IN DE SPO(®)TLIGHT

Chris Korsten als freelancer voor achtste keer op groot sportevenement

‘De Houdini van de journalistiek’

Zodra zich een groot sportevenement aandient, komt Chris Korsten (57) in actie. Dan schuift hij zijn dagelijkse journalistieke werk als freelancer opzij en begint de zoektocht naar opdrachtgevers. Tijdens de Paralympics schrijft Korsten op de website van de Rijksoverheid in opdracht van VWS elke dag een verhaal over Nederlandse sporters en hun prestaties in Tokio.

door Henk Mees

De hoeveelste Spelen zijn dit voor jou, Chris?

,,Dit is mijn achtste grote toernooi als journalist. Ik ben op drie WK’s voetbal geweest, één EK voetbal, de Olympische Spelen van 2004 en 2008 en nu volg ik voor de tweede keer na 2016 de Paralympics. Ik heb dit jaar opnieuw bewust voor de Paralympics gekozen omdat de verhalen met sporters hier meerwaarde hebben, meer diepgang. In elke sporter zit een extra dimensie.”

 Hoe kom je aan opdrachtgevers?

,,Ik heb in de loop der jaren veel contacten opgebouwd met instellingen en organisaties. Voor het Liliane Fonds werk ik wel vaker. Op de Paralympics van 2016 heb ik onder meer het zitvolleybalteam van Rwanda gevolgd, dat door het Liliane Fonds werd gesteund met   orthopedische middelen en fysiotherapeutische hulp. Daarnaast benader ik regionale kranten die interesse hebben in een verhaal van een sporter uit die regio. Voor VWS heb ik 2016  al verhalen geschreven, nu opnieuw dus. VWS is mijn belangrijkste opdrachtgever, daar ligt hier de prioriteit voor mij. Pas toen ik op 13 augustus groen licht kreeg van VWS ging dit voor mij  rollen.”

Chris Korsten interviewt n Tokio amazone Sanne Voets. (Foto: Robin Wubben / Parawatcher.nl)

Zó laat, en toch nog alles kunnen regelen?

,,Eerder was ik helemaal niet met Tokio bezig geweest. Mijn accreditatie had ik vorig jaar al binnen. Ze kennen mij, ik zit in de systemen. Al die formaliteiten die vereist waren heb ik in een paar dagen kunnen regelen. Journalisten die naar de Zomerspelen zijn geweest en ook de Nederlandse journalisten op de Paralympics zijn daar maanden mee bezig geweest. Ik hoefde de eerste drie dagen ook niet in quarantaine, zoals dat voor veel anderen wel verplicht was. Hoewel ik pas laat in actie kon komen, heb ik sommige zaken last minute toch goedkoop kunnen regelen. Mijn vlucht met Alitalia via Rome kost me 500 euro. Voor 25 euro per nacht zit ik in een prima hotel, een officieel mediahotel, in een heel mooie buurt, in het traditionele gedeelte van Tokio, op 200 meter van een vertrekplaats van de mediabussen.”

Kun je zo kostendekkend werken?

,,Méér dan kostendekkend. In Rio heb ik vijf jaar geleden goed verdiend. Japan hoeft niet een duur land te zijn, tot die conclusie kwam ik jaren geleden al. Mijn voordeel is dat ik een ervaren reiziger ben. Ik weet me altijd wel te redden. Ze noemen wij daarom wel eens de Houdini van de journalistiek.”

Hoezo?

,,Voor mijn collega’s ben ik heel sociaal, maar voor de beveiligers ben ik een klein beetje stoute jongen. Bij het WK voetbal in 2010 had ik geen accreditatie voor de wedstrijd tussen  Nederland en Denemarken. Het is me toch gelukt het stadion en later ook de mixed zone binnen te komen. Bij de Olympische Spelen van 2008 in Beijing heb ik mee kunnen lopen in de sluitingsceremonie. Ik had die avond geen accreditatie voor de perstribune. Om de sfeer onder de sporters op te tekenen, ging ik naar de verzamelplaats buiten het Olympisch Stadion, het Vogelnest. Ik had een witte broek en wit overhemd aan, beveiligers dachten daarom wellicht dat ik bij de medische staf hoorde. Zo kwam ik vanzelf in de stoet terecht en liep ik tussen Marianne Vos en Mark Huizinga mee te zwaaien in het stadion. Niemand heeft mij betrapt. Ik wilde dit stukje kaas niet van mijn brood laten eten. Marcel Sturkenboom van NOC*NSF vroeg zich af wat ik daar deed. Marina Witte van de NSP vond het wel grappig, maar kwam toch met een sanctie, ik werd geschorst voor drie wedstrijden van het Nederlands elftal.”

Waarop ligt anders het accent van je journalistieke werk?

,,Ik schrijf graag over kunst en cultuur, maar mijn meeste  werk doe ik voor de stadsredactie van het Brabants Dagblad. Daarnaast zoek ik altijd naar mogelijkheden om voor een mooi journalistiek verhaal op reis te kunnen gaan.  Die ervaring heeft me nu ook naar de Paralympics gebracht.”