IN DE SPO(®)TLIGHT

Bab Barens, auteur boek met herinneringen aan Olympisch Stadion

Een leven lang in het Olympisch Stadion

Ruim zeventig jaar al is Bab Barens (80) kind aan huis in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Hij kwam er als toeschouwer, journalist en verzorgt nu nog als gids de rondleidingen.  Veel van zijn belevenissen heeft Bab Barens samengebracht in een boek: ‘Mijn Olympisch Stadion – een stadion vol magische herinneringen’, 154 pagina’s en foto’s waar de historie vanaf druipt. 

door Henk Mees

Bab Barens bij de presentatie van zijn boek

Wat zijn je eerste herinneringen aan het Olympisch Stadion, Bab?

,,Ik was zeven jaar toen mijn vader me in 1950 meenam naar een wedstrijd van Blauw-Wit.  Vanaf dat moment heb ik er zowat alles meegemaakt. Ik woon mijn hele leven al vlakbij het stadion, vijf minuten er vandaan maar. Als jochie was het sport om zonder te betalen binnen te kunnen komen, glippen zoals wij dat noemden.”

Wat heb je zoal meegemaakt?

,,Alle grote Europese voetbalwedstrijden van Ajax, het WK wielrennen toen er nog een wielerbaan lag, het EK atletiek, WK schaatsen, speedwayraces, de eerste buitenlandse start van de Tour de France, in 1954. Alles heb ik bijgehouden in plakboeken en een enorm foto-archief. Dat was de basis voor mijn boek.”

Wat waren voor jou de hoogtepunten?

,,De Europa Cup-finale van 1962 tussen Real Madrid en Benfica met Eusebio als nieuwe ster. Bj de rust stond Real met 3-2 voor door drie doelpunten van Puskás, Aan het eind was het 5-3 voor Benfica. Maar ook het afscheidsconcert van Leonard Cohen blijft een hoogtepunt voor mij.”

Het Olympisch Stadion herinnert aan de Olympische Spelen van 1928. Komt de periode die jij niét hebt meegemaakt ook aan bod in het boek?

Bab Barens in het Olympisch Stadion

,,Zeker, want ook over de Olympische Spelen valt nog veel te vertellen, over Johnny Weismuller bijvoorbeeld,  een Amerikaanse zwemmer in het bad achter het stadion in de Schinkel. Maar ook over de oorlogsjaren. Er zaten mensen ondergedoken onder het dak en in de catacomben terwijl Duitse officieren naar wielerwedstrijden en bokswedstrijden zaten te kijken. Wat een contrast moet dat geweest zijn. Weet je dat Feyenoord in 1943 kampioenswedstrijden in het Olympisch Stadion moest spelen omdat er na een bombardement een verbod lag op spelen in de Kuip? Ja, ook de oorlog heeft memorabele verhalen over het Olympisch Stadion nagelaten.”

Hoe ben je in de journalistiek terecht gekomen?

,,Ik heb eerst vier jaar bij Ajax op de administratie gewerkt. Ik was atleet en Jan Blankers was mijn trainer, hij was ook chef van de sportredactie van De Telegraaf. Hij vroeg mij om als freelancer bij  De Telegraaf te komen werken. Daar is een langdurig dienstverband uit voortgekomen waarin ik veel bureauwerk deed, de indeling van de pagina’s onder meer, Ik kreeg ook de ruimte om te schrijven en heb dat na mijn pensionering nog 13 jaar volgehouden.”

En nu ben je nog als vrijwilliger in het Olympisch Stadion actief?

De cover van het boek ‘Mijn Olympisch Stadion’

,,Ik heb er inmiddels 600 rondleidingen opzitten. Er komt nog vrijwel dagelijks bezoek in het Olympisch Stadion. Er gebeurt nog veel, in juli bijvoorbeeld komt de Gymnaestrada naar Amsterdam, echt een gigantische, internationale happening wordt dat. Gelukkig kan dat allemaal nog, want rond 2000 scheelde het echt weinig of Amsterdam zou de eerste stad geweest zijn waar het Olympisch Stadion was afgebroken. Toen wilde de gemeente Amsterdam dat plan serieus doorzetten, nu is de gemeente blij dat het stadion behouden is gebleven.“