Nieuws

Doe je deze sport zelf ook?

Voetbal, hockey, tennis, softbal, zwem (...) je zelf ook? Het is de standaardvraag die ik krijg als ik met mijn notitieboekje en dictafoon in de aanslag een wedstrijd bekijk. Ontelbare keren heb ik mijn hoofd van nee geschud. Mijn aandachtsveld is daarvoor veel te breed. 

En met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is aan mij geen topsporter verloren gegaan. Maar al die sporten boeien me wel mateloos, wat het leuk maakt om daarover te mijmeren.

Linda Derksen

Wat als ik in de jaren 90 wel lid was geworden van een tennisclub? Als klein meisje speelde ik thuis met plastic racket en foambal tegen de garagedeur. Ik beeldde me dan in dat ik Steffi Graf was, de forehand is ook mijn favoriete slag. Zo nu en dan sloeg ik ook over met mijn moeder, die dan Monica Seles moest voorstellen. Of vooruit, als ze geen zin had om er kreungeluiden bij te maken Arantxa Sánchez Vicario. 

Of had ik bij de tafeltennisvereniging moeten gaan die aan onze tuin grensde? Wij hadden een eigen tafel in de garage en daardoor kwam ik op de camping best sterk voor de dag bij het groepsspel ‘rond de tafel.’ Soms speelde ik voor de uitdaging als rechtshandige met links zonder dat iemand het doorhad.

Waarom heb ik eigenlijk niks met mijn balgevoel gedaan? Met mijn oog-handcoördinatie had ik best keeper in een balsport kunnen worden. Of wie weet had ik als buitenvelder wel de hoofdklasse softbal kunnen halen. Kwestie van wachten op die paar ballen per wedstrijd die je dan moet zien te vangen.

Ook een mooie: zou ik talent kunnen hebben dat verborgen is gebleven? Mijn oom en tante zetten mijn nicht als peuter al op de lange latten, met uiteindelijk 24 Nederlandse ski-titels op de (reuzen)slalom tot gevolg. Ik ben nog nooit op wintersport geweest. Alleen als de gracht bevroren was schaatsen. Mijn A-diploma heb ik met schoolzwemmen behaald en voetballen kon ook in de tuin. 

Heb ik mijn roeping gemist? Die zeepbel kan ik met mijn speer meteen kapot prikken. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat mijn lijf me nooit aan de top zou brengen. ‘Heb jij vroeger niet aan ballet of turnen gedaan’, vroeg een atletiektrainer die ooit op internationaal niveau actief was toen ik weer eens moeite had met het uitvoeren van een bekkenkanteloefening. Alsof alle meisjes dat deden. Ach, ik ben van nature gewoon niet lenig, sterk of snel. 

Toch kleeft zelfs aan mijn recreatieve sportbestaan in de marge een sterk verhaal, bedacht ik me toen ik laatst in het clubhuis stuitte op een ingelijste oorkonde van de gemeente Eindhoven voor een prestatie waar ik aan heb bijgedragen: Nederlands atletiekkampioen voor clubteams met de meisjes junioren B. Ik was destijds de speerwerpster van dienst. Had het minste talent van die lichting maar zo toch een keer prijs.  

Wat me daarbij nu trots maakt is dat ik me nog steeds prima met dit onderdeel vermaak. Dat de keuze die eens op atletiek viel hoe dan ook een goede is geweest. Al specificeer ik de vraag ‘doe je zelf ook aan atletiek?’ wel altijd.

 

LINDA DERKSEN