De olympische schaatswinter
Schaatsen is journalistiek gezien een vreemde sport. Althans, voor mijzelf dan. Een paar maanden lang wil ik er niks mee te maken hebben, tot de winter weer voor de deur staat en dan is opeens een persoonlijk record op de 1000 meter van deze of gene weer het belangrijkste dat er is. Zeker in een olympisch seizoen, waarin er gegarandeerd veel verhalen over succes of verdriet te maken zijn.
En dus nam ik dit weekend weer blijmoedig de zijdeur in Thialf, trotseerde de intense zweetlucht die uit de ijshockeykleedkamers kwam en stiefelde naar de gebruikelijke plek in de catacomben - een verboden clichéwoord in de verslagen maar prima voor in een column. Was die ruimte kleiner dan gebruikelijk? Nee, de tunnel is niet opeens gekrompen. Het voelde slechts zo door de cameraposities die iets meer ruimte innamen dan gewoonlijk in deze periode van het jaar.
Kick Hommes
De NK afstanden afgelopen weekend was traditioneel de eerste keer deze winter dat wij journalisten als vliegen op stroop afkwamen op een select gezelschap topschaatsers. Iedereen op zoek naar een eigen verhaal, iedereen tegelijkertijd ook samen in de groep rond de winnaars van de dag. In die zin niks geks ten opzichte van eerdere seizoenen. Zelfs de eerste scheurtjes in de verstandhouding met de teams zijn er al. Was het echt nodig dat sommige schaatsers van Zaanlander na 1.34 minuut interview al werden weggetrokken?
Hoeveel journalisten zijn er dan in zo’n weekend? Het antwoord blijkt bij navraag grofweg 75 te zijn. Niet iedereen is tegelijk aanwezig geweest, maar er waren 25 journalisten van de schrijvende pers, dertig fotografen en twintig camjo’s. Dat allemaal nog exclusief de NOS, die ook met ruim een dubbel dozijn aanwezig was.
Honderd mensen van de pers dus in totaal. Ter vergelijking: het hele personeelsbestand van mijn krant, Trouw, in één weekend in één schaatsstadion. Ietsje meer dan gebruikelijk, weet de perschef nog te melden. Het bewijs dat het schaatsen nog steeds een heel belangrijk onderdeel van de sportverslaggeving is.
Het zal voor een groot deel dezelfde groep zijn die ook komende februari in Milaan aanwezig is. De journalistieke kwalificaties voor de Spelen zijn immers al lang geweest. Er zijn in totaal 39 Nederlandse journalisten (26 schrijvend, 13 fotograferend) geaccrediteerd, met een klein aantal dat gaat proberen buiten de gebaande paden (lees: IOC-gecontroleerd gebied) content te maken. Hotels zijn geregeld, het is soms alleen nog zoeken naar de beste manier om naar Italië te reizen - en daar te bedenken hoe het makkelijkst van Milaan naar Cortina kan worden gependeld.
De olympische winter is geopend. Er zullen heel veel verhalen volgen. Vanuit de catacomben van Thialf, maar ook vanuit Salt Lake City, Calgary, Hamar en Inzell. En Milaan, uiteraard. Andiamo.
Kick Hommes, bestuurslid NSP