

Natuurlijk is het - laat dat ook duidelijk zijn - vooral triest dat er niet genoeg geld is om én de meervoudige medaillewinnaars bij de gewone Spelen naar behoren te belonen én – als dat dan toch zo nodig moet – de premies van de paralympiërs te verhogen.

En dan schieten we dus door.
Dat geldt trouwens ook voor de benadering van het vrouwenvoetbal. Om vooral maar niet van een ongelijke behandeling te worden beschuldigd, zendt ESPN sinds kort niet alleen alle wedstrijden uit de eredivisie van de mannen uit, maar ook die van de vrouwen. Je hóeft toch niet te kijken, is een begrijpelijke reactie. Maar een echte liefhebber zapt regelmatig langs de sportkanalen en stuit dan weleens op een wedstrijd uit de eredivisie vrouwen op een veld op een kaal, open complex met één - lang niet volle – tribune. Wat een triest, onaantrekkelijk beeld! Mijn goed bedoelde vraag aan de fanatieke voorvechters en aanhangers: is dit echt wat jullie willen en is het vrouwenvoetbal hier wel bij gebaat?

Hans Klippus