Nieuws

Rob Kat (79) stond midden tussen de pikeurs, schaatsers en wielrenners

Verslaggeving van de sport, objectief en onafhankelijk, en de liefde voor diezelfde sport en sporters kunnen soms wel degelijk samengaan, schreef Ype Minkema vorige week in het Noordhollands Dagblad in een necrologie over Rob Kat.

Kat stond als sportjournalist voor die krant vanaf 1972 midden tussen de pikeurs op de drafbaan, tussen de schaatsers op de ijsbaan en temidden van de renners op de wielerbaan of in stad en land, aldus Minkema.

Rob Kat (foto: Joop Boek)

Vorige week zondag overleed hij, in zijn woonplaats Alkmaar. Rob Kat werd 79.

De Zaankanter van geboorte en journalistiek ’opgekweekt’ bij De Typhoon, genoot een grote bekendheid, met name in de wielerwereld en in de paardensport. Hij gaf het grote wielertalent Steven Rooks ooit het beslissende zetje in de richting van een rijke carrière. Kat bezorgde de renner zijn eerste profcontractje. Later won Rooks de klassieker Luik-Bastenaken-Luik (1983), eindigde als tweede in de Tour de France en veroverde hij dat jaar – 1988 - in Frankrijk ook de bolletjestrui.

Met de voetbalsport had hij veel minder. Al schopte hij het nog tot bestuurslid van Telstar, toen die club nog in de Eredivisie uitkwam. Telstar speelde in 1975 een heuse Europese wedstrijd in Polen, tegen Zaglebie Sosnowiec. De voetballers en trainers konden de reis maken, maar er was geen geld om een bestuurslid mee te sturen. De verslaggever nam die rol voor een keer aan. Telstar verloor die wedstrijd met 1-0, aldus Minkema.

Kat volgens hem was een fan van de sport en de sporters. Slecht nieuws was in zijn ogen ook echt slecht nieuws, hij had er een hekel aan. Met pijn in het grote sporthart schreef hij over sporters die op dopinggebruik waren gepakt. Die betrokkenheid maakte hem geliefd bij grote groepen sporters van toen.

Misschien kwam dat omdat de verslaggever zelf sporter was. Ooit nationaal jeugdkampioen atletiek, Nederlands kampioen journalisten op drafbaan - bibberend op de sulky -, en wielrenner.

Al was dat laatste niet zo’n succes. Na drie rondjes om de kerk werd de renner vaak al uit koers gehaald, wegens te grote achterstand. Dat kwam de jury steevast op een paar boze blikken te staan. Even later stond Rob Kat al weer blijmoedig tussen diezelfde juryleden op de wagen voor het verslag van de ’grote jongens’. Het zal toeval zijn, maar na het vertrek van de verslaggever is het met de drafsport en de ’rondjes om de kerk’ hard achteruit gegaan, schreef Minkema.

Kenmerkend voor Rob Kat was volgens hem de naam van de categorie waar hij zijn wielerrondjes reed: de liefhebbers.