Nieuws

Prins William, lasagne en God Save The King

Als correspondent in Engeland volgde Geert Langendorff zaterdag voor de zesde keer de FA Cup Final op Wembley. Bij het duel tussen de twee rivaliserende clubs uit Manchester trof hem het gedrag van de fans. ’Van vijandigheid of opstootjes was geen sprake’, constateert Geert Langendorff.  

door Geert Langendorff

Een beverige stem van de machinist in de Jubilee Line richting Wembley Park door de luidsprekers zorgde in de wagons voor verbaasde blikken. Ze dreigde met het inschakelen van de politie als de meute zich niet rustig hield. In haar angst voor onrust ontging het haar duidelijk dat de reizigers, gekleed in de shirts van de finalisten van de FA Cup, zich voorbeeldig gedroegen.

(Foto: Geert Langendorff)

Een landelijke treinstaking hielp daarbij een hand. De menigte in de metro verbleef al enige dagen in Londen of behoorde tot de aanzienlijke groep supporters uit de omgeving van de hoofdstad. Het indrinken op de hogesnelheidslijn van Manchester Piccadilly naar Euston was daardoor, noodgedwongen, geschrapt. Dat scheelt al gauw een lichte gehoorbeschadiging. Na tien blikken bier of cider stijgt het aantal decibellen tot pijnlijke hoogte.

De paniek bij de metrobestuurder kwam niet uit de lucht vallen. Angst voor een herhaling van de ongeregeldheden rond de EK-finale van twee jaar geleden zorgde voor een verhoogde staat van paraatheid. De ongeveer tweehonderd bussen vanaf Old Trafford en het Etihad Stadium moesten een verschillende route nemen om onlusten bij tankstations te voorkomen. Agenten van de Metropolitan Police hielden bij knooppunten in Londen de wacht.

(Foto: Geert Langendorff)

Op Wembley Way, de toegangsweg naar het stadion, genoten de rivalen in relatieve rust van de zon en het vooruitzicht van de eerste derby in een FA Cup-finale. Van vijandigheid of opstootjes was geen sprake. Deze kalmte maakte het voor journalisten heerlijk werken. Waar dronkenlappen en doorgesnoven types in de aanloop naar de Europese eindstrijd trokken aan accreditaties en sjorden aan laptoptassen, voelde het ditmaal als een oase.

Toegegeven, de totale chaos rond die EK-finale detoneerde met de normale gang van zaken op Wembley. Clubwedstrijden verlopen vrijwel altijd vlekkeloos. Het ophalen van de tickets en het passeren van de detectiepoorten gingen soepel. De westelijke vleugel van de 'media lounge' voorzag in redelijk snel internet, voldoende werktafels en een goede maaltijd. Op het menu stonden ditmaal lasagne, salades en talloze zoetigheden.

(Foto: Geert Langendorff)

De perstribune blijft een heikel punt. Engelse stadions geven normaliter pers en supporters plaatsen dicht bij het veld. Op Wembley ben je aangewezen op de schermen voor je om kleine details op te merken. Of, zoals een Japanse collega naast me deed, op een verrekijker. De pracht en praal werd op Britse wijze ingevuld; God Save The King, prins William als eregast op het gras en een vlekkeloze afwerking van het voorprogramma.

De FA heeft ook geleerd van het verleden. Je hoeft niet meer in de rust bij de persvoorlichters  te bedelen voor een toegangsbewijs voor de mixed zone. Iedereen kan naar beneden om spelers aan te spreken. Dat leidt, vreemd genoeg, niet tot een stormloop. Het oogde in de buik van het stadion rustiger dan voorheen, toen geduw en getrek regelmatig voorkwamen. De ballotage is dan ook strenger. Minder mensen krijgen een accreditatie.

(Foto: Geert Langendorff)

De organisatie kneep weliswaar een oogje toe voor YouTube-kanalen uit Manchester, maar verder stonden er geen cowboys tussen. De FA handelt als veel clubs in de Premier League. Wie vaker naar 'show piece events' komt, zoals de play-offs om promotie en de finale om de EFL Cup, krijgt voorrang.

Vanuit Nederlands perspectief was het jammer dat Ten Hag verloor met Manchester United van Manchester City (2-1). Op de organisatie viel weinig tot niets aan te merken. De werkomstandigheden waren beter dan bij mijn vijf voorgaande FA Cup-finales. Dat de treinen voor de zoveelste keer niet reden, mag de voetbalbond niet kwalijk worden genomen. Voor iemand als ik, die zeven jaar in Manchester woonde, was het vooral genieten van het lokale accent en de specifieke humor. Mopperen op Londen en de spoorwegen klinkt het mooist uit de monden van Mancunians.