SCHOT VOOR DE BOEG

De vicieuze cirkel van het voetbalgeweld

Als achtjarig kind werd ik als spelertje van de E-tjes van Feyenoord om de week in De Kuip getrakteerd op dat geweldige clublied: ’Ga je mee naar 't stadion, naar de ploeg van rood en wit.  Zoek een plaatsje in de zon, waar je zo gezellig zit’. De eerste Nederlandse Europa Cup moest toen nog gewonnen worden en ja – gezellig en vooral veilig zat je daar als jochie van acht zeker wel. Wie durft zijn kind anno 2023 nog alleen naar het stadion te sturen? Het voetbal was voor veel jeugdspelers bijzaak; we waren ook toen al pure profs. Het statiegeld op bierflesjes bedroeg 10 cent en dus probeerde je in Vak P je karige zakgeld te spekken.

Helaas, de bloeiende handel van het talentenkorps van Meneer Blankemeijer – Feyenoords latere legendarische perschef en zo veel meer -  ging naar de gallemiezen, want de eerste idioten gingen in de jaren 70 met die bierflessen gooien. Prompt werd het glaswerk uit het stadion verbannen en vervangen door plastic. Ook de plastic exemplaren werden trouwens richting het veld gesmeten als iets Het Legioen niet zinde. Of anders wel de zitkussentjes, die destijds op de niet schoongemaakte zitplaatsen werden neergelegd om de zondagse pantalon schoon te houden.

Waarom ik dit verhaal  vertel? Omdat het moeilijk is om in de idioterie van het huidige voetbalgeweld de zaken in perspectief te blijven zien. De ene week blijft het rustig en scharen supporters zich massaal achter de heldhaftige boodschap van Thijs Slegers of betuigen hun steun aan de aardbevingsslachtoffers in Turkije. Maar de andere week regent het bierdouches, cobra’s, brandende fakkels en wordt het zicht in de stadions ontnomen door verstikkende rook. Dat zoiets voor alle werkenden rondom de voetbalvelden, maar zeker ook voor onze beroepsgroep bijzonder gevaarlijk en ergerniswekkend is, gaat volledig voorbij aan de hooligans van de ‘harde kern’. Vooral jongeren groeien op met de gedachte dat het er nu eenmaal bij hoort, dat biergooien en dat vuurwerk. Er is geen sociale controle, geen onderlinge correctie.

Zoals al eerder gemeld willen we samen met de KNVB en ESPN binnenkort aan de hand van een reeks veiligheidsinspecties en aanbevelingen doen ter verbetering van de veiligheid. Maar ik wil meteen ieders verwachtingen temperen. Hoop is – zo lees ik steeds vaker – uitgestelde teleurstelling. De zorgeloze tijden van de jaren 60 van de vorige eeuw komen nooit meer terug, en zoals ik met voorbeelden schetste ging het in mijn vroege jeugd ook toen al mis.

Ik kreeg vorige week een mailtje van een van onze kritische volgers – en ja, die zijn altijd welkom! – met een lichte ondertoon van verwijt aan ons adres dat het maar blijft doorgaan met die bierdouches en rookgordijnen. Hij wilde maar zeggen dat hij vooralsnog weinig kan merken van verbetering en dat het toch de taak is van de NSP om daar wat aan te doen. En hij heeft gelijk. Het lijkt eerder erger dan beter te worden in de stadions.

Een van de dieptepunten was de veldbestormer vorige week bij PSV-Sevilla. Hoe voorkom je in hemelsnaam dat een twintigjarige idioot het veld oploopt en de doelman van de bezoekende club een klap verkoopt? Een halvegare uit Roermond met een stadionverbod nog wel.  Vice Sports publiceerde (https://t.co/cqwEocbrrf) kort na die gebeurtenis het verhaal van een veldbestormer die in 2011 doelman Esteban van AZ belaagde in het duel tegen Ajax. Deze Wesley werd zwaar gestraft (zes maanden gevangenisstraf, waarvan twee voorwaardelijk) en mag 30 jaar lang niet meer in een stadion komen.

Het relaas maakt duidelijk dat deze forse straf anderen niet afschrikt om hetzelfde uit te halen. Voetbalvandalisme in al zijn gedaanten verdient een harde aanpak, zeker. Maar alle maatregelen die in de afgelopen vijftig jaar binnen en buiten de stadions zijn genomen, hebben niet tot een uitbanning van het voetbalgeweld geleid. We zitten voortdurend in een vicieuze cirkel, wat we ook ondernemen.

Ik hoop oprecht dat de aanbevelingen na de veiligheidsinspecties daadwerkelijk de situatie voor onze beroepsgroep en voor alle werkenden rond de voetbalvelden zullen verbeteren. Maar tegen onze vaste briefschrijver en alle anderen zeg ik op basis van de geschiedenis in alle eerlijkheid: verwacht vooral geen wonderen.

 

GERARD DEN ELT,

algemeen secretaris NSP