Nieuws

De pijn van een voetbaldroom

Achter het hek van voetbalvereniging Brabantia in Eindhoven tuur ik deze zaterdagochtend in alle vroegte naar het team van Jongens onder 8 waar mijn zoon in speelt. Met m'n thermoskan koffie in de aanslag (kort nachtje gehad vanwege EK hockey) dwalen mijn gedachten af naar de indrukwekkende documentaireserie ‘Voetbaldroom’ die ik de afgelopen weken heb gezien.

Natasja Weber

Hierin worden jonge talenten gevolgd die allemaal één doel voor ogen hebben: profvoetballer worden. Het is in veel gevallen niet alleen hun droom maar ook die van hun ouders. 
 
De serie van BNNVARA zou verplichte kost moeten zijn voor iedereen die om wat voor reden dan ook met jeugdvoetbal te maken heeft. ‘Voetbaldroom’ laat op respectvolle wijze zien hoe pijnlijk het er in de jeugdafdeling bij profclubs aan toe kan gaan. Wie te weinig progressie boekt, valt rücksichtslos af. Met één telefoontje is het gedaan; weg club, weg vrienden, weg droom. Natuurlijk hebben de jonge voetballers al vaak gehoord dat slechts 2 procent van de jeugdspelers bij profclubs doorbreekt maar ze denken allemaal die uitzondering te zijn. 

Nazorg is er niet tot nauwelijks voor de jongens die afvallen en dat kan diepe sporen achterlaten. Opeens zijn ze niet meer die profvoetballer in spe. Ze worstelen met hun identiteit en worden bij hun amateurclub gezien als de jongen die mislukt is bij de profs. Of ze stoppen helemaal met voetbal.

In de documentaire vertellen de voormalige talenten Rory de Groot (Feyenoord-jeugd, nu 38) en Mathieu Christianen (NAC-jeugd, nu 27) hoe moeilijk ze het hebben gehad toen ze opeens werden afgeserveerd. De Groot: ‘Ik was altijd die jongen die bij Feyenoord speelde, die profvoetballer ging worden. Als dat wegvalt, vraag je je af: wie ben ik? Wat kan ik?’ Christianen kampte na zijn NAC-periode met depressies en had zelfs suïcidale gedachten. 

Ik vind het heel moedig dat De Groot en Christianen zich zo kwetsbaar durven op te stellen. Datzelfde geldt ook voor de documentairemaker van ‘Voetbaldroom’ Niels Tesselaar (26). Hij speelde jarenlang in de jeugd van Vitesse en moest op zijn 15e de opleiding verlaten. Tesselaar voelde zich een loser en raakte in een zware identiteitscrisis. Zijn idee voor een documentaireserie draagt voor hem bij aan zijn verwerkingsproces. ‘Maar de littekens blijven’.  

De verhalen van De Groot, Christianen en Tesselaar staan symbool voor vele andere. Maar liefst 88 procent van de drop-outs kampt met mentale problemen blijkt uit onderzoek van de BBC. Hopelijk delen de oud-talenten hun ervaringen niet voor niets en wordt er echt werk gemaakt van een nazorgtraject voor jonge voetballers die het niet redden.  

Achter het hoge zwarte hek van mijn amateurclub zie ik de mannekes van Onder 8 na een 3-0 voorsprong met 4-5 verliezen. De tranen van mijn zoon zijn nog niet gedroogd als ik hem buiten het hek opwacht. 

Jeugdvoetbal in de puurste vorm; mooier wordt het niet.


NATASJA WEBER