Nieuws

Kraai

Boeiend om met de ogen van een sportjournalist naar de verslaggeving van het Songfestival te kijken. Ook bij het voetbal lopen er wel een paar chauvinistische tv-commentatoren rond die zich soms als halve supporters gedragen, maar zelfs hun enthousiasme steekt nog bescheiden af bij die van hun collega’s bij de Europese liedjeswedstrijd.

De meeste van deze (voornamelijk) mannen deden afgelopen week geen enkele moeite om objectief en ingetogen over te komen. Ze waanden zich in Rotterdam in de zevende hemel.

In de praatprogramma´s (niet één uitgezonderd) gingen werkelijk alle remmen los. De Vooravond had de hele week hetzelfde kind van 10 jaar aan tafel zitten die heel serieus zijn licht mocht laten schijnen op het Songfestival. Het mannetje voelde zich er zeer thuis, niet zo vreemd, want presentatrice Fidan Ekiz riep zelf ook meerdere keren dat ze ‘als een kind zo blij’ was door het feestgedruis in Ahoy.

Hans Klippus

Onder de mediamensen spant Cornald Maas in het knuffelen en omarmen van het Songfestival natuurlijk al jaren de kroon. Hij zit in de commissie die bepaalt welke artiest voor Nederland mag meedoen, én hij is ook de televisiecommentator. Het is duidelijk dat al zou de betreffende zanger of zangeres zo vals een kraai zingen, Maas er toch een positieve draai aan zal weten te geven. Alsof Jeroen Grueter of Frank Snoeks eerst samen met Frank de Boer de opstelling van Oranje bepalen en daarna bij NOS de wedstrijd ‘kritisch’ verslaan.

Die gedachte maakte me trouwens best vrolijk. Ik heb me ook geamuseerd, Jezelf ergeren, kan heerlijk zijn. Daarom heb ik ook vaak gekeken. En ik houd van het wedstrijdelement, voetbal, curling, liedjes, het maakt me niet uit.

Dat zei mijn vrouw trouwens ook: wat maakt het uit dat die Cornald Maas een dubbelfunctie heeft? Leuk voor hem. Inderdaad, zo is eigenlijk ook. Maar als je zoals ik opgegroeid bent in de sportjournalistiek dan kan je niet wennen aan deze hoge mate van klefheid en belangenverstrengeling.

Ik heb, als journalist, gejuicht toen de volleyballers in 1996 Olympisch kampioen werden. Samen met John Volkers en Willem Vissers had ik het boek ‘De Lange Mannen’ geschreven en kende de meeste spelers goed. Dus ja, ik was blij met het goud. Maar ik zal nooit de meewarige en spottende blik van een paar collega’s op de perstribune herinneren. Wat doe jíj nou?

Het is duidelijk dat presentatoren en verslaggevers bij het Songfestival minder objectief zijn dan die in de sport. Dat het blijkbaar ook gewoon is dat ene Sander Lantinga, de co-presentator van Cornald Maas, schaamteloos voorgekookte, schijtlollige en soms beledigende opmerkingen maakt over in zijn ogen slechte artiesten. Zelfs de doorgaans zo kritische presentator Jort Kelder durfde daar in Op1 blijkbaar geen schande van te spreken en keuvelde en lachte gezellig met de anderen mee.

Echt ergerlijk is natuurlijk dat er bij de praatprogramma’s meerdere politici, Tweede-Kamerleden, wel een uur over hun fascinatie voor het Songfestival wisten vol te brabbelen, maar daarentegen niemand van hen het anderhalf jaar lang in de coronatijd over het belang van sport en bewegen had. Uitermate triest.

HANS KLIPPUS