Nieuws

Scoop van het jaar met urinestaaltjes

De verdwenen urinestaaltjes na een dopingcontrole bij het EK schaatsen in 1985 leidden bijna 34 jaar tot publicaties die maandag tot ‘Scoop van het Jaar’ werden uitgeroepen. Met deze prijs werden de gezamenlijke inspanningen van De Volkskrant en Andere Tijden Sport/NOS bekroond.

Maud Effting, Mark Misérus en Willem Feenstra (alle drie De Volkskrant) en Kees Jongkind (NOS) waren  verantwoordelijk voor de productie. ,,We waren al een tijd bezig met onderzoek naar doping bij schaatsen toen we dit bij toeval tegenkwamen. Omdat ook Kees Jongkind hiermee bezig was geweest hebben we contact gelegd om zo gezamenlijk tot deze productie over het mysterieuze kistje met urinestalen te komen”, vertelde Willem Feenstra bij de prijsuitreiking.

Dirk-Jan Roeleven (NOS) stipte bij afwezigheid van Kees Jongkind (aan het werk voor Andere Tijden Sport in de VS) aan hoe de productie mede gefinancierd kon worden. ,,Er bleek nog een reservepotje voor onderzoeksjournalistiek bij de NOS te bestaan. Daar hebben we gebruik van mogen maken. Zo hebben we deze productie mede dankzij overheidsgeld kunnen realiseren.”

Jurylid Frits Barend (links) met de makers van de bekroonde ‘scoop’ vanaf links: Willem Feenstra, Mark Misérus en Dirk-Jan Roeleven. (Foto: Ronald Speijer)

Andere beoordeelde kandidaten waren onder meer het gebruik van schildklierhormonen in het schaatsen (Noordhollands Dagblad/ Nieuwsuur), de verrassende transfer van Dusan Tadic naar Ajax (Telegraaf), de Formule 1 naar Zandvoort (Telegraaf) en ‘matchfixing’ door Jillert Anema (Volkskrant). Het ontrafelen van de verdwijning van het gestolen kistje urinestalen sprong bij de juryleden Frits Barend (HELDEN Magazine), Fardau Wagenaar (TC Tubantia) en Yoeri van den Busken (hoofdredacteur Four Four Two) het meest in het oog. De jury had wel enige twijfel.

Zo schrijft de jury:  ‘Meteen ook zien we hoe zo’n onthulling schuurt. Het nieuws is hard: dopingflesjes waren verdwenen, maar de conclusies en vragen naar het waarom bleven iets te veel hangen in veronderstellingen. Slachtoffers Yvonne van Gennip en Ria Visser reageerden terecht verontwaardigd dat zij ineens in verband werden gebracht met doping omdat de flesjes hun urine bevatten. Veel kijkend naar korte misdaadseries concluderen we: er was een dader, de dokter, die zich niets meer herinnerde. Er was een plaats delict, het ziekenhuis, waar het misdrijf is gepleegd.  Er was een ‘wapen’ de gestolen flesjes. En er waren twee slachtoffers, de sporters, die zich tegen schimmen moesten verdedigen. Daardoor was er een soort open einde. Dankzij de feiten en de kritiek kiezen we het stelen van de dopingflesje tot scoop van het jaar.’