Nieuws

COLUMN > YOERI VAN DEN BUSKEN

Gedram

Ik had besloten me eens goed in het EK voor vrouwen te verdiepen. Wedstrijden kijken, verhalen lezen, naar analisten luisteren. En vooral: niet de klassieke fout maken altijd maar te willen vergelijken.

Een paar jaar geleden stelde ik me op deze plek positief-kritisch op. Ik heb niets tegen vrouwenvoetbal; integendeel. Wat bij mij weerstand opriep was het drammerige toontje waarmee het ons door de strot werd geduwd. We moesten het allemaal geweldig vinden, want gelijkheid en zo. Een ander geluid werd afgedaan als conservatief gemok van verzuurde mannen. Voor de nuance was geen plaats. Zo sla je elke discussie dood.

Het aardige toen was dat mijn collega Natasja Weber een puntig, goed onderbouwd stukje op deze site schreef. Zij werd niet weggehoond. Een vrouw die bij vrouwen de vinger op de zere plek legde; dat leverde duidelijk even een ongemakkelijke situatie op.

Yoeri van den Busken

Vorige maand deed ze het opnieuw: het EK zoals de NPO dat presenteerde, met een berg rechtstreekse wedstrijden, vond ze iets teveel van het goede. De media sloegen een beetje door, het mocht van haar – zelf ooit een voetbalster – wel een onsje minder.

Natasja schreef wat ik dacht. Het was bijzonder aangenaam om Engeland, Duitsland, Spanje en Frankrijk te zien spelen. Maar het gros van de zestien landen verdiende geen negentig minuten zendtijd. Ook het Nederlands elftal zakte door het ijs. Maar volgens de meeste beschouwers waren routiniers die opzichtig faalden dan ‘minder gelukkig’. Het moest bij ‘onze Leeuwinnen’ natuurlijk wel leuk blijven.

Voor vol worden aangezien, zowel sportief als financieel, betekent ook dat slechte prestaties scherp worden beoordeeld. Oud-international Mandy van den Berg gaf afgelopen zondag het voorbeeld door te stellen dat de KNVB na deze deceptie bondscoach Mark Parsons zou moeten wegsturen. Zo’n benadering hoort bij de top, waar je wordt afgerekend op resultaten of een mislukt groepsproces. Parsons is er niet in geslaagd zijn sterkhouders sterk te houden en greep niet in toen iedereen zag dat het team behoefte had aan nieuwe impulsen.

Nee, dan Sarina Wiegman. Met veel meer interesse en bewondering volgde ik alle duels van haar Engelse collectief. Lekker tempo, bij vlagen goed voetbal, fraaie goals. En steeds het verschil maken met je wissels: dan ben je een topcoach. In de finale genoot ik van Keira Walsh, spelverdeelster met een splijtende pass, en van de magnifieke openingsgoal van Ella Toone.

Wie de Engelse voetbalgeschiedenis kent, weet hoe gedenkwaardig deze triomftocht is. Sinds 1966 (WK mannen) riepen de ultra-chauvinistische media hun eigen land steevast uit tot titelfavoriet, hoe belabberd de nationale teams ook waren. Die druk werd onmenselijk. Iedere coach sneuvelde. Wiegman niet. Zonder gek te doen langs de lijn, maar door een gedegen plan uit te rollen, duidelijk te zijn naar haar speelsters toe en tactische vaardigheden over te brengen. Ironisch is het wel: Nederland gaat af met een Engelsman en Engeland schrijft geschiedenis met een Nederlandse bondscoach.

Na de finale verkondigde Leonne Stentler, vaste gast tijdens de NPO-uitzendingen, in haar opwinding dat Wiegman een ‘gouden gleuf’ heeft (naar de spreekwoordelijke ‘gouden pik’ van Louis van Gaal). Presentator Sjoerd van Ramshorst verschoot van kleur. Maar de volgende morgen vertelde Stentler vrolijk aan het AD dat ze ‘alleen maar leuke reacties’ had gekregen. Waren die woorden uit de mond van een mannelijke analist gekomen, dan zou het land vermoedelijk te klein geweest zijn.

Ik kan het mis hebben, maar ik hoor Wiegman nooit zo activistisch over gelijkheid praten alsof het de enige missie in haar leven is. Zij bewijst (en vertelt) waar het om draait in sport. Man of vrouw: pure kwaliteit wordt altijd beloond en gewaardeerd. Ik hoor vrouwelijke analisten vaak bewust ‘voetballers’ zeggen in plaats van voetbalsters, maar we moeten dan weer wel de geuzennaam ‘Leeuwinnen’ omarmen. Het is verworden tot een oeverloze strijd der seksen, met een hoop selectieve verontwaardiging, terwijl je de sport centraal zou moeten stellen. Dan komt die acceptatie er vanzelf; via de geleidelijke weg en niet door het versneld af te willen dwingen.

Uiteraard hoor je nu ook in Engeland gemijmer over de rol van vrouwen en hun kansen in de toekomst en dat is mooi. Jonge meisjes durven te dromen van een carrière in het voetbal, vrouwelijke coaches zullen zich spiegelen aan Wiegman. Maar het komt niet zo geforceerd in elke uiting terug. Wat we zondag zagen, was in de eerste plaats een prachtig voetbal- en volksfeest. Ik vond het een verademing.

Vrouwenvoetbal kan goed en enerverend zijn. Zolang het Nederlandse gedram en de hypocrisie maar achterwege blijven.

Yoeri van den Busken