Nieuws

Liefhebber

Toen ik mijn jongste zoon laatst uit stand een bal ogenschijnlijk achteloos zag wegleggen in de hoek van het veld, was mijn zaterdagmorgen geslaagd. Vanwege die fluwelen wreeftrap noemde ik hem thuis ‘kleine Pirlo’. Hij keek verbaasd, want hij heeft een trainer die bij elk balletje buitenkant voet wit wegtrekt. Maar de volgende dag liet hij me trots op zijn telefoon filmpjes zien van de Italiaanse maestro die zelfs tot profielfoto was gepromoveerd. Gelukkig, dacht ik, die kabouter van me koestert de schoonheid van het spel. 

Yoeri van den Busken

Een tijdje geleden schreef ik hier een stukje over the coolest footballer ever. ‘Pirlo is de lul’, stond erboven. Aanvankelijk zou hij trainer worden van de talenten in Turijn, maar na tien dagen schoof Juventus de clubicoon al door naar het eerste elftal. Helaas kwam mijn vrees  - te groot afbreukrisico - uit. Pirlo won alleen de Coppa Italia en dat was natuurlijk, na negen opeenvolgende landstitels, niet genoeg voor de directie. Ik heb het even opgezocht. Tegenwoordig is hij trainer bij, hou je vast, Karagümrük. Turkse middenmoot, ver weg van de glitterwereld waar de mythe binnen negen maanden oploste in opportunisme. 

Afgelopen week moest ik even aan Pirlo denken bij het lezen van een groot verhaal over Arnold Bruggink in de regionale editie van het AD. De analist viel voor de lokroep van FC Twente en wordt technisch directeur. Twaalf jaar werkte hij voor ESPN, voorheen Fox Sports. Bij Vandaag Inside wordt hij steevast weggezet als saai en te serieus. Ik herken dat wel. Over mij is ook weleens gezegd dat ik geen ‘cowboy’ ben, wat ik overigens altijd als een compliment beschouwde – zeker na de onthullingen van afgelopen week over de mores in de mediawereld.  

Ik maakte Bruggink mee bij PSV, Jong Oranje en het Nederlands elftal. Later ging ik hem volgen op Twitter, inmiddels een weerzinwekkend medium, maar hij blijft stoïcijns zichzelf. Correct en collegiaal. De Nederlandse Gary Lineker. Een liefhebber die altijd op zoek is naar inhoud en nuance, met oog voor detail. Hij kan genieten van een ragfijne steekpass of efficiënte lichaamsbeweging. Hij onderkent de waarde van zogenaamde waterdragers die het cement tussen de stenen vormen, terwijl de rest van de wereld praat over de usual suspects in de voorhoede. 

Maar nu is het vuurtje van de topsporter in hem dus weer aangewakkerd, vertelde Bruggink. Hij gaat een traditioneel lastige club runnen. Ai, was mijn eerste gedachte. Is hij daar niet veel te aardig voor? Heb je daar niet meer voor nodig dan alleen je kennis en nuchterheid? In het jaar dat ik mijn eerste arbeidscontract in de sportjournalistiek tekende, 1987, was hij de eerste mascotte in de geschiedenis van FC Twente. ‘Ik liep met een meneer met een snor het veld op’, zei hij daarover. ‘Dat was Fred Rutten.’ Over dat soort herinneringen ging het tijdens zijn gesprek met de pers. Jeugdsentiment. Clubliefde. Bruggink erkende een romanticus te zijn. En ja, hij had echt wel nagedacht over het afbreukrisico. Maar dat neemt hij op de koop toe. 

Leuker dan zijn presentatie en zijn wittebroodsweken zal het vermoedelijk niet meer gaan worden; dat is ook de les die Pirlo leerde. Vanaf dat moment wordt Bruggink sec beoordeeld op het aankoopbeleid. Op zijn keuze voor een trainer, de koers en zijn persverklaringen. Generatiegenoot John de Jong, ook zo’n beminnelijk mens die verzoop in de krokodillenvijver, heeft bij PSV ervaren wat er gebeurt wanneer de samenstelling van de selectie ter discussie staat. Vinden de notabelen in Enschede de gentleman Bruggink dan nog steeds het ideale uithangbord? En hoe wordt hij benaderd door de streekjournalisten die nu nog tot zijn kring van intimi behoren? 

Ik hoop heel erg op een trendbreuk. Dat ook ideale schoonzonen bestaansrecht hebben op zo’n belangrijke stoel in die harde wereld. En dat ik niet over negen maanden moet opzoeken waar de purist Arnold Bruggink gebleven is.

God, laat hem een tweede Max Huiberts worden. Maar alsjeblieft geen tweede Pirlo.

YOERI VAN DEN BUSKEN