SCHOT VOOR DE BOEG

Richtingenstrijd in de topsport

Sinds de ontdekking en erkenning dat er in de topsport van de voorbije twintig jaar zaken mis zijn gegaan (grofweg het turnschandaal uit de jaren nul) staat het voortbestaan van de Nederlandse topsport in de huidige gedaante op het spel.

De lange weg naar de top, van de 29ste plaats in de medaillespiegel van 1976 (Montreal, medailles 0-2-3) naar de 7de positie in Tokio 2020 (10-12-14), is afgelegd met inzet van alle krachten, met het opzoeken van de grens zoals die internationaal vereist is.

John Volkers

Met 100 kilometer per uur halen we de concurrentie die 120 rijdt nooit in, sprak handbalcoach Bert Bouwer, lange tijd directeur van het platform NL Coach, in 1996 tot zijn speelsters die de tocht naar de top begonnen door te professionaliseren. In 2019 werd Nederland wereldkampioen handbal. De lange weg naar boven was het voorbeeld van hoe ook een land als Nederland in een mondiaal krachtig geachte teamsport de top kon halen. De gouden volleyballers van 1996, in 1984 bij de hand genomen door de Amerikaan Arie Selinger, waren daarin voor vele andere sporters het voorbeeld geweest. Het kon. Dus waarom niet zelf proberen?

Technisch directeur Joop Alberda van NOC*NSF, toevallig ook die gouden coach van 1996, was van het adagium ‘simpele dingen verrotte goed doen’. In sommige sporten, we noemen turnen dames, hockeysters en triatlon, was goed even niet goed genoeg geweest. Er was van bovenaf te weinig correctie, hoewel van een turntrainer als Frank Louter al sinds 2003 bekend was dat hij Oost-Europese methoden hanteerde. Met diens voorganger Gerrit Beltman, nog een stukje ruwer in de aanpak van turners, ging in de zomer van 2020 een kelder vol leed open. Die geurt en meurt nog steeds in 2022, mede omdat de nationale tuchtcommissie, het Instituut Sport Rechtspraak (ISR), minder professioneel is dan de inmiddels grote topsportpiramide van Nederland.

Coaches uit het verleden zijn intussen verontwaardigd dat hun aanpak uit de jaren ‘80, ‘90 en ‘00 onder een zekere verdenking staan. Waren zij wel netjes genoeg geweest? Hadden ze in dit Me Too-tijdsgewricht hun werk kunnen verrichten zonder in het verdachtenbankje terecht te komen? Ik hoorde Ton Boot, gekozen tot beste coach van de 20ste eeuw, een voordracht houden. Hij benoemde zichzelf als ‘de lof der botheid’. Ik luisterde naar Charles van Commenée, de beste atletiekcoach die Nederland ooit kende, bij een spreekbeurt. Ik sprak met Jeroen Bijl, de bij NOC*NSF groot geworden strateeg die de hockeybond met zijn pijn in het vrouwenteam heeft verlaten. Ik interviewde Bert Bouwer, oud-bondscoach handbal. Zij allen wijzen erop dat het opzoeken van de grens de enige manier is geweest om Nederland de top te laten bereiken. Topsport is ook altijd doorselecteren. Wie niet mee kan, wordt bedankt. Het is de essentie van topsport, de ambitie die soms blind is. Die ambitie, de wens om de allerbeste te zijn, is leidend in topsport. In sport mag plezier op nummer één staan.

De gerespecteerde collega’s van Trouw, vooral zij, wijzen al tijden op de risico’s van die aanpak. Er moet meer pedagogische scholing zijn bij Nederlandse topcoaches. Zij denken dat met een andersoortige aanpak ook de mondiale top bereikt kan worden. Die overtuiging is in elk geval niet geland onder de roergangers uit het verleden die nu stuk voor stuk afzwaaien: Alberda, Van Commenée, Bijl, Boot, Bouwer.

De nieuwe leidsman van de Nederlandse topsport, TD André Cats van NOC*NSF, zal moeten navigeren. Alles minder dan 36 olympische medailles in Parijs 2024 zal het topsportgebouw op zijn fundament doen schudden. Voorbij gaan aan de klachten uit secties van de Nederlandse topsport kan Cats, voorheen chef de mission van de paralympische afvaardigingen, ook niet. We mogen benieuwd zijn naar de cultuurverandering onder zijn leiding. Die zal, als hij toegeeft aan de zachtere krachten in de sport, snel worden weggezet als ‘soft’ en ‘improductief’.

We sluiten af met een kritische quote van Ton Boot, bij de opening van het studiejaar aan het CIOS te Hoofddorp: ‘De onderzoekers van de topsportwerkelijkheid komen uit de alledaagse werkelijkheid.’ Dat moet schuren. Boot zou bij een werkzame rol in de huidige tijd afgemaakt worden, was zijn conclusie. Waarna hij voor zijn gehoor van studenten de steekwoorden over winnen nog eens debiteerde: geduld hebben, kunnen verliezen, voorwaarden creëren, moeilijkheid, eenzaamheid, even gelukkig zijn, geluk hebben, zelfkennis, asociaal, normen en waarden, ultieme controle, duidelijkheid, elkaar vertrouwen, niet praten maar doen, trots hebben. Ik zou eraan willen toevoegen: tegen een stootje kunnen.

 

JOHN VOLKERS
Vicevoorzitter NSP.