Nieuws

Michel van Egmond vraagt aandacht voor Braziliaanse straatkinderen

In de sloppenwijk Faz Quem Quer, een van de vele ‘favela’s in Rio de Janeiro, bestaat sinds kort een schooltje met de naam ‘Escolinha Feyenoord’. Het is een project van Robert Smits die zich al ruim dertig jaar inzet voor kansloze straatkinderen in Brazilië. Boekenschrijver en journalist Michel van Egmond draagt daaraan bij door voortdurend aandacht te vragen voor de financiële noodzaak om  het werk in Brazilië te steunen.

Escolinha Feyenoord (Feyenoord School) is een school annex voetbalproject in de gewelddadige, armoedige en vergeten sloppenwijk Faz Quem Quer. Kinderen tussen 12 en 15 jaar kunnen daar ontvluchten aan de criminaliteit. Het project heeft de naam van de Rotterdamse club gekregen omdat het een initiatief is van Robert Smits, geboren in Rotterdam en opgegroeid in Bleiswijk.

Eerder zette hij een soortgelijke voetbalschool op in de favela Pedra Lisa, die de naam ‘Espaco Cultural SPARTA – Escolinha da Pedra Lisa’ kreeg. ,,Geen enkele Braziliaan kan het woord Feyenoord (‘Finoord’) uitspreken. Om het toch een beetje Rotterdams te houden koos hij toen nog voor de naam Sparta”, vertelt Michel van Egmond.

Michel van Egmond brengt het ontwikkelingswerk van Robert Smits al jarenlang onder de aandacht in de hoop daarmee donaties los te weken, bijvoorbeeld via de website www.helpmijleven.org. ,,Ik kom al vanaf 1992 in Brazilië, zowel privé als voor mijn werk. Zodoende maakte ik kennis met Robert Smits en met wat hij daar doet. In de jaren tachtig behoorde hij tot de eerste generatie zware Feyenoord-hooligans, hij zat echt bij de harde kern van Vak S. Toen hij op zijn eentje een wereldreis maakte en in Rio terecht kwam, kreeg Robert een soort brainwave en besloot hij zijn leven helemaal om te gooien.”

In diverse artikelen, onder meer in Voetbal International en Hard Gras, schreef Michel van Egmond over de inzet van Robert Smits voor de Braziliaanse straatkinderen. Van Egmond: ,,In Rio zag Robert Smits hoe kinderen daar lijm snoven, hoe ze door drugsdealers werden ingelijfd. Om die kinderen te helpen heeft hij alles verkocht en is daar begonnen met brood uit te delen, door een schooltje op te richten, door het voetbal in te zetten voor hun opleiding om ze weg te houden van de criminaliteit.”

Het is vaak vechten tegen de bierkaai daar, constateert Van Egmond. ,,Politie, justitie, de bureaucratie bij de ambtenaren, het blijft moeizaam om daar iets aan te doen in Brazilië. Daar verzet Robert zich tegen, daar spant hi zich voor in. Van de tien straatkinderen die Robert en de mensen van zijn organisatie onder hun hoede krijgen, worden er gemiddeld zes vermoord, drie verdwijnen er en eentje kan nog worden gered. Robert moet 35 keer per jaar naar een begrafenis, maar hij wil niet opgeven. In Brazilië krijgt hij nauwelijks financiële middelen om het werk te kunnen doen. Daar ontbreekt gewoon de interesse hiervoor. Daarom is de hoop vooral gevestigd op donaties uit Nederland.”

Tijdens het WK van 2014 riep Michel van Egmond de Nederlandse journalisten ter plekke op om kennis te maken met het werk van Robert Smits in Rio. Bij die gelegenheid schonk Clarence Seedorf namens een groep Nederlandse weldoeners een cheque van 25.000 euro. Eenzelfde bedrag stond Fatima Moreira de Melo, een goede vriendin van Michel van Egmond, af uit het prijzengeld dat ze verdiend had bij een pokertoernooi.

HENK MEES

Michel van Egmond (rechts) bij Robert Smits in Brazilië