SCHOT VOOR DE BOEG

Veerkracht als troostrijke gedachte

Je zou denken dat het zo afgesproken was, maar het toeval regeerde. In de  Volkskrant verscheen afgelopen zaterdag een interview met sportchef Mark van Driel terwijl in NRC sportredacteur Fabian van der Poll beschreef wat hij allemaal mist nu er niet gevoetbald wordt. De verhalen raakten elkaar: hoe om te gaan met de coronacrisis?

Van Driel draaide er niet omheen: de covid-19-pandemie gaf het gevoel ‘alsof het fundament onder je vak is weggeslagen’. ‘Normaal varen we volledig op de sportagenda. Die geeft veel houvast. Er komt een wedstrijd aan, dan maak je vooraf een verhaal met kampioen of een potentiële winnaar. Achteraf beschouw je na. Zo zit het hele jaar in elkaar. Dat is nu weg. Normaal is elk weekend gevuld met sportevenementen en dan schrijven we op maandag twaalf pagina’s vol. Dat hebben we moeten terugbrengen naar vier pagina’s’, liet hij optekenen. (Even terzijde, maar als illustratie: deze dinsdag na Pasen waren het zelfs nog maar twee pagina’s).

Hij voegde er vervolgens aan toe: ‘Het is een goed moment om eens af te kicken. Met name voor mannen is sport een manier om emoties te beleven. Woede, of bewondering, of vreugde, alles kan via die sport naar buiten komen. Vrouwen praten er doorgaans gewoon over. Mannen hebben die sport daar heel hard voor nodig. Maar die mannen hebben nu voor het eerst de kans te ontdekken dat er andere dingen zijn in het leven waarmee je die emoties ook kan ervaren. In plaats van steeds maar weer drie keer in de week voor de televisie te hangen voor die voetbalwedstrijden. Misschien denk je wel: wat heb ik eigenlijk al die jaren gedaan? Wat een onzin!’

Eén van die ‘verslaafden’ is Van der Poll, kon je opmaken uit zijn persoonlijke ontboezeming: ‘Mijn ontwenningsverschijnselen uiten zich in het herlezen van Nick Hornby’s Fever Pitch, het standaardwerk voor de voetbalsupporter. In het bekroonde boek uit 1992 wist de Britse auteur als geen ander te verwoorden wat het écht betekent om voetbalsupporter te zijn. Neem alleen al de openingszin: ‘Ik raakte verliefd op het voetbal op dezelfde manier waarop ik later verliefd zou worden op vrouwen: plotseling, onverklaarbaar, kritiekloos, zonder na te denken over de pijn of ontwrichting die ermee gepaard zou gaan’.’

Van der Poll bekende de voetbalverhalen te missen. ‘Geen voetbal betekent geen tragische wendingen, sensationele stunts, emotionele ontboezemingen of andere vormen van vermaak uit het circus dat de voetbalwereld is. Wat er nog van rest is een zakelijke discussie of de competitie moet worden uitgespeeld. Stekelige conference calls. Geïrriteerde directeuren.’

Ook zonder wedstrijden zijn er genoeg sportverhalen te vertellen, bracht Van Driel ter nuancering van de sportieve droogte daarentegen in. ‘Omdat sport gaat om het menselijke verhaal, en die mensen zijn er nog.’

Ik las de laatste alinea’s van de verhandeling van Van der Poll: ‘In 2010 ging HFC Haarlem op de fles, een bescheiden profclub die ik tot in alle uithoeken van het land volgde. Drie uur met de trein naar Sittard, 3-0 verliezen, drie uur terug; alsnog een topdag. Bij thuiswedstrijden gaven we seizoenkaarten door via het hek achter de tribune, we koesterden het eenheidsgevoel dat optrad als de ‘Roodbroeken’ het veld opkwamen. Ik begrijp dus goed dat er veel mensen zijn die op dit moment hun club, hun stadion en hun medesupporters missen. De club is ook je familie. De frustratie over mijn verdwenen club steekt vaak de kop op. We hebben tijd om te wandelen en de aanblik van de laatste tribune die nog overeind staat, maakt me weemoedig en boos. Mijn vriendin begrijpt dat. Zegt ze.’

Ik snapte Fabian van der Poll – overigens niet alleen omdat ik een geboren Haarlemmer ben. En concludeerde dat hij en Mark van Driel in essentie niet ver van elkaar af staan. Het zijn immers de verhalen die ertoe doen, nu meer dan ooit, en liefst omlijst met het juiste (bewegende) beeld.

Laat dat nou precies hetgene zijn waar onze beroepsgroep zich sinds het uitstel, afstel en de lockdown in de krant, op sites, op de radio en op televisie mee probeert te onderscheiden: de ándere verhalen die de sport aan het alledaagse ontrukken. Die veerkracht is, hoewel we aan de beademing liggen, een troostrijke gedachte.

Marco Knippen
Voorzitter Nederlandse Sport Pers