SCHOT VOOR DE BOEG

Afscheid van een icoon: Dorian van Rijsselberghe, nu al de NSP Sportpersoonlijkheid van het Jaar

Donderdagavond 2 september 2010. Ontmoetingsplek: Kerteminde, Denemarken, nadat ik ’s ochtends in de auto was gestapt voor een reis van acht uur. Aanleiding: Dorian van Rijsselberghe, de 21-jarige rijzende ster van het windsurfen, lijkt op zijn eerste wereldtitel af te stevenen.

Een dag later is alles anders. Weg uitzicht op het WK-goud. Met dank aan koninklijk bezoek. Voor de komst van de Deense kroonprins Frederik moest alles wijken, en dus worden de surfers met windstilte het water opgestuurd.

Marco Knippen

Dat wreekt zich voor Van Rijsselberghe. Hij, de koploper na zeven races, eindigt als 38e. Na vier manchezeges normaal gesproken geen probleem, zij het dat hij zijn schrapresultaat al heeft verspeeld. Plek 57 in de openingsact, als gevolg van een pikstart die onterecht als valse start werd beoordeeld maar niet is aangevochten, breekt hem op. Dat hij een dag later met een zevende eindpositie zijn A-status als sporter veiligstelt, is slechts een schrale troost. Net als de uit aluminiumfolie vervaardigde winnaarstrofee die een concurrent hem na de prijsuitreiking geeft. Immers, om een surrogaatbeker was het hem niet te doen geweest.

Mentaal gebroken was hij geweest, die vrijdag na de verstrekkende tegenvaller. Maar, na afloop op zaterdag, was de lach alweer doorgebroken. ,,We zijn goed op weg’’, klonk het monter.

Met ‘we’ doelde Van Rijsselberghe op de samenwerking met de Nieuw-Zeelander Aaron McIntosh, zijn no-nonsense coach, vriend, soms zelfs vaderfiguur en de perfecte leermeester, gezien de drie wereldtitels en olympisch brons die McIntosh ooit zelf veroverde. En met ‘goed op weg’ refereerde hij aan de missie die hij vele jaren daarvoor, als puber, op een briefje had gekrabbeld: olympisch kampioen in Londen worden.

Twee jaar later waren die bewuste Spelen. Van Rijsselberghe had toen alsnog zijn wereldtitel op zak, met zijn revanche in 2011. Die machtsgreep bleek de opmaat tot een carrière vol superlatieven: olympisch kampioen, inderdáád, in Londen, maar tevens in 2016 in Rio de Janeiro – goud dat hij nota bene beide keren al voor de medaillerace had opgeëist. En, opnieuw, mondiaal kampioen, in 2018. Hoe kon het ook anders, voor de sportambassadeur van het Waddeneiland Texel, die op 24 november 1988 zo’n beetje in het water was geboren.

Die successen contrasteerden desondanks met zijn nonchalance. Want laconiek kon Van Rijsselberghe als geen ander zijn: dolletje hier, grapje daar. Altijd weer vergezeld door die typerende grijns, zijn handelsmerk. 

Maar júist die levenshouding maakte hem tot de beste professionele windsurfer ooit. Ontspanning van buiten, wilskracht en eerzucht binnenin. Zonder dat hij zich door narcisme liet gijzelen, wars als hij was van een egocultuur. Want waarom zou je een ander misgunnen wat je ooit zelf nastreefde?

Dus was Van Rijsselberghe de eerste die Badloe feliciteerde na het beslechte olympische kwalificatiegevecht down under. Vriendschap won het in het Australische Sorrento van rivaliteit. Geen derde Spelen? So be it. Het zou hem niet onsterflijker hebben gemaakt, benadrukte hij. Noch zou het hem persoonlijk hebben verrijkt.

Sterker, bekende Van Rijsselberghe tegenover de NOS: ‘Ben ik verdrietig? Kwaad? Teleurgesteld? Of opgelucht?’ Het laatste, dus. Ook al klonk dat gek, gaf hij toe. ‘Je bent een sportman en dan hoor je alles op alles te zetten om je titel (olympische, red.) te verdedigen. Maar ik wil eigenlijk gewoon lekker naar huis toe. Naar vrouw en kinderen.’

Van vlees en bloed, zo nam een icoon afscheid. Waardig, als vice-wereldkampioen én winnaar van de laatste race, maar bovenal als de ongeëvenaarde mensenmens die besefte dat de keerzijde van de medaille geen verscheurd gezin mocht zijn.

Sportman van het Jaar zal Dorian van Rijsselberghe er ook nu niet mee worden, aangezien topsportverkiezingen zich niet voor verliezers lenen. Maar, al is het jaar pas twee maanden en drie dagen op streek: wat mij betreft roepen we hem wél uit tot de NSP Sportpersoonlijkheid van 2020, maar ik spreek natuurlijk namens mijzelf en niet namens het bestuur. Want door zijn ziel zo bloot te leggen, liet hij nog één keer zien de ware triomfator te zijn.

 

MARCO KNIPPEN

Voorzitter NSP