Nieuws

Zoveel bonden, zoveel protocollen

Zo, ik ben afgelopen week liefst vier keer getest op het coronavirus. En gelukkig alle keren negatief. De vier tests waren noodzakelijk om verslag te kunnen doen van het olympisch kwalificatietoernooi zwemmen in Eindhoven dat drie dagen duurde.

De eerste test moest een pcr-test (keel en neus) zijn waarvan ik de uitslag moest mailen naar de organisatie om überhaupt binnen te mogen komen in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion. Op vrijdag, bij de eerste zwemdag, volgde bij binnenkomst een sneltest (alleen neus). Met de uitslag op papier kon ik bij een volgende balie mijn accreditatie ophalen. 

Natasja Weber

Na de enerverende vrijdagochtend - waarbij Femke Heemskerk op de 50 vrij al vrijwel zeker haar olympisch ticket veilig stelde - ging ik naar huis om 's avonds terug te keren in het zwemstadion. Nietsvermoedend liet ik mijn accreditatie zien en liep ik achter enkele zwemmers aan richting het bad. Later hoorde ik dat dat niet de bedoeling was; ik had vrijdagavond een nieuwe sneltest moeten doen omdat ik er een paar uurtjes tussenuit was geknepen. 

De strenge coronarichtlijnen voor journalisten (plus vrijwilligers en officials) verrasten me wel. De zwemmers hoefden zich slechts één keer in het zwembad te laten testen; op donderdag dus daags voor de start van het toernooi. Als de zwemmers nu in een strakke bubbel zouden zitten en alleen in hotel en zwembad zouden komen, had ik dat wel begrepen. Maar verschillende zwemmers sliepen gewoon thuis bij hun ouders of partner dus van een bubbel was geen sprake. 

Het testbeleid in Eindhoven was bovendien veel strenger dan bij het vorige olympisch kwalificatietoernooi voor zwemmers eind 2020 in Rotterdam. Toen moest de pers weliswaar ook vooraf een negatieve pcr-test overleggen en volgde op de eerste dag eveneens een sneltest. Maar de volgende dagen volstond een temperatuurmeting. 

Navraag leert dat zwembond KNZB afgelopen weekend bij de ‘Eindhoven Qualification Meet’ de stringente richtlijnen heeft gevolgd die wereldzwembond FINA sinds dit jaar hanteert. 

Het testbeleid bij sportevenementen is voor de pers heel divers. Zo volstaat komend weekend bij de Billie Jean King Cup (voorheen Fed Cup) in de Maaspoort in Den Bosch op beide tennisdagen alleen een sneltest en temperatuurmeting bij aankomst. Volgende week moeten journalisten bij paardensportevenement Indoor Brabant bij binnenkomst één sneltest ondergaan en volgt de overige dagen een temperatuurmeting.

Bij de Pro League-wedstrijden van de nationale hockeyteams vorige maand in Amstelveen hoefde er niet getest te worden. Wel werd veel minder pers toegelaten. De journalisten die welkom waren, kregen vooraf een uitgebreide mail met regels waaraan zij zich moesten houden. Van het thuisblijven bij klachten en dragen van mondmaskers tot de looprichtingen en het houden van 1,5 meter afstand in de openluchtmixedzone na afloop. De KNHB volgde hierbij het protocol van wereldhockeybond FIH.

Bij grote sportevenementen in het buitenland moeten journalisten vaak in een bubbel verblijven zoals bij de EK zwemmen in Boedapest in mei en de EK judo in Lissabon komend weekend. Voor de EK judo moeten sportverslaggevers zelfs drie negatieve tests overleggen voordat ze een blik kunnen werpen op de tatami.   

Kortom, zoveel sportbonden zoveel verschillende coronaprotocollen. Het zou fijn zijn als er wat meer afstemming komt, zeker richting de Olympische Spelen. Een protocol voor binnen- en voor buitenlocaties zou al veel duidelijkheid scheppen.

 

NATASJA WEBER