Nieuws

Persoonlijkheid

Op een hobbelige toendra in Peru zag ik hem voor het eerst voetballen. Het was februari 2000, de jonge linkermiddenvelder van Ajax zou die week zeventien worden. Hij sprak netjes met twee woorden en kreeg tijdens een jeugdtoernooi een ridicule rode kaart. ‘Goed leermoment’, zei zijn trainer John van ’t Schip. Uiteraard ging het over de ‘wetten van het internationale voetbal’.  Twee maanden later debuteerde Rafael van der Vaart in het eerste.

In 2004 bereidde het Nederlands elftal zich voor op het EK. Van der Vaart, net 21, zat bij de selectie. De KNVB had Eef Brouwers meegestuurd naar Lausanne als communicatie-adviseur. Toen de spelers zich opmaakten voor de eerste training, stond de voormalige directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst aan de rand van het veld. Van der Vaart liep langs, gaf hem net iets te hard een tikje in zijn buik en zei: ‘Hoe is het, pik?’

Yoeri van de Busken

De blik in de ogen van Brouwers was onbetaalbaar. ‘Ik moet blijkbaar nog even wennen aan de omgangsvormen in het voetbal’, stamelde de man die jarenlang met koninklijke families en politici was opgetrokken.

Ik heb altijd een zwak gehad voor de voetballer en de mens Van der Vaart. Zoek zijn doelpunt tegen Andorra uit 2006 even op. Ja, ik weet het: nietige tegenstander en dus schijnbaar een vergeten moment. Maar daar zat alles in wat mij zo aantrok in hem: de techniek, het inzicht, de verfijning.

De mens (lees: prof) leerde ik gaandeweg kennen. In Madrid ontving hij mij en collega Dick Sintenie ooit als een heer. De overdaad aan luxe leek hem niet uit zijn evenwicht te brengen.

Een tijdje later vroeg zijn vader Ramon een aantal journalisten mee te doen aan het jaarlijkse toernooitje bij De Kennemers, hun thuishaven. Met het woonwagenkamp op de achtergrond verkocht moeder Lolita shirtjes met nummer 23 en hamburgers. De opbrengst was voor de jeugdafdeling van de club waar de familie zich altijd voor bleef inzetten.

Rafael van der Vaart is gemaakt voor deze setting, dacht ik altijd. Niet voor een jetsetleventje. Dat blijkt ook wel sinds hij verkering heeft met de broodnuchtere handbalster Estevana Polman, die in januari 2020 door de NSP werd uitgeroepen tot Sportpersoonlijkheid van het Jaar en er tijdens het gala met haar familie een gezellige boel van maakte. Want Es hield wel van een ‘feessie’.

Inmiddels is Van der Vaart de vaste analist van Studio Voetbal en bij interlands van Oranje. Ik vind het een verademing, hoewel dat beeld kan vertekenen als je alleen op de (a-)sociale media zou afgaan. Natuurlijk staan anonieme toetsenbordhelden klaar met de guillotine als hij de verkeerde club van Kenny Tete noemt (Lyon in plaats van Fulham). Of als hij met een wat schorre stem aan tafel zit. ‘Tien bier gedronken, zeker?’  

Louis van Gaal, Rafael van der Vaart tijdens de WK-kwalificatie wedstrijd tussen Noorwegen en Nederland in het Ullevaal Stadion op 01 september 2021 in Oslo, Noorwegen. (ANP MAURICE VAN STEEN)

Zijn grote voordeel: hij beschikt over genoeg zelfspot om overeind te blijven in het open riool dat Twitter heet.

Dat hij een paar kilootjes zwaarder is sinds zijn afscheid als speler, was een reden voor de pseudo-persoonlijkheid Maxim Hartman om te blijven drammen over te veel frikandellen. Kortom, dit wereldje krijg je er gratis bij als je door tv-makers wordt gevraagd regelmatig iets over voetbal te komen vertellen. En dat doet Van der Vaart indachtig zijn karakter: spontaan, oprecht, humorvol. Als Turkije er niets van bakt in de openingswedstrijd van het EK tegen Italië, zegt Van der Vaart onomwonden dat hij zich kapot zou schamen. Spanje noemde hij ‘een verschrikking’. Grappig gevolg: Spaanse spelers allemaal boos. Die doen elke week alles in het grote theater-van-de-misleiding om tegenstanders en scheidsrechters een oor aan te naaien, maar een opmerking van een Nederlander tweeduizend kilometer verderop valt  verkeerd… Misschien omdat het de keiharde waarheid op dat moment was?  

Ook hierop reageerde Van der Vaart weer met een knipoog. En hij kan Frank de Boer bekritiseren, om de volgende dag een potje padel met de ontslagen bondscoach te spelen. Dat is een gave.

Ik merk dat ik elke keer mijn oren spits wanneer Van der Vaart in de studio zit. Hij heeft een scherpe mening, kan als geen ander zo vermakelijk grijnzen en durft ook de presentator van repliek te dienen als die een onnozele vraag stelt. Hij is geen clichémannetje zoals vele van zijn collega’s.  Als Van Hooijdonk na Noorwegen-Nederland Davy Klaassen prijst, zegt Van der Vaart doodleuk: ,Ik heb hem niet gezien.’ Hij praat gewoon alsof hij bij De Kennemers aan de bar zit. Maar met zijn expertise en kennis van de kleedkamercultuur wordt het een stuk geloofwaardiger.

Rafael van der Vaart is niet alleen een aanwinst voor de mediawereld, hij mag wat mij betreft in de voetsporen van zijn vriendin treden als Sportpersoonlijkheid van het Jaar. 

YOERI VAN DEN BUSKEN