Nieuws

Poppenkast

Dick Schoenaker was er. Peter Boeve en Simon Tahamata ook. En Edwin Zoetebier, de UEFA-Cupwinnaar van 2002 die ooit als jongetje in tranen uitbarstte toen hij hoorde dat zijn idool misschien naar het buitenland zou vertrekken. Nu, zo’n 45 jaar later, huilde hij opnieuw bij het ophalen van die anekdote.

Piet Schrijvers wilde het zo. Geen poppenkast, had hij gezegd tegen zijn zoon Patrick, die hij de laatste jaren ‘mijn rechterhand’ noemde. Toen hij langzaam begon te verdwalen in de mist van Alzheimer, gaf hij de regie over leven en dood uit handen. En dus regelde Patrick Schrijvers de uitvaart precies zoals zijn vader het op schrift had laten stellen. Een stuk of dertig familieleden en trouwe vrienden. Mensen die sinds zijn ziekte nooit meer belangstelling hadden getoond hoefde de Beer van De Meer niet aan zijn kist te hebben.

Yoeri van den Busken

Ik luisterde in de aula naar Brothers in Arms van Dire Straits, keek naar de fotoreeks van juichende wapenbroeders en dacht aan het gegeven dat de topkeeper Schrijvers dus maar een handvol vrienden uit de voetballerij had overgehouden. Hoewel hij met zijn uitzonderlijke kwaliteiten jaar in, jaar uit kaarsrecht overeind bleef in dat wonderlijke machoreservaat was de voormalige bouwvakker altijd zichzelf gebleven. Rauw en ongecompliceerd. Als geen ander wist hij wat fake en echt was. Wat anderen vonden als hij zijn onverbloemde mening weer eens gaf, liet hem koud.

Hij was in 2017 kleiner gaan wonen, deed zijn carrière letterlijk de deur uit en ik haalde het op zijn verzoek in huis: 34 ringbanden en stapels foto’s. We maakten tot besluit een mooi boek toen de ziekte zich bij hem openbaarde, er kwam een aangrijpende docu van Leo Oldenburger en Robbie Peters. Daarna doofden de stadionlampen. Zijn kopjes koffie en soms een lunch in het dorpscafé, zijn krantje, kinderen, kleinkinderen en voetbal op tv: hij maakte zijn wereld bewust weer kleiner. Want hij wist: dit is waar het werkelijk om draait wanneer de roem is verdampt.

Niet alleen als topsporter, ook als mens belichaamde Piet Schrijvers de schoonheid van de eenvoud. Maar dat weten de meeste werknemers van de KNVB niet. Te jong en te hip vermoedelijk. Te veel bezig met de recente sterren, die het ook zo lekker doen op sociale media. Helemaal prima natuurlijk dat Robin van Persie, Nigel de Jong en Ibrahim Afellay na de wedstrijd tegen België door een erehaag mochten lopen. Leuk dat allerlei spelers na een blauwe maandag in Oranje werden toegevoegd aan de Wall of Fame. Maar Piet Schrijvers heeft iets meer betekend dan Glenn Loovens of Dwight Tiendalli. En dat bleek in het geheel niet uit het eerbetoon dat de ex-doelman zondag kreeg. Een paar woorden van de stadionspeaker, een fotootje op het videoscherm en dat was het. Alles afgeraffeld in luttele seconden. En meteen gevolgd door kiezelharde stampmuziek. Hoe ongevoelig kun je zijn?!  Waarom geen hommage in bewegende beelden, zodat iedereen in het stadion – vooral de jongere generatie – kan zien hoe goed Piet Schrijvers is geweest?

Twee weken eerder was ik in Glasgow om de vertaalde biografie van Wim Jansen te presenteren. Tien maanden had de manager in 1997 en 1998 nodig om een mythische status te verdienen. En 25 jaar later zijn ze hem niet vergeten. Celtic liet een busje rijden voor de familie en de auteur, boekte het Hilton, reserveerde plaatsen in de boardroom en nodigde oud-spelers uit om – op het heilige gras van Celtic Park – de eerste exemplaren in ontvangst te nemen. The Jansen Year is een begrip in het groene deel van de stad. En vaders dragen die legende over aan de volgende generaties.

Ik proefde dat weekend alleen maar eerbied. Ook liepen we Arthur Numan tegen het lijf: na tien prijzen met Glasgow Rangers op handen gedragen. Hij vertelde dat zijn levensverhaal door een Schotse journalist op papier is gezet. Waarom niet in zijn geboorteland? Numan begon te schaterlachen. Daar zit he-le-maal niemand op hem te wachten. Genoeg zelfspot gelukkig, maar het geeft te denken.

Vaak is gezegd en geschreven dat ‘wij’ slecht met onze helden kunnen omgaan. Wordt er ooit wat mee gedaan? Soms wel, zou je denken. Maar dan slaan we gelijk weer zo vreselijk door als onze recordinternational afscheid neemt en er een gekunsteld sfeertje – huiskamer langs de lijn, kindjes op de bank – wordt gecreëerd.

Waarom is het zo moeilijk om de juiste snaar te raken, zoals ze dat in het Verenigd Koninkrijk wél kunnen? De manier waarop KNVB-directeur Marianne van Leeuwen oud-spelers een wapenschildje overhandigde was ook al zo tenenkrommend. Romeo Castelen moest haar corrigeren omdat ze zijn naam niet eens fatsoenlijk uitsprak. Zou ze dan wel weten wie Piet Schrijvers was? Of wordt ze alleen enthousiast van Freek de Jonge?

Via sociale media zijn we de laatste weken tot vervelens toe bestookt met regenboogbandjes die in Qatar het verschil gaan maken. Wat deze bond in de eerste plaats nodig heeft, zijn mensen met historisch besef. Geen poppenkast.

YOERI VAN DEN BUSKEN