Nieuws

In de Bubbel van Boedapest

Journalisten die het EK zwemmen in Boedapest volgden, hebben ervaren wat ze bij de Olympische Spelen in Tokio te wachten kan staan. ,,Daar zal het regiem twee keer zo streng zijn”, zei infectioloog en zwemofficial Andy Hoepelman tegen John Volkers van de Volkskrant. En in Boedapest was het al zo streng, beschrijft John Volkers.

door John Volkers

Zondagmiddag 16 mei, 4 uur, betraden we de Bubbel van Boedapest. De Europese titelstrijd zwemmen werd georganiseerd in de hoofdstad van Hongarije en wij, Jos van Kuijeren van Zwemkroniek en ik, John Volkers van de Volkskrant, mochten erbij zijn. Met nog welgeteld 65 journalistieke collega’s uit Europa, onder wie nog drie andere Nederlanders (fotograaf Marcel ter Bals, NOS-interviewer Martin Vriesema en diens cameraman Daan Alkema) en een hele zwik Italianen (hebben ze daar geen crisis?).

Jos van Kuijeren (links) en John Volkers in de Bubbel van Boedapest.

Op de luchthaven van Schiphol moesten we bij vertrek een negatieve PCR-test, jonger dan 72 uur, overleggen. Het toestel was ‘best vol’ zei de stewardess. Voor een derde gevuld bedoelde zij. In Boedapest legden we de uitgeprinte PCR ook voor aan de plaatselijke douane, plus de uitnodiging van de regering-Orban om het land te betreden.

We hadden de papieren, Van Kuijeren in zijn mobiel en dus problemen, problemen, maar uiteindelijk mochten we beiden de grens over. Busje in, met een stel Italianen, en daarna door naar ons hotel, driesterren herberg Benczür in de Benczürstraat, waar we direct een sneltest kregen. Als die positief was geweest, waren we meteen terug vervoerd naar de luchthaven. Daarna kregen we een PCR-test in een kantoor naast de receptie dat de hele week als teststraat werd gebruikt. Door naar de kamer, eten voor de deur, en om middernacht kwam het verlossende bericht voor deze twee reeds gevaccineerde mannen (Pfizer en Astra) dat we negatief waren en konden blijven.

De volgende ochtend, we mochten de kamer uit via de ontbijtzaal, troffen we een groot aantal van de collega’s bij vertrek van de bus naar de Duna Arena, een kwartiertje rijden. We stonden op een hoop, we zaten op een hoop. Van de zogenaamde veiligheidsgrens van 1,5 meter was al niets meer over. Shuttle was geen shuttle. Shuttles gaan elk half uur, zullen we maar zeggen, maar dit was half 9 instappen voor de series die om 10 uur begonnen. Van een andere manier het zwembad te bereiken, te voet, de huurfiets of de taxi, kon geen sprake zijn.

Na een mail aan de organisatie werd er later in de week een tweede bus ingezet. Het principe in Boedapest en de EK was: niemand mocht buiten hotel, bus of stadion komen. Dat was de afgesproken regel die door een heel stel beveiligers van securitybedrijf Valton werd bewaakt. Mannen in blauwe uniformen die ook in de bubbel verbleven. Net als een vijftigtal vrijwilligers, meiden in groene t-shirts, ietsje jonger dan wij zullen we maar zeggen.

Een belangrijke taak van de Valton-mannen was om in de lobby de buitendeur redelijk streng te bewaken. Alleen om te roken mocht het met lint afgezette terras worden betreden. Toen ik later in de week een tandenborstel wilde kopen bij een winkeltje 50 meter verderop in de straat, dat elektrische ding van mij deed het niet meer, werd mij duidelijk gemaakt dat als ik dat deed, ik het hotel niet meer zou in mogen. Huh, echt niet. Echt niet, de mannen in de uniformen keken streng. Mag de receptionist dan even naar die winkel? Nee. Ook niet toegestaan, de bubbel zou doorbroken worden.

Zo ging dat in mijn Hongaarse ‘gevangenis’ die best lastig te harden was. Bewegen, toch een onderdeel van het leven, was niet tot nauwelijks mogelijk. Er was geen fitnessruimte. Buiten wandelen, het park in, begrijpelijk verboden. Dan maar de gang op, vijf verdiepingen aflopen, trappen nemen. Beneden aangekomen vanaf 5, weer naar boven naar 5. Half uurtje.

 In de laatste dagen ontdekte ik dat je het zwemstadion rond kon lopen. Binnen de linten, de strengheid van de beveiliging zakte iets, dus kon iets meer. Infectioloog Andy Hoepelman, bekend met bubbels rond zwemtoernooien, vertelde me over de telefoon dat hij bij het IOC en de Japanse organisatie van Tokio 2020, heeft gepleit voor méér ruimte aan journalisten om te bewegen.

In Tokio 25 dagen verblijven, zonder te kunnen bewegen, dat is het huidige recept. Daar zou iets op bedacht moeten worden. Dan de tests, 6 in 9 dagen. Keurig uitgevoerd, niets op aan te merken. Maar wie moeite heeft met een stokje in de neus, die gaat lijden in Tokio. Want Boedapest is een van de vele voorbereidingen op de Spelen. Daar zal het regiem, aldus kenner Hoepelman die al tweemaal in Japan was, twee keer zo streng zijn.

Wie opstandig van aard is bij regels, we zullen maar zeggen bij de controle op je handbagage op de luchthaven, die heeft in Tokio niets te zoeken. Je sleept je door de gouden kooi, met een ketting aan de denkbeeldige enkel. Geduldig en lijdzaam zijn, dat zijn de karaktertrekken om het vol te houden, straks vanaf 17 juli tot 9 augustus. Het is niet anders. Bij dit alles de disclaimer: als de Spelen doorgaan.