SCHOT VOOR DE BOEG

Nieuwe stijl

Het nieuwe normaal; we zullen er voorlopig aan moeten wennen. Voor het eerst worden er weer, voorzichtig, kleine live persgesprekken georganiseerd, met geïnterviewden en interviewers op dezelfde plaats. Geen Zoom, Hangout of Teams, maar gewoon face to face. Op de bekende anderhalvemeterafstand.

PSV deed het maandag op de Herdgang. De reusachtige gestalte van Toon Gerbrands (als volleyballer droeg hij de bijnaam De Hulk) omringd door een tiental journalisten. In een volleybalkringetje, zo schreef Robert Missèt in de Volkskrant.

Persconferentie bij PSV, met Toon Gerbrands in een ‘volleybalkringetje’

Een dag later zijn we zelf in Hoogland. Daar waren Joop Alberda, Mister Volleybal him self, en Robin de Kruijf, de 1.92 metende stervolleybalster uit Italië, bijeen om toe te lichten hoe de Nederlandse volleybalbond Nevobo een schoolproject gaat opstarten. De jeugd moet weer meer bewegen en volleybal gaat daar, zonder winstbejag, aan meewerken.

Alberda liep zijn beurtjes af; langs de ploegen van NOS-radio, NOS-tv, AD-tv, AD-print, de Volkskrant en de eigen media van de volleybalbond. Cameraman Martijn Tuinman zette camera en microfoon met handschoentjes op de juiste plaats. Verslaggever Leon Haan bleef keurig op twee armlengtes (tweemaal 75 cm = anderhalve meter) zijn vragen stellen. Radioman Ragnar Niemeijer had zijn microfoon aan een blauwe staaf met een stuk plakband omwikkeld; men is al niet meer anders gewend.

Wij, schrijvende journalisten, stonden gewoon een slordige 150 centimeter van Alberda en van De Kruijf verwijderd. Vraag-antwoordje. Het zit er al zeer ingebeiteld, dat afstand houden.

Weer eens de deur uit, hoorde je iedereen met een zucht van opluchting zeggen. Fotograaf Ronald Hoogendoorn, de man die al het volleybal in Nederland vastlegt, was al twee maanden niet meer de deur uit geweest voor sport. Hij maakte een leeg Schiphol, een verlaten Utrechtse binnenstad maar had zich na dat inspiratieloze werk maar opgesloten in zijn archief. Niks te beleven.

Het is iets dat velen van ons in de sportjournalistiek is overkomen. Leegheid, vaag doel, gebrekkige inspiratie. Lisette van der Geest van AD hield ons voor dat ze de voorbije week toch twee mooie verhalen (moegestreden volleybaltopper Lonneke Slöetjes en gekwetste judoka Tessie Savelkouls) had kunnen maken en dat er, tot haar verrassing, best nog meer kan volgen. Maar de real thing, de actie op het veld, het beschrijven van een wedstrijd en het recenseren van de uitslag en de vorm van atleet of ploeg, dat wordt ons onthouden.

Dat duurt nog zeker tot half september, voorspelde Thijs Pietersen van de Nevobo ons nog eens hardop. Op 1 september is pas weer een binnensport als volleybal toegestaan. Maar iedereen die de berichtgeving over het covid19-virus volgt, denkt nog verder in de duister ogende toekomst. Zullen de Olympische Spelen van Tokio in 2021 wel door kunnen gaan? Stel dat er een gat van acht jaar valt tussen de Zomerspelen van Rio en Parijs, wat zal dat doen met topsport? En met ons vak?

In dat veld van onzekerheden hielden we ons deze middag maar vast aan de uitspraak van Robin de Kruijf dat ze haar contract bij de wereldkampioen Conegliano had verlengd, omdat ze op een dag, ze wist niet welke, toch wel weer aan het volleyballen zou gaan. Als wij dan maar de perstribune mogen beklimmen. Ik zie er naar uit. En met mij ongetwijfeld velen.

JOHN VOLKERS

Vicevoorzitter NSP